Moet een hbo (ict-)student leren hoe je een ict-beheerorganisatie inricht en moet hij na de opleiding in staat zijn de ict-organisatie kunnen besturen? Of moet de nadruk liggen op opdrachtgeverschap, zodat regievoering over een ict-dienstverlener goed gebeurt?
Ik heb de afgelopen drie jaar lesgeven op diverse hogescholen en ik zie ik het volgende bij de opleidingen ontstaan waar ik een aantal lessen gaf op het vlak van ict-beheer. Aan de ene kant richt de studie Bedrijfskundige Informatica zich op het snijvlak van business en ict. In deze studie komen de managementfacetten van een ict-organisatie aan bod, zoals projectmanagement en servicemanagement. Er wordt uiteraard ook veel aandacht gegeven aan requirements management en (acceptatie)testen, een facet in het werkveld waar een afgestudeerde Bedrijfskundige Informatica-student zal gaan opereren.
Aan de andere kant richten de meer technische studies, zoals Informatica en Technisch Informatica, zich meer op ITIL, de internationale best practice die bij elke professionele organisatie wordt gehanteerd voor technisch beheer. Binnen de applicatiebeheerorganisaties zie je echter ook dat ITIL nog geen plaats heeft hoeven maken voor een volledig op ASL gebaseerde aansturing. Dit komt mede door de samenwerking van technisch en applicatiebeheer bij het doorvoeren van functionele releases en patches. Tijdens deze processen is de samenwerking tussen applicatiebeheerders en systeembeheerders van groot belang en wordt dit vaak geborgd door een integrale change manager die dit proces eenduidig inricht voor alle wijzigingen binnen zijn verantwoordelijkheid. De basis hiervan ligt al jaren vast volgens ITIL.
De Bedrijfskundige Informatica-student geeft als feedback dat ITIL te inhoudelijk ingaat op de ict-organisatie, iets waar deze student juist niet voor gekozen heeft. De processen die wat minder concreet zijn, zoals bijvoorbeeld capacity en availability management, worden vaak genegeerd omdat de student denkt dat 'hij hier toch niet mee te maken krijgt'.
De informaticastudent zal theoretisch wel na afronding van zijn studie binnen een ict-organisatie terecht komen. Als voorbeeld, een hedendaagse informaticastudent zit fulltime achter een laptop en is met name gericht op het ontwikkelen van applicaties. Het beheren van applicaties is iets waar een informaticastudent zich bij voorkeur niet op wil gaan richten. Tijdens de colleges ITIL en ASL is het dan ook de uitdaging de student te prikkelen procesmatig te denken. De truc is om met praktijkvoorbeelden het belang van gecontroleerd doorvoeren van wijzigingen en centraal registreren van verstoringen duidelijk te maken.
De kloof die zal ontstaan als deze trend zich voortzet, is een opdrachtgever die vanuit zijn studie weet hoe hij ict-organisaties procesmatig moet runnen. De kennis met betrekking tot regievoering ontbreekt echter omdat hier in de opleiding niet genoeg aandacht in is gegeven. Gevolg zal zijn dat bij organisaties waar ict uitbesteed is, de cruciale rol van goed opdrachtgeverschap onder de maat is.
De mensen aan de andere kant van de SLA, de ict'ers, moeten juist die procesmatige instelling hebben, gecombineerd met de inhoudelijke vaardigheden van een applicatie of technisch beheerder. Vanuit het feit dat deze oud-informaticastudenten gemiddeld gezien geen interesse hebben in procesmatig werken, en daardoor in stages en afstuderen dit ook niet toepassen, zal een lacune ontstaan die door een werkgever ad hoc met training en bewustwordingsessies ingevuld moet gaan worden.