Nu nog is het mensenwerk, maar de komende jaren zullen geautomatiseerde systemen steeds meer hersendiagnoses stellen. Ook kunnen we dan het brein beter bewaken in kritieke situaties, in de operatiekamer of intensive care. Dat vermoedt Michel van Putten, die op donderdag 10 december 2009 zijn inauguratierede hield als hoogleraar Klinische Neurofysiologie aan het instituut Mira van TU Twente.
Van Putten is neuroloog/klinisch neurofysioloog aan het Medisch Spectrum Twente. Hij richt zich op de diagnostiek en therapie van epilepsie, beroerte en chronische pijn. Bij deze aandoeningen is het elektro-encefalogram (EEG) een belangrijk 'meetinstrument'. Alleen al in Nederland worden per jaar ruim 200.000 EEG's gemaakt en door medisch personeel beoordeeld.
Bij deze EEG-monitoring krijgt de arts steeds meer ondersteuning van geautomatiseerde systemen, zegt Van Putten. Dat kan dankzij de toenemende technische mogelijkheden tot digitalisering, modelvorming en simulatie. Op termijn nemen computermodellen de eindbeoordeling van de arts wellicht helemaal over. 'Dit maakt veel langduriger EEG-metingen mogelijk, tot een duur van enkele dagen. Het geavanceerde systeem zal niet alleen de diagnostiek van epilepsie, maar de algehele bewaking van de hersenfunctie op de intensive care verbeteren.'
Patiënten op de operatietafel of in de intensive care lopen het risico op hersenbeschadiging, vooral door problemen met de doorbloeding of epileptische activiteit. Dit wordt niet altijd tijdig onderkend, aldus Van Putten. 'Het EEG is zeer geschikt om de hersenfunctie te monitoren, maar als het medisch personeel dit op de klassieke wijze moet interpreteren, is het bijna ondoenlijk. Zeker als de metingen dagenlang duren, tijd die ook nog eens afgaat van andere zorgverlening, biedt de ondersteuning van nieuwe computermodellen uitkomst.'
Simulatie en modelvorming
Voor EEG-bewaking heeft Van Putten verschillende kwantitatieve EEG-technieken ontwikkeld, waaronder de Brain Symmetry Index (BSI). Hiermee wordt de essentie uit een EEG gehaald en omgezet naar een duidelijk signaal en zelfs naar geschreven tekst. Een eerste prototype wordt al op de intensive care geëvalueerd. Doorontwikkeling van deze techniek gebeurt in nauwe samenwerking met het Medisch Spectrum Twente en het UMC Nijmegen.
Naast EEG-bewaking onderzoekt Van Putten twee andere methoden: simulatie en modelvorming. 'Beide zijn voor de ontwikkeling van nieuwe behandelmethoden van groot belang. Zoals de chirurg nu al op een virtuele patiënt kan beoefenen, gaan wij ook in de neurologie de behandeling van een aantal aandoeningen eerst simuleren in een patiëntspecifiek model.'
'Neem epilepsie', vervolgt de neurofysioloog. Het percentage patiënten dat niet goed met medicatie valt te behandelen is al tientallen jaren constant, ongeveer 25 procent. En bij deze patiënten valt momenteel vaak niet goed te voorspellen óf en hoe ze op anti-epileptica reageren. De behandeleffecten zijn hierdoor moeilijk te evalueren. Met simulatie en modelvorming lukt dat beter.'