Mijn vorige blog ging over de verschillen tussen business-mensen en ict’ers en bracht een verrassend verhitte discussie op gang, die ik graag verder ontwikkel.
Ik heb nagedacht over andere verschillen tussen business-mensen en ict’ers en als eerste kwam ik op toiletpapier. Iets specifieker, hoe hang je een rol toiletpapier op: met de flap van de muur af of tegen de muur aan? Een wetenschappelijk onverantwoord kort onderzoek in mijn omgeving geeft aan dat de meeste ict’ers de flap van de muur af prefereren. Internet-onderzoek geeft aan dat het onderwerp leeft, met stellingen als ‘Essential Life Lesson #1: Over is Right, Under is Wrong’ en ‘God made toilet paper to roll only one way’. Eveneens wetenschappelijk onverantwoord kort onderzoek onder business-mensen geeft aan dat sommige van hen er niet eens over nadenken hoe je een rol ophangt – iets onbegrijpelijks voor een ict'er!
Wat serieuzer onderzoek vind je in het werk van Stuart Wray, die ontdekt heeft dat aanleg voor programmeren voorspeld kan worden door het verschil tussen de Systemizing Quotient en de Empathy Quotient. Met SQ meet je de behoefte van mensen om zaken te analyseren en de onderliggende gedragsregels te ontdekken. Met EQ meet je hoe makkelijk je gevoelens van anderen oppikt en hoe sterk deze je beïnvloeden. Met een knipoog schrijft Wray over de programmeur: ”The popular image of an expert programmer is a man (seldom a woman), careless of physical appearance, socially inept, with narrow and intense interests and a peculiarly literal way of interpreting spoken or written statements.”
Mijn vrouw onderschrijft de uitkomsten van dit onderzoek. Wanneer ik haar aan een vakgenoot introduceer plaatst zij meestal de opmerking “Werken er geen normale mensen bij jullie?”. Dat zij dit zegt als de collega buiten gehoorsafstand is, bevestigt haar hoge EQ.
Ik vind de verschillen tussen business en IT heel interessant. Beroepsmatig heb ik met beide te maken. Dat het verschillende types zijn is evident, dat kan je analiseren (met je SQ) maar ook op je klompen aanvoelen (met je EQ). Een discussie meer dan waard is de uitdaging hoe overbrug je deze kloof?
Ik ben erg benieuwd hoe Mark ondernemers in de ict positioneert. Zijn dit business-mensen of ict-ers? Volgens mij ben ik allebei….
Bauke, over de overbrugging heb ik ook ideeën, komt een volgende keer aan bod – boeiend onderwerp!
Ondernemer-in-de-IT, schizofrenen? 😉 Zoals je begrijpt, zoek ik de extremen op om mijn punt te maken – er zijn uiteraard veel tussenliggende grijze tinten.
Toch lastig puzzelen met de flap tegen de muur ;))
http://www.trendmatcher.nl/2009/11/een-rol-wc-papier.html
Mark, stel je nu eens voor dat iemand die precies zo dacht als jouw vrouw….kon programmeren en min of meer vastzat in een development baan?
Wat zou je zo iemand dan aanraden om te doen?
Overigens heb ik zelf gewerkt bij een bedrijf waar de echte experts zaten op softwareontwikkelgebied. We deden daar zeer geavanceerde dingen, maar de overgrote meerderheid van de developers zag er wel altijd netjes uit (ook als er geen klanten waren) en had oog voor de business.
Ik vind het nog steeds erg jammer dat de club failliet is gegaan door een incompetente directeur. Een typische business man met een hoog EQ, maar met een laag IQ, die dus keer op keer onlogische en verkeerde beslissingen nam.
(Het is hem na 10 failissementen nu zelfs verboden om in Nederland nog een bedrijf te starten, maar toch is hij er weer in geslaagd om via een buitenlandse constructie op het volgende faillissement aan te gaan sturen)
In mijn (beroeps)leven als bedrijfs mediator heb ik dagelijks met EQ/SQ verschillen te maken. Dit is een boeiende manier om ernaar te kijken.
Bedankt voor het artikel!
Ik heb onlangs gewerkt in een middelgroot project waar een nogal complex tailor-made systeem ontwikkeld moest worden. Ik liep daar rond als tester temidden van een twintigtal ICT-deskundigen (junior – senior programmeurs). Je kon al gauw merken dat communicatieve vaardigheden door alle geledingen heen liepen: sommige juniors begroeven zich in hun beeldscherm en waren nauwelijks bereikbaar, een senior beperkte zich uitsluitend tot feitenuitwisseling omtrent de specificaties, maar sommigen waren in staat om in een normaal gesprek uit te leggen waar ze mee bezig waren, waarom en hoe lang het zou gaan duren.
Mijn verdienste als tester was vooral om tussen de gebruikersgroep en de ICT-ontwikkelaars een zakelijke en menselijke dialoog op gang te brengen, waar de projectleider ook wat aan had.
Later zat ik in een ERP-implementatie, waar ik een van die briljante junior-ontwikkelaars smalend hoorde praten over een wat oudere medewerker (key-user) van de klant. Ik wees hem erop dat de klant wel degene is die hem zijn bestaansrecht geeft door onze diensten af te nemen en dat het daarom geen pas geeft om je laatdunkend uit te laten over medewerkers die geen ICT-achtergrond hebben, maar wel een bedrijf draaiende houden.
De ICT als vak én business heeft een aparte werkelijkheid gecreëerd die dat soort gedrag mogelijk maakt en een ruimte biedt aan nerd-achtige types, die anders waarschijnlijk leraar wiskunde, of schrijfmachine-monteur, of postzegelverzamelaar geworden zouden zijn.
Je kunt dus niet spreken van ‘de ICT’er’; wel zou het mooi zijn wanneer een ICT’er -door zijn manager- erop getraind wordt effectief gedrag te ontwikkelen, waarmee de vruchten van zijn geestelijke arbeid door degenen die ervoor betalen en/of ermee moeten werken met begrip en warme gevoelens ontvangen worden.