De afgelopen periode verschenen er in Computable diverse artikelen over de toenemende complexiteit van ict-infrastructuren en de nadelige gevolgen voor de beheerorganisatie. Echter het sneller kunnen doorvoeren van innovaties levert ook voordeel op voor de business. Voorbeelden zijn kostenbeheersing, verhogen van de schaalbaarheid, wendbaarheid en beschikbaarheid. Dit artikel gaat over het proces van innoveren in eigen infrastructuren en in de cloud.
Continue innovatieslagen vragen echter ook om een adaptieve beheerorganisatie waar kennismanagement, procesoptimalisatie en beheertooling belangrijke pijlers zijn. Het maakt daarbij niet heel veel uit of de organisatie een eigen infrastructuur heeft of dit als een (gedeeltelijke) clouddienst afneemt. Alvorens hierop in te gaan wil ik een korte schets geven van verschillen in de verversingsdynamiek van technologie tussen applicaties, server-/storage-infrastructuur en netwerkinfrastructuur.
In de praktijk worstelen veel organisaties met de afhankelijkheden tussen applicaties en infrastructuur. Dit wordt voor een deel veroorzaakt door de verschillen in de verversingsdynamiek. Zo worden elke twee tot drie jaar nieuwe (versies van) applicaties geïntroduceerd. Voor het vernieuwen van de server- en storage-infrastructuur wordt een periode van drie tot vijf jaar gehanteerd, terwijl voor de netwerkinfrastructuur termijnen van vijf tot zeven jaar worden gehanteerd.
Door de verschillen in dynamiek, zijn organisaties bij het vernieuwen van de infrastructuur genoodzaakt om drie tot vijf jaar vooruit te kijken. Voor deze periode is de infrastructuur dan min of meer een statisch gegeven voor de organisatie en wordt met name geïnvesteerd in het applicatielandschap.
Bovenstaande benadering wordt voor organisaties steeds vaker een knelpunt. Door de toenemende eisen en wensen vanuit de business om snel over nieuwe functionaliteit te beschikken en zo het concurrentievoordeel in de markt te behouden, levert een statische benadering van de ict-infrastructuur vandaag de dag al snel beperkingen op. Daarnaast zijn de juiste innovaties geschikt om kostenbesparingen al binnen de levenscyclus van de ict-infrastructuur door te voeren. Denk bijvoorbeeld aan traditionele storagevoorzieningen die niet beschikken over compressie en/of deduplicatie technologie.
Waar dit voor organisaties met een eigen infrastructuur gaat knellen, is het zo mogelijk voor organisaties die kiezen voor een dienstenmodel nog belangrijker om dit vooraf goed af te stemmen. Bijvoorbeeld door in de SLA afspraken op te nemen over hoe om te gaan met technologie-refresh en wat de gevolgen zijn ten aanzien van toekomstige functionaliteit en prijs.
Binnen de traditionele outsourcingcontracten met de grotere outsourcers zijn in het verleden en worden vandaag nog steeds geen afspraken gemaakt over het doorvoeren van innovaties gedurende de looptijd van het contract. Dit heeft tot gevolg dat er bij aanvang van het contract een scherpe prijs wordt betaald maar naar verloop van tijd (veel) te veel betaalt. Het resultaat in de praktijk is dan vaak ontevredenheid en beëindiging van de overeenkomst. Een recent voorbeeld van zo’n innovatie is virtualisatie van de serveromgeving. Als je geen afspraken hebt gemaakt profiteert slechts de outsourcer van de voordelen ten aanzien van hardwareinvesteringen, stroomverbruik en datacenterfaciliteiten.
Met name de dienstverleners die hun diensten aanbieden vanuit hun specialisatie doen hier goed werk. Zij blijken in staat om hun klanten te laten profiteren van de mogelijkheden van techniek. Dit is naar mijn bescheiden mening ook de reden dat steeds meer organisaties kiezen voor outtasking (selective outsourcing) in plaats van traditionele outsourcing. Persoonlijk vind ik dit een logische ontwikkeling, omdat de kern van het uitbesteden van activiteiten toch is, dat de externe partij meer kennis en ervaring heeft dan er intern beschikbaar is. Dit leidt dan vervolgens tot kostenbesparing en efficiëntie. Dit kan mijns inziens niet worden omgedraaid.
Organisaties die kiezen voor het afnemen van diensten in plaats van zelf te investeren, doen er verstandig aan dit wel overwogen te doen en duidelijke afspraken te maken. Organisaties die dat nalaten zullen na verloop van tijd de wrange vruchten plukken in de vorm van hoge kosten, inflexibiliteit, etc.
Bertus Doppenberg
Inframotion
Bertus, vraag: wat is voor jou het verschil tussen outtasking dat jij omschrijft als een vorm van selective outsourcing, en traditionele outsourcing? Dit ten aanzien van de kern van jouw artikel over het proces van innoveren in eigen infrastructuren en in de cloud.
Leon, bedankt voor je reactie. In het artikel ben ik uitgegaan van de definities zoals die door Gartner worden gehanteerd. In mijn woorden heeft traditionele outsourcing dan betrekking op het outsourcen de totale, of grote delen van, de IT. Selectieve outsourcing is daarentegen de benadering waarbij specifieke onderdelen worden uitbesteedt. Voorbeelden zijn het outsourcen van storage of het beheer van een DMZ.