Sinds jaar en dag zit menig ict-organisatie in de hoek waar de klappen vallen als er weer bezuinigd moet worden. Dit is niet alleen aan ict zelf te danken, maar in veel gevallen ook aan businessmanagers die nog zijn opgegroeid met de ponskaart en mentaal zijn blijven hangen bij de introductie van de mobiele telefoon. De stap naar internet en andere moderne mogelijkheden om ict in te zetten om de bedrijfsprocessen te transformeren, hebben ze nooit echt gemaakt.
Een persoonlijk anekdote is die van een cio die tijdens een vergadering van de raad van bestuur door de ceo erop werd aangesproken dat zijn e-mail het niet goed deed toen het agendapunt ict aan de orde kwam. Dit was bij een uitgever, maar bij andere organisaties kunnen businessmanagers er ook wat van. Zo denk ik persoonlijk dat de Free Record Shop over tien jaar niet meer bestaat. De toegevoegde waarde van de winkelketen weegt niet op tegen de additionele kosten ten opzichte van het internet. Mensen die muziek, films of spellen willen kopen, weten meestal precies welk product ze willen en kijken vervolgens alleen naar de prijs en levertijd. Daarnaast zullen fysieke gegevensdragers als dvd's verdwijnen, omdat steeds meer content direct via de tv benaderd kan worden. Proberen te differentiëren op kwaliteit of service met behulp van winkels wordt daardoor steeds lastiger.
Free Record Shop heeft weliswaar een internetshop, maar plaatst dat onderdeel los van de rest waardoor er eigenlijk twee businessmodellen naast elkaar draaien. Dit is voor mij een indicatie dat de raad van bestuur nog steeds worstelt met de omschakeling van ‘oude' naar ‘nieuwe' economie. Daarnaast hebben ze weliswaar recentelijk een aantal winkels overgenomen in België, maar voor de rest bestaat de strategie al jaren voornamelijk uit het snijden in de kosten. Op een bepaald moment is de hele organisatie weg bezuinigd en is er niets meer over. Dit terwijl er volgens mij nog genoeg ruimte is voor een speler op de Nederlandse markt die op innovatie wijze content en diensten aanbied via verschillende kanalen, maar daarvoor moet de ceo wel een halve cio zijn.
Naast businessmanagers die de potentiële toegevoegde waarde van ict niet goed op hun waarde inschatten, is de ict-organisatie zelf ook in hoge mate debet aan hun reputatie van ‘cost-center'. Van oudsher is ict namelijk de afdeling die de andere afdelingen helpt om kosten te besparen door het automatiseren van manuele activiteiten. Eenvoudige en repeterende activiteiten werden voortaan door computers gedaan wat ten koste ging van menig arbeidsplaats.
De associatie tussen ict en kostenbesparing is een reputatie die men niet eenvoudig kwijt raakt. Als gevolg wordt de ict-afdeling keer op keer besparingsdoelstellingen opgelegd die maar op twee manieren ingevuld kunnen worden.
De eerste manier is outsourcing. Door dezelfde activiteiten op grotere schaal uit te voeren dan een ict-afdeling zelf kan, is de leverancier in staat een lagere prijs in rekening te brengen. De leverancier kan de prijs daarnaast verder drukken door arbeidsplaatsen naar lagelonenlanden te verplaatsen. Schaalgrootte betekent echter ook standaardisatie, de tweede manier om kosten te besparen.
Bij ict gaat namelijk ook de '80/20-regel van Pareto' op; het merendeel van het ict-budget gaat op aan uitzonderingen. Door alleen standaarddiensten aan te bieden, kan de ict-manager aanzienlijk besparen op het budget en dat is de laatste jaren massaal gebeurd. Technologieën als SaaS, PaaS en andere vormen van cloud computing versnellen dit proces, omdat ze een ‘out-of-the-box' oplossing bieden die, vanuit technisch perspectief, eenvoudig te realiseren is.
Waar het in verschillende organisaties nu begint te kraken is de spiraal waar de ict-afdeling in terecht is gekomen: gezien worden als een kostenpost leidt tot het opleggen van besparingsdoelstellingen, leidt tot minder mogelijkheden om echt toegevoegde waarde te leveren, leidt tot gezien worden als kostenpost, etc. Kortom, zowel businessmanagers als ict-managers dienen nog meer naar elkaar toe te bewegen. De nieuwe generatie businessmanagers hebben van huis uit al meer begrip voor de mogelijkheden die ict biedt, maar de oude garde heeft nog regelmatig moeite met de snelheid waarmee technologie gevestigde bedrijfsmodellen overhoop halen. Aan de ict-manager om zich meer als een businessmanager te gedragen: minder technologie en veel meer vanuit een helder begrip van de wijze waarop de business geld verdient en kan verliezen, de business ondersteunen bij het inzetten van vernieuwingen op het gebied van ict.
Ik kan het verhaal wel beamen, bij ons in het (ICT)bedrijf zit een bijna bejaarde Amerikaanse business manager die denkt dat wij/onze klantrelaties in Nederland zijn Amerikaanse business model een op een willen overnemen ofwel One size fits all.
Hoe naief maar helaas hij wordt wel volledig gesteund door het Amerikaanse hoofdkantoor en gaat dus gewoon zijn gang. Ik vrees dat dit nog een tijdje gaat duren voordat het echt fout gaat, maar dan zijn onze problemen zo hoog geworden dat er weer xx reorganisaties nodig zijn om weer winstgevend te worden.
