Frans Blankert, directeur van de Nederlandse storage dienstverlener E-Storage uit Nieuwegein, dat onlangs zijn tienjarig bestaan vierde, heeft een negental storage trends voor 2010 samengesteld. E-Storage is onder andere IBM-partner en levert complexe storage oplossingen aan grootzakelijke klanten uit het top-250 segment in Nederland.
Directeur Frans Blankert heeft een negental storage trends samengesteld waar eindgebruikers mee te maken krijgen in 2010:
1. Storage staat in het jaar 2010 naar mijn idee voor doelmatigheid en duurzaamheid. Het is wellicht niet bekend bij iedereen, maar anno 2009 wordt er wereldwijd en ieder dag weer, meer energie verbruikt door computers, storage en netwerken dan door vliegtuigen. Bovendien worden storage systemen niet goed benut en is het rendement vrij laag. E-Storage is als bedrijf actief als storage systems integrator en wij hebben bij klanten wel eens vast mogen stellen dat hun rendement minder is dan veertig procent. Dus: van iedere Euro die er geïnvesteerd wordt, is maar veertig cent daadwerkelijk renderend ingezet. Deze twee kernproblemen kunnen mijns inziens integraal worden aangepakt en levert een ict-organisatie direct een grote kostenbesparing op.
2. Een belangrijke trend is dat information life cycle Management (ilm) en de bijbehorende ‘storage tiering’ niet meer toereikend is voor grote ict-organisaties. Ilm is gebleken complex te zijn en er kunnen met deze beperkende visie slechts kleine besparingen op hardware worden gerealiseerd. Bovendien gaat het ‘grote geld’ met ilm naar de beheerstaak. Een van de nieuwe trends is mijns inziens ‘one size fits all’ en de storage grids zoals IBM’s XIV storage systeem passen hier perfect in. Deze nieuwe platformen bieden onder andere self healing en self tuning en zijn dus beheersextensief.
3. Storage virtualisatie is naar mijn mening nog steeds van belang: de logische loskoppeling van servers en storage apparatuur. Hiermee krijgen grote ict-gebruikers de controle over hun infrastructuur terug. Controle die nu veelal ligt bij hun leveranciers (vendor lock in), bij de gekozen werkmethoden (zoals offline migraties en backup processen) en de inrichting van systemen (lun’s, operating systems etc.) Met een gevirtualiseerde storage infrastructuur ontstaan er meer keuzes en zijn er minder afhankelijkheden. De kosten nemen hierdoor af en de ‘operational excellence’ van de datacenter-organisatie neemt toe.
4. Deduplicatie: het dedupliceren van data staat de laatste jaren flink in de belangstelling. De hoeveelheid informatie die bedrijven opslaan groeit exponentieel, maar tegelijkertijd is duidelijk dat er zich binnen die totale hoeveelheid vastgelegde informatie veel dubbelingen voordoen. Deduplicatie pakt dit rationeel aan en reduceert dubbelingen. Op die manier kan flink bespaard worden op de totale hoeveelheid opslagcapaciteit. Dat is niet alleen prettig in verband met de aan te schaffen hoeveelheid storage, maar helpt ook om uit de voeten te kunnen met almaar kleiner worden backup-vensters.
5. Thin provision: het vergroten en verkleinen van de aan een applicatie toegekende storage LUN is nog steeds geen eenvoudige zaak. Zo kan de bovenliggende applicatie met het verkleinen van LUN’s vaak niet overweg en als het echt tegenzit dient de storage beheerder zelf een nieuw volume toe te kennen en zal de data van de oude LUN moeten worden gemigreerd. In de praktijk worden er dus "ruime" LUN’s gealloceerd die niet worden verkleind, met als gevolg een lage bezetting op het storage systeem. Thin provisioning biedt hiervoor soelaas.
6. Datamigratie-projecten: Het verhuizen van data blijft moeilijker dan je denkt. Dit blijft een belangrijk aandachtspunt voor ieder bedrijf. Elk bedrijf verhuist zijn data namelijk om de drie tot vijf jaar. Het verhuizen van data naar een nieuwe infrastructuur vraag om een grondige aanpak. Om een succesvolle datamigratie uit te voeren is expertise en ervaring een must. De omstandigheden waaronder deze migratie moet plaatsvinden zijn voor elk bedrijf anders, maar vaak gaat het "normale" werk gewoon door. Klanten zijn het beste af als je ze helpt door voor een afgesproken termijn en een vaste prijs voor hen te migreren.
