Sociale software staat centraal in IBM's toekomstplannen voor zijn Lotus-software. De vernieuwingen komen beschikbaar via de zogeheten Lotus Livelabs. Het denkwerk achter de nieuwe functionaliteiten wordt onder meer gedaan bij IBM's Center for Social Software, dat wordt geleid door Irene Greif. Computable stelt haar acht vragen.
Hoe test u nieuwe ideeën?
Wij experimenteren veel binnen ons eigen bedrijf. IBM is een heel formeel bedrijf, erg gericht op processen. Bezoekers zijn dan ook zeer verrast dat onze chief information officer dit allemaal maar goed vindt.
Hoe begon het?
Het eerste experiment met sociale software was het delen van bookmarks. De vraag was of dat ook zou werken binnen een bedrijf, als je naam er bij staat. Het sloeg aan. Een volgende stap was het toekennen van steekwoorden aan informatie op ons intranet. Daar kwamen nieuwe dingen uit voort, zoals een applicatie die aan de hand van de maat van iemands foto liet zien hoeveel tags hij had toegevoegd. Hoe groter de foto, hoe meer tags. Aardig, maar dat hebben we niet verder ontwikkeld. Iemand anders bedacht dat je bij een zoekvraag op het intranet ook resultaten kon presenteren op basis van tags. De uitkomsten bleken vaak relevanter dan die waarmee onze zoekmachine op de proppen kwam. Die plugin hebben we gehouden.
Leidt al die sociale informatie niet juist tot extra infostress?
Als je het verkeerd gebruikt wel. De software moet de informatie slim filteren, waardoor alleen die informatie wordt getoond die op dat moment voor jou van belang is. Dus informatie over de mensen waar je het meeste contact mee hebt en over het belangrijkste project waaraan je werkt. De rest wordt naar de randen van het scherm geduwd, waardoor je het niet of nauwelijks ziet.
Vragen uw proefkonijnen weleens of iets weg mag?
Ja. Bijvoorbeeld een mogelijkheid om zelf avatars vorm te geven in virtuele vergaderkamers. Wij constateerden op basis van ervaringen in virtuele werelden dat een avatar mensen makkelijk met elkaar in gesprek brengt. Het was de bedoeling om zo op een ongedwongen manier het ijs te breken. Maar het bleek tijdens de vergadering te veel af te leiden. Die optie hebben wij dus geschrapt.
Hebben virtuele werelden eigenlijk wel iets blijvends opgeleverd?
Jawel, hoewel het succes afneemt met de zwaarte van een applicatie. Er is een 3D-versie van ons instant messaging product Sametime met daarin een hoekje waarin je kunt brainstormen met behulp van een soort post-its. Dat is populair.
Door de economische crisis wordt binnen IBM bijna niet meer gereisd en daardoor stijgt de vraag naar manieren om virtuele bijeenkomsten met collega's te houden. We testen nu een digitale variant op een zogeheten postersessie, waarbij iemand een verhaal vertelt aan de hand van één wat uitgebreidere sheet. Anderen staan daar virtueel omheen en kunnen via een audioverbinding reageren. Dat blijkt heel goed te werken.
Is er voor samenwerking zoiets als een piramide van Maslow?
Je bedoelt of er primaire behoeften zijn en behoeften die pas spelen als in de basisbehoeften is voorzien? Je zou denken dat ik dat na twintig jaar onderzoek zou moeten weten. Ik heb nooit over zo'n piramide nagedacht. Ik zou zeggen dat grofweg alles wat tijd-onafhankelijk is, essentieel is voor samenwerking. Dingen die tijdgebonden zijn, zoals een telefoongesprek of de mogelijkheid te chatten, zijn leuk om te hebben, maar niet onmisbaar.
Is er eigenlijk wel innovatie in e-mail mogelijk?
Mensen gebruiken e-mail op steeds andere manieren, bijvoorbeeld door zichzelf herinneringen te sturen. Maar de basis is vanaf het begin onveranderd gebleven. Langzaam aan krijgt e-mail meer mogelijkheden, zoals nu met het tijdens Lotusphere aangekondigde project Vulcan (zie kader). De ideeën die daarin worden uitgewerkt zijn niet nieuw. De meeste stonden al in een document dat ik acht jaar geleden heb gepresenteerd.
Er ontstaan wel nieuwe mogelijkheden door de opkomst van sociale software. Mensen raken eraan gewend om informatie te filteren. Ze worden er steeds handiger in om voor zichzelf te bepalen waaraan zij behoefte hebben.
Wat staat bovenaan uw eigen wensenlijstje?
Draadloze energie. Ik ben een kluns in het opladen van mijn mobiele apparaten, ik zit altijd zonder stroom. Als mijn man er niet aan zou denken mijn telefoon af en toe op te laden, zou hij mij nooit kunnen bellen. Draadloze energie wordt mijn redding.
Project Vulcan
Tijdens Lotusphere 2010 heeft IBM Project Vulcan aangekondigd, een blauwdruk voor de toekomst van samenwerkingssoftware. Voortbouwend op de investering in de Lotus-software, moet het project nieuwe toepassingen opleveren die gebruikers helpen bij het filteren van informatie waardoor zij betere beslissingen kunnen nemen.
De nieuw ontwikkelde software zal via losse koppelingen via open standaarden met bestaande onderdelen van het Lotus-platform samenwerken. Een voorbeeld van een nieuwe functionaliteit zou kunnen zijn dat de software helpt beoordelen aan welke medewerker een bepaalde taak het best kan worden gedelegeerd.
Irene Greif
Trad in 1987 in dienst bij Lotus en richtte in 1992 Lotus Research op, dat later opging in de IBM Research Division. Zij leidt binnen deze divisie het Center for Social Software. Eerder deed zij wetenschappelijk onderzoek naar manieren van samenwerking via software.