Aegon heeft besloten het rekencentrum in te besteden. Dat gebeurt vanuit strategische overwegingen. Het financieel concern wil om wereldwijd als één organisatie te opereren een uniforme infrastructuur met standaarddiensten. Dit kan alleen door het weer in huis te halen, stelt Fred Cazemier, directeur infrastructuur van de ict-divisie bij Aegon. Daarmee verwacht hij tevens efficiëntie- en kostenvoordelen te kunnen behalen.
Fred Cazemier, directeur infrastructuur van de ict-divisie bij Aegon, vertelt dat voor insourcing is gekozen vanuit strategische overwegingen. 'Aegon opereert in vele landen en het bestuur wil op alle fronten als wereldwijd opererend bedrijf kunnen optreden. Dat betekent dat ook de ondersteunende diensten overal op dezelfde manier moeten worden georganiseerd. Dat doen we al met asset management en dat staat ook te gebeuren met ict. Om dit mogelijk te maken moet er één uniforme infrastructuur met een standaarddienstverlening komen. Om dit te realiseren halen we de rekencentrumdiensten weer in huis.'
Bij dit besluit speelt mee dat de verschillende onderdelen van Aegon hun ict-beheer verschillend hebben ingericht. Aegon Nederland heeft bijvoorbeeld veel zaken uitbesteed, terwijl Groot-Brittannië dat ten delen heeft gedaan en de vestiging in de Verenigde Staten weer amper. Door delen inelkaar te schuiven en de infrastructuren naar elkaar te laten toegroeien verwacht Cazemier ook efficiëntievoordelen te kunnen behalen. 'Bovendien zijn eigen mensen goedkoper dan externen. Als de marge van de leverancier eraf gaat en de BTW ben je qua kosten toch zo'n 27 à 30 procent lager uit.'
Schotland
In de nieuwe constellatie vanaf juli 2011 zullen er twee grote rekencentra overblijven: een Amerikaanse en een Europese in Schotland. 'We hebben gekeken naar een aantal locaties voor het nieuwe rekencentrum, zoals in Hongarije waar Aegon ook actief is en in Leeuwarden. Daar staat nog een computercentrum waar HP ook gebruik van maakt. Maar dat is inmiddels zo'n dertig jaar oud en het zou teveel kosten om deze computerzaal te moderniseren.'
Het maakt volgens Cazemier tegenwoordig niet zoveel meer uit waar een datacentrum komt te staan. Al benadrukt hij dat er ook lokale rekenkracht nodig blijft. 'Tachtig procent van de computercapaciteit kan overal vandaan gehaald worden. Maar bij sommige zaken ontstaan er toch latency-problemen. Daarvoor heb je op de kantoren zelf nog wel apparatuur nodig. Maar het monitoren van het machinepark kan wel geheel op afstand worden uitgevoerd.'
Ander uitgangspunt
De directeur infrastructuur benadrukt dat niet tot insourcing is gekozen omdat Aegon ontevreden zou zijn over de geleverde diensten van HP. 'Dan zouden we het contract ook niet hebben verlengd.' Hij was tien jaar geleden ook al betrokken bij het toenmalige uitbestedingstraject van het beheer van de infrastructuur en de kantoorautomatisering van Aegon Nederland aan EDS (inmiddels opgegaan in HP). 'De uitgangssituatie was in die tijd anders. Aegon begon te groeien, het internet kwam op en we stuitten op schaalgrootteproblemen. In die tijd bestond ons platform voor 80 procent uit mainframes. We stonden voor de keuze om zelf te investeren in uitbreiding of te gaan samenwerken met een it-partner. Toen is voor outsourcing gekozen om de dienstverlening op peil te kunnen houden.' Ruim zestig automatiseerders stapten over naar EDS.
Outsourcen?
Het werkplekbeheer voor Aegon Nederland ligt ook in handen van HP. Cazemier kan nog niet zeggen of Aegon dit deel ook wil inbesteden. 'Dat is nog niet besloten'. Daarnaast heeft het financiële concern uitbestedingscontracten lopen voor applicatie-ontwikkeling en -beheer met partijen als HCL, Capgemini BAS, Logica en – recent – Mphasis. Bij Aegon zelf werken nog zo'n driehonderd ict'ers. Een aantal daarvan coördineert de contracten met ict-dienstverleners. De meesten zijn actief op het snijvlak van business en it, vertelt Cazemier. 'Die vertalen de ict-behoeften die er bestaan in de verschillende units in functionele eisen en een ontwerp. Dit deel zullen we nooit outsourcen. Die medewerkers beschikken over de noodzakelijke bedrijfskennis. Een pensioenapplicatie in Nederland is bijvoorbeeld anders dan die in de VS. Maar het daadwerkelijk ontwikkelen besteden we wel uit.'
De meest opgegeven reden voor outsourcing is juíst kostenbesparing en terug naar core-business. Het argument dat door insourcing kostenbesparing mogelijk is lijkt dan ook tegengesteld. Voor elke businesscase is wat te zeggen, maar het lijkt erop dat elke case ‘verkocht’ wordt met kostenbesparing.
Een andere grote verzekeraar heeft enkele jaren geleden juist ge-outsourced, en ook hierbij als argument: kostenbesparing.
De meeste outsourcing verhalen gaan over het outsourcen van ontwikkeling. Dat doet iedereen: tenslotte schrijft niemand zijn eigen Windows. De voordelen zijn duidelijk,
de investering in kennis om dat zelf te maken is gewoon te hoog.
De beslissing om beheertaken te outsourcen is anders en wordt gedaan op basis van een aanbieding die gebaseerd is op het principe minimale kosten door minimale inspanning, met minimale investering. Dat betekent wel dat bij inspanningen die het minimale overstijgen het standaard outsourcing contract niet kan worden gehanteerd, en serieuze tarieven moeten worden betaald, als de partij waarnaar geoutsourced is die inspanning al kan leveren.