Zowel de gemeenteraads- als de landelijke verkiezingen komen er aan. Hét moment voor bestuurders en politici om de burgers, de stemmers, op te zoeken. Hierbij gaat het om vragen wat er leeft bij de kiezers en overbrengen wat jouw partij belangrijk vindt. Traditioneel gebeurt dit door bijvoorbeeld te flyeren in winkelstraten, houden van verkiezingsbijeenkomsten en afleggen van werkbezoeken.
Maar wat is nu eigenlijk het bereik en effect van deze middelen? Na een dag flyeren ben je een knappe jongen als je meer dan 60 personen hebt gesproken. En er ligt op tien meter van waar je staat een berg flyers op de grond. Bij een lokale verkiezingsbijeenkomst en werkbezoeken zijn vaak tientallen mensen aanwezig, uitzonderingen daargelaten. En van die aanwezigen ken je het grootste deel al, dat zijn namelijk de partijgenoten en de mensen die aanwezig zijn bij inspraak- en verkiezingsavonden en dergelijke.
Partijen zoeken nu naar manieren om het gat tussen de burger en politiek te verkleinen. Een van die manieren is nieuwe media. Naar mijn mening wordt er hier nog onvoldoende gebruik van gemaakt. Hierdoor spreken ze een grote doelgroep niet aan. Onbekend maakt onbemind, zo lijkt het.
In de media zijn de meningen verdeeld over het gebruik van nieuwe media door lokale politieke partijen in de verkiezingsstrijd: de een meldt dat het een grote vlucht neemt, de ander geeft aan dat het nog te wensen overlaat. Duidelijk is dat ik meer naar het laatste voorbeeld neig. Er zijn wel lokale politieke partijen die nieuwe media gebruiken voor de campagne in de verkiezingsstrijd. De kwaliteit is echter beneden de maat (zie ook Spitsnieuws) zo niet tragisch/hilarisch.
Wat is het verschil?
Nieuwe media: wat zijn dat dan? Nieuwe media zijn nieuwe technologieën die gebruikt worden om berichten te vormen. Nieuw in die zin is dat computers en internettechnologie worden ingezet, dat snelheid en interactie belangrijke kenmerken zijn en dat alles tijd en plaats onafhankelijk ingezet kan worden. Dus: oude media als krant, radio, televisie en bijeenkomsten aan de ene kant en web 2.0-mogelijkheden als (micro)bloggen (Twitter), Hyves en Youtube aan de andere kant. Deze voorbeelden worden ook wel sociale media genoemd. Social media is een verschijningsvorm van nieuwe media waarbij mensen verbinding zoeken en vinden met andere mensen. Vaak verwoord als ‘de stem van het publiek'.
Verschillen tussen nieuwe en oude media
Nieuwe media |
Oude media |
Snel |
Sloom |
Jonge gebruikers |
Oude gebruikers |
Open |
Gesloten |
Gebruikers |
Publiek |
'Gratis' |
Betaald |
Vraaggestuurd |
Aanbodgedreven |
Kort |
Lang |
Vluchtig |
Bestendig |
Wisselende gebruikers |
Klantentrouw |
Beeld |
Tekst |
Wat kun je ermee in de verkiezingsstrijd?
Als gemeente of politieke partij in verkiezingsstrijd kun je een veel groter bereik creëren door je te richten op de oude media én de nieuwe media. Je vergroot het bereik van je boodschap enorm: naast burgers die je spreekt op een bijeenkomst kun je ook de groep mensen bereiken die geen tijd heeft of maakt om naar die bijeenkomst te komen. Het mooie is dat je dat ook nog kunt doen op zaterdagavond op je zolderkamer! Daarnaast zijn de groepen van communities vaak veel groter: kijk bijvoorbeeld naar het bereik van www.buurtlink.nl. Een site die het lokale nieuws brengt met ruim 700.000 unieke bezoekers per maand. Dat schiet tenminste op. Denk ook aan de 'viral movie' van de SP tijdens de laatste provinciale verkiezingen: 550.000 vertoningen in 72 uur. Daarnaast kan je direct inspringen op de actualiteit, je kan het gebruiken om de politieke opinie te peilen en daarop qua communicatie direct op in te spelen (zie het voorbeeld van de vaccinatie tegen baarmoederhalskanker en de tegenbeweging die ontstond) en het biedt je de mogelijkheid om burgers te boeien en te binden.
Tips voor het inzetten van nieuwe media
Tot slot nog enkele tips voor het gebruik van nieuwe media als overheidsorganisatie of lokale politieke partij:
– Bij nieuwe media gaat hier niet om web 2.0-technieken als AJAX, SOAP en XML, maar om toepassingen die vaak online gratis te gebruiken/aan te schaffen zijn. Techniek is in deze slechts randvoorwaardelijk.
– Zet niet zelf een gemeenschap op, maar sluit aan bij sterke communities die er al zijn (gebruik bijvoorbeeld Hyves voor een poll over het jongerenbeleid).
– Ga uit van vertrouwen in eigen medewerkers, niet van wantrouwen. Verzand niet in het opstellen van protocollen en gedragscodes: gewoon doen is het devies (kijk bijvoorbeeld naar ambtenaar 2.0, opgezet door Davied van Berlo (Min. LNV)).
– Formuleer geen beleid, maar faciliteer daar waar de energie zit. Tegen de tijd dat het beleid klaar is, is het moment namelijk verloren.
– Zie het niet in als tijdelijk maar als structureel: als je moet beginnen vlak voor de verkiezingen ben je te laat. Vertrouwen winnen kost tijd. De twittrende Maxime Verhagen heeft een continu bereik van 30.000 mensen).
– Toets niet je eigen ideeën, voorstellen of beleid door bijvoorbeeld e-participatie, maar spring in op ontwikkelingen in een relevante community.
– Doe het echt en zet het niet in scène: je maakt jezelf ongeloofwaardig. Schrijf dus je blog of twitter zelf.
– Wie A zegt… Als je iets doet, doe het dan met volle overgave. Niets is dodelijker dan een platform wat eenmalig is opgestart en verder geen vervolg krijgt.
Migiel Gloudemans
Adviseur
Twynstra Gudde Adviseurs en Managers
www.twitter.com/Glodsie
Uitstekend artikel,
Wat ik nog mis is een verwijzing naar de campagne van Obama, die niet alleen heel goed sociale media inzet in het kader van communicatie rond zijn persoon en ideeen, maar deze en passant ook gebruikt voor fondsenwerving. Dit vanuit de gedachte dat als x percent van de doelgroep 10 dollar doneert je een aardig budget bij elkaar harkt. Wellicht ook toepasbaar in Nederlandse context?
Zeker, goed punt. Obama gebruikte de crowd om de campagne te financieren. Heel krachtig. Daarnaast was dit de eerste echt succesvolle 2.0-campagne. We weten waar het toe geleid heeft…