7. Cloud storage: de komst van cloud storage is een belangrijke ontwikkeling. Cloud storage is mogelijk door de consolidatie van data-opslag in storagenetwerken en het koppelen aan andere netwerken. Storage dienstverleners kunnen daarvoor diensten aanbieden, zoals online backup. De vraag is of je dit aanbiedt vanuit een private cloud (binnen de datacenter) of de public cloud, waar de juridische aspecten nog niet heel goed zijn geregeld. E-Storage biedt om die reden cloud storage vanuit de private cloud.
8. Unstructured data blijft in 2010 naar mijn mening een belangrijk aandachtsgebied. De ongecontroleerde groei van deze "platte bestanden"op zowel centrale en decentrale servers brengt grote kosten met zich mee. Deze data heeft vaak geen eigenaar, geen goede logische naamconventie, een onbekende content en het is bovendien niet duidelijk wat er op termijn met het bestand moet gebeuren. Vernietigen of bewaren dat is telkens de vraag en een goed beheer is hierdoor haast onmogelijk. Voor dit soort hedendaagse vraagstukken zijn er nieuwe applicaties ontwikkeld die gebruik maken van Content Adressed Storage: de platte bestanden worden verrijkt met meta informatie op basis waar van het CAS systeem kan bepalen wat te doen: policy based storage management.
9. Storage markt: In 2010 zal er in de markt een scheiding van het kaf en koren plaatsvinden. De snelle jongens die voor snelle deals gaan zullen hun reputatie tegen zich gekeerd krijgen in een markt waar veel zorgvuldiger met geld omgegaan wordt. Rendement verhogen bij een klant vergt kennis en ervaring van storage integratie. Testen van configuraties en het inbedden van een aanschaf in een toekomstgerichte roadmap, zaken waar we al jaren mee bezig zijn, zullen steeds belangrijker worden.
Over-provisioning, applicatie groei en het traditionele silo ontwerp heeft afgelopen decennia een proliferatie van resources betekend. Niet alleen servers, storage maar ook netwerkresources worden voor een gering percentage kosteneffectief aangewend.
Vanwege bedrijfszekerheid en gevoeligheid van data werd traditioneel gekozen voor een silo ontwerp waarbij opslagcapaciteit altijd verbonden werd aan een specifieke applicatie en gebruikersgroep. Als we kijken naar storage en servers is de overprovisioning altijd groot geweest omdat het vergroten van een LUN of het bijplaatsen cq. verhuizen van servers voor een specifieke applicatie of gebruikersgroep vaak downtime betekende.
Veel bedrijven zijn reeds begonnen met het aanwenden van onbenutte capaciteit door te breken met het sterk verouderde silo ontwerp. De meeste bedrijven hebben de afgelopen jaren hun eerste stappen gemaakt en de server capaciteit in een netwerk geplaatst waardoor er een grote pool van rekenkracht is gecre?erd. Bedrijven hebben nu een x percentage servers voor een x percentage gevirtualiseerd, waardoor rekenkracht on the fly toegewezen kan worden aan verschillende applicaties. Dit heeft niet alleen een einde gemaakt aan over-provisioning maar biedt ook nieuwe mogelijkheden om de beheersbaarheid, beschikbaarheid en gebruikerservaring sterk te verbeteren. Met de Nexus serie en UCS liggen hier voor het komende jaar weer nieuwe kansen om een nog groter percentage servers te virtualiseren en een einde te maken aan de remmende werking van het te kort aan memory en I/O resources.
Storage is echter het duurste onderdeel in het data center. Ook dit kan men optimaliseren door deze in een netwerk te plaatsen van Cisco en gebruik te maken van virtualisatie technieken zoals VMware deze biedt. Innovatieve technieken zoals we deze zien in de Cisco MDS platformen plaatsen de storage resources in een intelligent netwerk waardoor applicaties en gebruikersgroepen gebruik kunnen maken van de totale opslagcapaciteit. Door gebruik te maken van deze innovatieve technieken kunnen zaken als veiligheid, beschikbaarheid en integriteit van data worden gegarandeerd aan verschillende gebruikers en toch afscheid worden genomen van de traditionele ineffici?nte silo ontwerpen.
Door een dergelijk netwerk wordt het zelfs mogelijk datacenters op afstand met elkaar synchroon te houden en een back-up te maken zonder bijvoorbeeld servers overbodig te belasten.
De efficiency slag die er vandaag in datacenters kan worden gemaakt is enorm.
Naast de afwending van kapitale investeringen in bijvoorbeeld servers of disks wordt er een enorme efficiency op de overige kostenposten in het data center behaald. De energiekosten om het data center in de lucht te houden en apparatuur te koelen is tegenwoordig zo groot aan het worden dat deze voor ongeveer 35 tot 55 procent verantwoordelijk is voor de totale kosten van het data center. Naast besparingen op energie zijn de besparingen op beheersbaarheid voor veel bedrijven ongekend groot.