Laatst viel mijn oog op een nieuwsbericht waarin de Gemeente Amsterdam kenbaar maakte open source op de lange baan te schuiven. Bij het lezen van die kop ervoer ik eerst een gevoel van teleurstelling terwijl na lezing van het artikel dit omsloeg in enthousiasme. Hieronder volgt een toelichting.
Open source als innovatie
Bij het vergelijken met traditionele software gaat men meestal voorbij aan het fundamenteel innovatieve karakter van open source. Net als het internet is open source gebaseerd op het principe van 'draag bij naar vermogen en neem af naar behoefte'. Als businessmodel binnen een kapitalistisch stelsel is dit in de historie ongekend en dus innovatief. Tegenover de titanen van het traditionele industriële model zoals Bill Gates met z'n immense vermogen en Larry Ellison met z'n zeiljachten, staan de iconen van open source zoals Linus 'Linux' Torvalds en Jimmy 'Wikipedia' Wales die bij wijze van spreken gewoon in een vinexwijk wonen.
Terwijl dit businessmodel de kerninnovatie is, hoort men meestal als grootste voordeel van open source dat men de beschikking krijgt over de broncode. Voor de meeste omgevingen is dit net zo een vreemd argument als het noemen van de beschikbaarheid van het werkplaatshandboek als het grootste voordeel van een nieuw type bedrijfsauto.
Open source als valse start
Ik zie veel gevallen waarin de overgang naar open source plaatsvindt onder het verkeerde gesternte en daarom wel moet mislukken. Allereerst is het motief vaak negatief. Men start niet met open source omdat men op enig moment tot de ontdekking kwam dat dit innovatieve businessmodel een aantal eenvoudig te begrijpen voordelen heeft, nee men start omdat men wil ontkomen aan de houdgreep van leveranciers zoals Microsoft en de marktleiders op het gebied van gemeentelijke software. Dat is geen goed begin omdat emotie altijd een slechte raadgever is.
Een ander veel voorkomend euvel is dat men zich niet goed realiseert dat het traditionele, industriële model een aantal grote voordelen biedt, met name op het gebied van verantwoordelijkheden. Als er problemen zijn met het product is er slechts één organisatie verantwoordelijk en dat is de leverancier. Bij open source is dat de community, dus niemand, hetgeen in de praktijk betekent dat de gebruiker zelf meer verantwoordelijkheden moet dragen. Men moet zich dan wel eerst goed afvragen hoe men daarmee om wil gaan.
Ten slotte wil ik noemen dat 'disruptive' innovaties, want dat zijn open source-toepassingen, alleen dan een kans van slagen hebben als ze terecht komen in een stabiele omgeving. Innoveren in een instabiele omgeving betekent per definitie verspilling van tijd en geld. In veel ict-organisaties, ook bij de overheid, ontbreekt vaak de noodzakelijke stabiliteit.
De juiste start
Een veel gehoord argument voor open source is dat het goedkoper zou zijn. Er zijn immers geen licentiekosten. Dit is een heel gevaarlijk argument omdat de meeste ict-organisaties helemaal niet in staat zijn de werkelijke kosten van hun dienstverlening te bepalen. Veel functies dienen als een verborgen subsidiebron voor andere. Om in een dergelijke setting het kostenargument ter tafel te brengen getuigt van weinig realiteitszin.
En zo komen we aan bij de reden dat ik enthousiast was over het bericht van Amsterdam. Zoals ik hiervoor opmerkte is het werkelijk innovatieve element van open source het businessmodel. Wil men daar werkelijk profijt van trekken, dan zal men het businessmodel van de implementerende ict-organisatie hierop af moeten stemmen. Dit kan alleen door de ict-afdeling zich te laten gedragen als een service provider die op basis van de principes van een supply chain ict-services aan elkaar schakelt. Men begint dan met elementaire 'platformservices' die stap voor stap uitgebreid worden tot 'business services', min of meer vergelijkbaar met het OSI 7-lagenmodel. En net als bij elke andere supply chain kiest men vervolgens of men een onderdeel zelf maakt dan wel inkoopt. Per component kent men nu de positie in de waardeketen en daarmee ook de argumenten die leidend zijn bij de keuze van het implementatieprincipe. Het managen van de keten geschiedt met erp-achtige software met behulp waarvan men ook tot integrale kostprijzen kan komen. Alleen langs die werkwijze is men in staat innovaties zoals open source maar ook cloud computing op een zinvolle wijze te implementeren.
Eenvoudig is dit allemaal niet, omdat men de bestaande ict-afdeling eerst zal moeten transformeren naar dit nieuwe model. De eerste stappen op deze route zijn altijd standaardisatie en centralisatie, anders ontbreekt de basis voor het gaan werken op basis van het supply chain-principe. En laat standaardisatie en centralisatie nu net datgene zijn dat Amsterdam volgens de nieuwe ict-directeur de komende jaren gaat uitvoeren. Hulde!
Dick van Gaalen
Programma manager business technology
HP Nederland
In elk geval zal de periode van consolidatie, opschonen en standaardiseren ook tijd bieden om te studeren op toepassing van Open Source en Open Standaarden.
Het lijkt me meer dan evident om kennis en ervaring van Open ‘S’ in eigen servicehuis te hebben en te borgen voor het daadwerkelijk in productie nemen van Open ‘S’ toepassingen.
Tijd is niet alleen geld, maar kan ook kennis, ervaring en inzichten bieden.
Goed verhaal en helemaal mee eens.
Een kleine voetnoot: Linus Torval woont zeker niet in een Vinex wijk. Zijn vermogen wordt geschat op $20 miljoen. Idem voor Jim Wales.
Beste Dick,
Ik ben het toch niet geheel eens met je redenering dat het kostenargument van “weinig realiteitszin getuigt”.Ik ben het wel met je eens dat ICT organisaties wellicht niet of niet geheel in staat zijn om hun kostprijs te berekenen, echter, om dan maar te suggereren dat het costwise niet interressant is om met Opensource aan de gang te gaan, naaaah, dat vind ik te kort door de bocht.
Wij hebben bij een aantal van onze klanten een aanzienlijke besparing gerealiseerd, door het introduceren van een “open desktop”, gebruikmakend van open source en cloudcomputing. De kostprijs van een standaard werkplek kan hierdoor zakken van gemiddeld 1400 euro naar 500. Dat de besparing niet vanaf het eerste moment 900 euro per werkplek is, ja, da’s waar, maar het bespaart wel aanzienlijk. Deze besparingen worden nog groter, als in de loop der tijd minder ondersteunend personeel benodigd is. Onze ervaring is echt dat het gewoon allemaal met minder aan toe kan. Dat de gevestigde orde hier niet blij mee is, dat snap ik ook wel, maar het simpelweg ontkennen van de besparingen, dat vind ik toch echt te kort door de bocht.
Lock-in zoals bij Windows is op de lange duur altijd duurder, als je alle factoren meeneemt.
@Olav:
Kan je meer vertellen over de bij u toegepaste cloudcomputing?
@MM geef even je gegevens door, dan kan ik je uitleggen hoe wij dit doen. reageer anders even door contact te zoeken via linkedin