Van het grote aantal, recent aangekondigde naamswijzigingen van landelijke programma’s rond e-overheid zou je haast gaan denken dat ze opzettelijk bedoeld zijn om de uitvoerders van in Den Haag bedachte plannen opnieuw in verwarring te brengen.
‘De elektronische overheid heeft een nationaal urgentieprogramma nodig', zo concludeerde de commissie Postma/Wallage in december 2007. Geld was niet zozeer het probleem, meende de commissie. Wel ontbrak het aan sturing en samenhang.
Iedereen kende onderhand de fraaie Powerpoint-dia van de Egem ‘ballenbak' waarin met tientallen, geanimeerde ballen de even zo vele projecten die over gemeenten werden uitgestort, werden gevisualiseerd. Deze dia is door menig programmamanager, projectleider en (Egem-i) adviseur (mezelf niet uitgezonderd) dankbaar hergebruikt om de veelheid, complexiteit en daarmee onbestuurbaarheid van het eigen project ‘Andere Overheid' aan te tonen.
De conclusies van de commissie Postma/Wallage zijn ter harte genomen en een jaar later (december 2008) werd door het Rijk, het IPO, de VNG en de Unie van Waterschappen het Nationaal uitvoeringsprogramma dienstverlening en E-overheid (NUP) ondertekend. Het NUP bundelt negentien initiatieven om te komen tot de basisinfrastructuur van de e-overheid en zes voorbeeldprojecten waarmee aangetoond dient te worden hoe deze basisinfrastructuur de dienstverlening zichtbaar kan verbeteren, bij voorkeur daar waar het gaat om dienstverlening waarbij méér dan één overheidsorganisatie betrokken is.
Met het NUP brak een periode aan van relatieve rust waarin programmamanagers, projectleiders en (Egem-i) adviseurs, maar ook opdrachtgevers en bestuurders de verschillende onderdelen van het NUP, hun onderlinge samenhang en regisserende uitvoeringsorganisaties langzaam maar zeker leerden kennen en na verloop van tijd hier en daar zelfs leerden waarderen. Zo werd bijvoorbeeld het programma Antwoord stevig neergezet met boekjes, posters, een eigen huisstijl, website en community.
Maar nu is er een nieuwe tactiek bedacht om programmamanagers, projectleiders, (Egem-i) adviseurs, opdrachtgevers en bestuurders toch in verwarring te krijgen. Net nu we dreigden het te gaan begrijpen, worden stelselmatig alle namen veranderd. Dit begon nog voorzichtig met het samengaan van het Kenniscentrum en OverheidsDienstenPlatform in Renoir (april 2009). Maar in de afgelopen maanden hebben de naamswijzigingen zich in hoog tempo aangediend: DigiD voor bedrijven wordt eHerkenning voor bedrijven, Egem-i gaat op in KING, de programma's PIP/MijnOverheid.nl en Overheid heeft Antwoord gaan samen verder als e-Overheid voor Burgers, en de meest recente: GBO.overheid wordt Logius (met als reden: de naam GBO.Overheid voldeed niet meer, omdat deze niet onderscheidend was…). En in het kielzog van deze laatste naamswijziging: Overheidsservicebus (OSB) wordt Digikoppeling, Overheidstransactiepoort (OTP) en Procesinfrastructuur worden samen: Digipoort, Koppelnet Publieke Sector wordt Diginet (onder voorbehoud) en Terugmeldfaciliteit (TMF) wordt Digimelding.
Volg je het nog? Het doet me denken aan een oudejaarsstunt die we uithaalden in het dorp waar ik ben opgegroeid. Alle straatnaambordjes werden van de gevels of lichtmasten geschroefd en op een andere plaats teruggehangen. Voor de mensen uit het dorp zelf was dit geen probleem, die keken toch al nooit op die bordjes. Voor mensen van buiten het dorp was het veel lastiger. Die waren de weg kwijt (we leefden in de pre-navigatiesysteem-historie). Zo keerde de nieuwe postbode op zijn eerste werkdag onverrichter zake terug naar het postkantoor.
Waar het bedrijfsleven zich vaak in allerlei bochten wringt om naamswijzigingen juist te voorkomen, lijkt het alsof binnen de Rijksoverheid iedere (interne) reorganisatie moet leiden tot nieuwe namen van producten voor de (externe) klanten. De voortdurende naamswijzigingen bij de overheid brengen onnodige verwarring met zich mee en zijn daarmee contraproductief. Daarbij zijn de hoge kosten en desinvesteringen die ze met zich meebrengen, niet uit te leggen of te begrijpen in een tijd waarin juist door diezelfde Rijksoverheid forse bezuinigingen zijn afgekondigd. De tijd en energie die hieraan wordt besteed zou beter als extra middelen naar de gemeenten kunnen worden gesluisd. Bij gemeenten moeten immers de meest ingrijpende wijzigingen worden doorgevoerd naar aanleiding van in Den Haag bedachte plannen (waar ik overigens volledig achter sta), in een praktijk die nog immer weerbarstig is.
Dat zou pas logisch zijn.
Goed stukje! Je krijgt door dit soort acties inderdaad de indruk dat de landelijke overheid vooral met zichzelf en de eigen carriere bezig is in plaats van met het helpen van de gemeenten. En dan ook nog uitleggen waarom die naamsverandering zo goed is. Yuk!
Inderdaad. Had ik net met veel pijn en moeite wat draagvlak en naamsbekendheid bij mijn collega’s in gemeenteland gecreëerd voor deze trajecten, kan ik weer opnieuw beginnen. Ik heb moeite om de zingeving hiervan in te zien. Laat staan dat ik het kan uitleggen aan mijn collega’s.
Enige vasthoudendheid en koersvastheid vanuit de landelijke overheid zou welkom zijn!
Ha Tjerk,
De spijker op zijn kop, ik zou daar graag een keertje met je over willen verder praten en wat we hierin voor elkaar zouden kunnen betekenen.
Ik hoor graag van je…..
De alinea met de naamswijzigingen was zeer bruikbaar. Ik was op zoek naar de oude & nieuw naam van een bepaalde dienst en kwam, via Google, bij dit artikel terecht.
Mooi artikel Tjerk! Nu, een jaar later, zijn er vast wel weer een aantal naamswijzigingen toe te voegen.