De stelling is misschien ook wel om te draaien. Zijn al die jonge honden niet de oorzaak van de problemen.
Komen ze niet met te nieuwe technieken die hun bestaansrecht nog niet bewezen hebben.
Verkoopt de jongere generatie niet meer dan ze waar kunnen maken?
Het zou interessant zijn als computable eens een overzicht kan maken van het aantal gefaalde projecten of budgetoverschrijdingen, afgezet tegen de tijd. Het zou me niet verbazen als de overschrijdingen de laatste 10 jaar alleen maar zijn toegenomen ten opzichte van het ponskaartentijdperk.
Leuk ouderwets verhaal. De kern van het verhaal had ook 30 jaar geleden geschreven kunnen worden.
Een heikel punt wordt weer omzeild, namelijk de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever voor de uitzonderingen op de standaarden.
De meeste ICT-managers willen graag zo veel als mogelijk standaarddiensten aanbieden en alleen bewezen technieken gebruiken. Dat maakt het beheer een stuk gemakkelijker en goedkoper. De gebruiker wil vaak maatwerk en soms ook snufjes hebben die zich nog niet bewezen hebben.
De lijnmanager heeft doorgaans veel moeite om daarbij niet alleen de keuze te maken of de afwijking van de standaard goed voor het bedrijf is, maar ook om voor die beslissing de financiële verantwoordelijkheid op zich te nemen.
Als het algemeen- en ICT-management het functioneel beheer een goede plaats geeft, dan kan dit gesteggel meestal voorkomen worden.
Dit verhaal illustreert mijn twijfels over het kostenbesparend effect van outsourcing. Vooral daar waar management aan het roer staat met te weinig inhoudelijke ICT kennis, heeft een leverancier vaak veel te veel ruimte om dingen niet te doen die eigenlijk wel beloofd zijn. Dat is het geval bij onder andere de overheid en bij andere organisaties waar ICT niet als core business wordt beschouwd. Het gevolg is (of was, want er wordt aan gewerkt) dat kennis verdwijnt en diensten door de afdeling Inkoop(!) worden ingekocht. De kloof tussen business en ICT is dan vaak te groot om tot zinnige en effectieve inzet van ICT te komen, laat staan om leveranciers voldoende te controleren op kwaliteit en performance. Die doen dus maar wat en verprutsen achter elkaar grote projecten of verdienen bakken met geld aan dienstverlening die eigenlijk nog veel goedkoper en efficiënter kan dan ze willen toegeven.
Wat mij in het artikel tegenstaat is de generaliserende toonzetting. Ik ben geneigd te zeggen dat hier een gestudeerde jonge hond spreekt die waarschijnlijk van mening is dat de oude garde sowieso heeft afgedaan. Ik lees tussen de regels door dat schrijver de neiging heeft te kiezen voor ICT (management) die bepaalt wat goed is voor de business. Als dat zo is heeft hij nog niets zinnigs geleerd. De enorme kostenposten die ICT met zich meebracht (en vaak nog meebrengt) kwamen in veel gevallen voort uit heit feit dat het zich steeds meer bemoeide met de core business (“wij weten wat goed is voor jullie”) in plaats van deze optimaal te ondersteunen (“wat hebben jullie nodig?”). Simpelweg luisteren naar wat men nodig heeft om het werk goed te doen, dit kritisch analyseren, eenduidig vastleggen en vervolgens (laten) ontwikkelen of inkopen en het geleverde goed toetsen aan de vastgelegde criteria is het devies. Dat levert geld op. De ICTer die snapt wat de business doet is juist in Nederland zijn opmars begonnen via het Functioneel Beheer, dat deze brugfunctie steeds beter vervult (zeker ook bij de overheid wordt hier hard aan gewerkt) en daarmee de luis in de pels is voor onder andere de leveranciers van outsourcing. Dus juist in Nederland is de business, via FB, steeds beter in gesprek met ICT. Ik hoop dat de heer Zielemans dit wel zo bedoelt, al komt het dan niet helemaal uit de verf.
@Hans Kroon: Mijn studententijd ligt alweer meer dan een decennium achter mij en nee, ik ben niet van mening dat de oude garde heeft afgedaan. Wat ik wel uit ervaring zie is dat sommige bestuurders die 20 jaar lang een organisatie geleid hebben die traditioneel een lage ict-graad heeft, moeite hebben met de snelheid waarmee de technologie volledige business modellen veranderd en marktaandeel verliezen aan concurrenten die hier beter mee omgaan. Daardoor lopen sommige organisaties die al vele tientallen jaren bestaan de kans om te verdwijnen terwijl dat niet nodig is (Bijv. Als Free Record Shop er vroeger bij was geweest hadden zij nu de positie die BOL.com nu heeft).
Wat volgens mij nodig is (zie laatste alinea) is dat business en ICT management nog verder naar elkaar toe bewegen. Minder (technologie) push vanuit IT en in plaats daarvan meer vanuit de essentie van de bedrijfsprocessen oplossingen bedenken (functioneel beheer+) samen met de business. Aan de business om minder te denken in gadgets en automatiseren, maar meer kijken hoe technologie kan helpen bij met realiseren van meer omzet en marge, nu en over tien jaar.
Business en IT moeten samen een optimale mix vinden tussen IT efficiency (standaardisatie/centralisatie) en toegevoegde waarde voor de business (nieuwe technologie; maatwerkoplossingen).
Dus volgens mij zijn we het wel eens met elkaar 😉