Bij aanschaf van een nieuwe auto krijg je tot maximaal 1750 euro 'slooppremie' voor je gebruikte auto. Een zelfde soort regeling zou ook kunnen worden toegepast bij de ontmanteling en herinrichting van een datacenter.
Of de slooppremievoor auto's ecologisch zinvol is, zijn de deskundigen het nog niet eens. Dit is echter niet het geval bij het thema energie-efficiëntie in datacenters. De ict-technologie heeft in de afgelopen jaren reuzensprongen gemaakt. Een high-end server kan tegenwoordig diverse oudere apparaten vervangen en verbruikt nauwelijks meer energie dan zijn minder krachtige voorgangers. Uniforme methoden, normen en kengetallen om mogelijke besparingen te kunnen meten zijn echter nog schaars. Dit is een gemis, want exploitanten van datacenters moeten in de toekomst rekening houden met strengere wettelijke eisen. Bovendien geldt juist voor lange termijn projecten, zoals datacenter-optimalisatie het motto: wat niet kan worden gemeten, kan niet worden geoptimaliseerd.
EU-richtlijnen
Morele beroepen op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven zijn in de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden. Werd er voorheen een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van bedrijven, zo zullen er in de komende jaren waarschijnlijk stevigere argumenten te horen zijn, ook van de kant van de EU en de overheid. Dit gaat vooral op wanneer de vrijwillige inzet niet voldoende is.
De tendens die er is naar meer regulering wordt steeds meer zichtbaar in andere technologische sectoren. Een recent voorbeeld is de richtlijn Ecodesign (2005/32/EG) met vastgestelde verplichte minimumnormen, die onder andere gelden voor tl-buizen. Dit betekende het einde van de traditionele gloeilamp. De EU verwacht dat door deze richtlijn in 2020 in de gehele EU een energiebesparing van ongeveer 38 TWh bereikt wordt – wat gelijk staat aan ongeveer 17 miljoen ton kooldioxide – en dat is vergeleken met het bespaarpotentieel van datacenters een kleinigheid.
Op het gebied van datacenters zet de EU nog steeds in op zelfregulering. De EU heeft daartoe een vrijwillig initiatief in het leven geroepen voor bedrijven die hun energieverbruik in de datacenter willen verminderen. Het doel van deze EU Code of Conduct for Data Centres is het opzetten van een gestandaardiseerd systeem voor ‘groene' datacenteroptimalisatie, evenals een verzameling van actuele best practice voorbeelden. Het initiatief werd begin 2007 gelanceerd door het Joint Research Centre van de Europese Commissie. De European Code of Conduct for Data Centres begeleidt bedrijven bij het bereiken van hun doelen en op hun weg naar de verwezenlijking van een EU-conform datacenter.
Het ‘groene’ karakter
Ook Nederland kent een regeling voor het verhogen van energie efficiëntie, de Meer Jaren Afspraak (MJA-3) voor de ict-sector. De toetreder tot de MJA committeert zich om in 2020 een energie efficiëntie verbetering van 30 procent ten opzichte van 2005 te realiseren. Het gebrek aan een zogenaamde onafhankelijke prestatiemaat is ook in deze regeling een groot gemis.
Tot zover de theorie, maar veel belangrijker is erachter te komen hoe middelen en personeel in het datacenter optimaal ingezet kunnen worden. Zitten de energievreters verstopt in hard- en software, in de koeling of de stroomvoorziening en hoe houden ze verband met elkaar? Levert bijvoorbeeld het vervangen van een oudere server door een nieuw model altijd een energiebesparing op? Hoe kunnen energiedoelen eenduidig en haalbaar gedefinieerd worden?
In principe biedt de ict-industrie verschillende kengetallen die informatie moeten geven over energie-efficiëntie. Een voorbeeld hiervan is de Data Center Infrastructure Efficiency (DCiE). Men stelt deze vast door ict-gerelateerd energieverbruik te delen door het totale energieverbruik van het datacenter. Bij deze efficiëntiewaarde betekent 100 procent dat alle verbruikte energie in het datacenter wordt gebruikt door de ict-componenten in dat datacenter. Dit cijfer vormt een eerste oriëntatie, maar zegt niet of men het goed doet op het gebied van energie-efficiëntie.
Het ligt voor de hand dat te eenvoudige antwoorden op het gebied van optimalisatie simpelweg geen recht doen aan de complexiteit van datacenters. Moderne benaderingen worden dus niet uitgevoerd op enkele indicatoren, maar op een efficiëntieveld of efficiëntiekringloop.
Deze omvat drie niveaus: de datacenter infrastructuur (stroom, koeling, design), de ict-infrastructuur (rationalisatie, consolidatie, virtualisatie) evenals de beheerinfrastructuur (automatisering, optimalisatie, planning). Er is hiervoor een model ontwikkeld van 16 kpi's, welke worden weergegeven in een Radar Plot (zie figuur 1). Dit model is bij de Nederlandse regering, die momenteel op zoek is naar een geschikte prestatiemaat voor datacenters die de MJA-3 hebben ondertekend, als voorstel ingediend.
Conclusie
Uiteindelijk blijkt dat alleen door het totaalbeeld te bekijken, de volle omvang van de potentiële besparingen duidelijk wordt. Holistische ict-dienstverlening voor datacenter-efficiëntie bestaat daarom uit 3 tot 4 analysefasen met energiemetingen, individuele gesprekken en pre-inspecties ter plaatse. Tot besluit is er een 'roadmap to efficiency': een uitgebreid concept met aanbevelingen over hoe de klant met bestaande technologie een maximum aan kosten kan besparen, en welke acties nog nodig zijn.
Uit de praktijk blijkt dat het besparings potentieel vaak meer dan 20 procent bedraagt en gezien dit getal is denken over een milieupremie voor efficiënte datacenters zo gek nog niet.
Dirk Harryvan, cio Mansystems Nederland