Een artikel met als onderwerp open source en open standaarden trekt meestal flink wat reacties op de website van de Computable. En als het gaat om de hoge kosten van ict-projecten bij de Rijksoverheid wordt al snel geroepen dat dat de schuld is van sommige leveranciers en dat open source daarvoor de oplossing is. Daarom ben ik erg benieuwd naar de reacties op het nieuwste overheidsinitiatief.
De rijksoverheid wil nu echt open standaarden gaan bevorderen in haar ict-beleid, en dit keer gaat men een stap verder dan alleen maar een paar vage beleidstoezeggingen. Met de 'Digitale Werkomgeving Rijksdienst' (DWR) wordt een nieuwe it-architectuur voor de rijksoverheid voorgesteld.
Een vorige versie van die architectuur kreeg forse kritiek vanwege de keuze voor Microsoft-technologie. Deze keer ligt er een gedetailleerd plan om de it open te maken. Boeiend daaraan is dat de overheid de deur opent voor reacties. Iedereen kan het huidige concept inzien, en verbeteringen erop voorstellen. Zoek maar op wiki.noiv.nl naar Realisatielijn OpenDWR.
Hoe zou dat nu gaan lopen? De open source community kent wel wat lawaaipapagaaien en relnichten. Zouden die nu echt een inhoudelijke bijdrage gaan leveren? Het grootste gevaar zou zitten, denk ik, in het 'Dik voor Mekaar-effect'. In een sketch zegt dit typetje van Andre van Duin: 'ik heb ontzettend veel en ontzettend leuke reacties gehad op de show van vorige week. Ik heb ze hier allebei voor me.'
Voor sommigen verrassend, en voor anderen teleurstellend, is dat in de realisatielijn open source niet de hoogste prioriteit heeft. Bovenaan staat interoperabiliteit, dat wil zeggen dat verschillende informatiesystemen van de rijksoverheid met elkaar moeten kunnen samenwerken. Daar is helemaal geen open source voor nodig. Die open deur moest ook nog even ingetrapt worden.
Evengoed hoop ik op een mooie discussie, want om met Oscar Wilde te spreken: 'There is only one thing worse than being talked about, and that is not being talked about.' Ik wens DWR daarom flink wat reacties toe.
Voor mij is de discussie over open source en open standaarden breder. Als interoperabiliteit voorop staat, betekent dit nog niet direct open standaarden. Interoperabiliteit kan nog steeds via Microsoft standaarden worden bereikt, maar ook door een leverancier die alle integratie ter hand neemt en daarvoor standaarden definieert of beschikbare standaarden inzet.
De discussie rond open source moet wat mij betreft in een breder perspectief gezien worden. Het gaat hier naast Total Cost of Ownership conform een bepaald business model (denk aan bijvoorbeeld openSaaS) ook om aspecten als continuiteit, privacy en security. Interoperabiliteit is daarmee 1 van de functionele eisen, die ik vooral op het niveau van diensten van de software zou beschouwen. Nu maar hopen dat DWR alles in termen van diensten in de architectuur heeft vastgelegd.
Als je het zo beschouwd, hoeft DWR wat mij betreft niet bang te zijn om 1 of meer oplossingen te ontvangen.
Ik heb dat bekeken, en al had ik eerst de indruk dat er weinig inhoudelijks gezegd werd viel de tweede helft van het genoemde document mee.
Met 12 pagina’s A4 moet ik eerst tijd nemen dat goed te lezen.
Vandaag was ik bij een gemeente te gast waar ik een open source oplossing aangeboden had en moest ervaren dat de vooroordelen diep zitten. “Als het zo voordelig is kan het niet goed zijn”, is een vooroordeel dat hier in Oostenrijk nog diep zit maar die zijn ook nog niet zover als in Nederland.
Om toch even op de specifieke eis van interoperabiliteit terug te komen. Daar moet ik toch even een kanttekening plaatsen bij de opmerking van de heer Wout Hofman. Hij zegt: “Interoperabiliteit kan nog steeds via Microsoft standaarden worden bereikt.”
Hier zou je uit af kunnen leiden dat er maar twee opties zijn: Microsoft of Open Source. De wereld is echter veel groter. Indien iemand niet voor Open Source wil kiezen om wat voor reden dan ook zit je met het probleem dat Closed Source leveranciers inderdaad hun eigen ‘standaarden’ hebben. De Interoperabiliteit tussen producten van verschillende leveranciers wordt dan ook zeer twijfelachtig. Daar loop je direct tegen aan als je je niet wilt ophangen aan één leverancier.
Open Source oplossingen daarentegen houden zich meestal aan de gevestigde open standaarden, zodat zij ook onderling veel beter communiceren.
Fijn dat er open deuren zijn. Die lenen zich uitstekend om af en toe in te trappen. In de discussie over interoperabiliteit valt op dat vaak verondersteld dat closed source leveranciers geen belang zouden hebben bij open standaarden. Dit is niet het geval. Geen enkel systeem staat op een eiland, interoperabiliteit is dus noodzakelijk en om te koppelen met andere systemen zijn open standaarden ook voor closed source leveranciers de goedkoopste oplossing. Zolang opdrachtgevers maar eisen dat uitwisseling via (erkend) open standaarden plaatsvindt is de open source discussie in deze volledig irrelevant.
Productmakers proberen altijd te voorkomen dat eenvoudig op prijs geconcurreerd kan worden. Ook closed source leveranciers proberen altijd wat extra’s mee te verkopen en dat koppelen ze helaas meestal aan gesloten de facto standaarden. Dat zit bij de meesten nog steeds in hun aard. Kijk eens naar de Mac wereld, middleware, de strijd om de mail en andere bestandsformaten, de aan hardware gekoppelde software. De standaardisatie gaat nog steeds tergend langzaam.
De open source discussie is daarom in de praktijk nog steeds alles behalve irrelevant. Dat ligt aan een relatief grote groep van closed source leveranciers.