Bij bijna elke nieuwe pc wordt een operating system (OS) geleverd. Veel gebruikers en dienstverleners nemen zo'n besturingssysteem als standaard 'platform' en zo als uitgangspunt. Met wat maatwerk kan de performance verbeteren. Door lagere belasting op de machine is dat ook nog eens goed voor het milieu.
Besturingssystemen of operating systems worden vaak gebruikt zoals ze geleverd zijn. Dat is jammer, want de standaardversies kunnen een stuk slanker. Dat maakt de pc of server in kwestie sneller, het spaart stroom en is zo voor kosten en milieu een prachtige kans. In dit opiniestuk zal ik dat nader toelichten en voor Windows-gebruikers een kleine, maar niet uitsluitende suggestie doen.
Binnen de huidige besturingssystemen is voor aansluiting op de apparatuur al heel wat maatwerk ingebouwd. De meeste hardwaredrivers worden bijvoorbeeld bij installatie automatisch opgezocht en geselecteerd. Opties op softwareniveau zijn bij de meeste Linux-, Unix- en Netware-installaties reeds te kiezen, bij Windows- en Mac OS-varianten kan dat alleen met wat kunst- en vliegwerk achteraf. Zo heeft bijvoorbeeld de HCC een poos geleden een succesvolle actie gehouden om onnodige onderdelen van geïnstalleerde Windows-pc's weer uit te schakelen. In alle gevallen is wat meer dan doorsnee gebruikerskennis nodig om de juiste keuzes te maken en handelingen te verrichten.
Door de standaardisatie van bestandsformaten en door de komst van functionaliteit die via internetbrowsers wordt aangeboden, zijn gebruikers niet meer strikt gebonden aan een standaard operating system. Hoe meer de betreffende computer gebruikt wordt voor toegang tot extern aangeboden functies, hoe minder zwaar het OS hoeft te zijn. Dat betekent dat als je de pc als basis voor internet gebruikt en verder je werk via de 'cloud' (ik spreek bij voorkeur van een 'clear' en werk liever niet in de wolken) doet, het operating system dus zou moeten kunnen worden teruggebracht tot de basisnoodzaak of op z'n Engels de 'bare necessities'. Eigenlijk is dit ook het geval bij thin clients: een prima voorbeeld van economisch omgaan met energie.
Microsoft heeft bij de introductie van Windows 7 al een soort voorselectie gemaakt in de versies zoals de klant die zal gebruiken: een standaard 'basis' versie, één voor thuis, één voor ontwikkelaars en één met alles erop en eraan. Dus wie niet al te hoge eisen stelt, helpt zichzelf met een basisversie die hij/zij met 3rd party-applicaties verder kan aankleden. Bij Linux- en Unix-varianten is het gemakkelijker om met een standaardversie te beginnen en voor de installatie de ongewenste functies en pakketten ongeïnstalleerd te laten. Dat vergt, net als bij Windows, toch nogal wat technische kennis.
Ook voor dienstverleners (hosting providers) die machineruimte aanbieden, al of niet virtueel, levert het 'uitkleden' van besturingssystemen winst. Elke softwaremodule tikt daar immers mee en slurpt energie. Hier geldt ook nog eens de wet van de grote aantallen (veel machines, hoge bezettingsgraad). Gaat het niet om de performance, dan is het voor deze partijen nog steeds een kosten-, stroomcapaciteit- en koeling afweging. Het heeft dus ook daar zin om het OS tot de 'bare necessities' te beperken.Hetzelfde zullen softwareleveranciers (moeten) doen als zij een OS met hun applicatie samen 'verpakken' tot een geïntegreerde appliance. Helaas zou hier de toerekening van kosten van investeringen en opbrengsten door besparingen, nog wel eens een probleem kunnen zijn.
Ook voor de eindgebruiker aan zijn/haar pc zijn er genoeg redenen om na te gaan of hij/zij nu alles wat er wordt geïnstalleerd wel écht nodig heeft. Er draaien vaak services mee die zelden of nooit worden aangesproken: wel kosten ze energie, gaan ze ten koste van prestaties, soms zelfs van veiligheid. Niet alleen vanwege de disk- en geheugenruimte die ze innemen, maar de steeds grotere fragmentatie op de harde schijf, door intensief gebruik daarvan, ook door 'nutteloze' software en onderdelen. Voor Windows-machines komt daarbij dat de kans op fouten in het register ook een afweging kan zijn.
Er is dus reden genoeg om in het OS secuur te zoeken naar functies die uit te schakelen zijn. De vereiste basiskennis voor huis, tuinen keuken pc's is op internet vrij makkelijk te vinden: een aardige (freeware) tool hiervoor is te vinden op www.nliteos.com; over het gebruik ervan is het nodige aanwezig op http://lifehacker.com/374376/trim-down-windows-to-the-bare-essentials. Andere oplossingen voor het Windows-platform zijn het uitschakelen van opstartopties via Ccleaner (gratis: www.ccleaner.com) of door middel van Software explorer (onderdeel van Windows Defender, een gratis tool van Microsoft).
Zo makkelijk als voor een doorsnee thuis/werk pc-gebruikers zal het voor professionele server- en systeembeheerders niet zijn, maar gelukkig kunnen die gebruikmaken van interne en externe deskundigen. De vraag blijft waarom de bouwers en leveranciers van OS'en, en dan met name Microsoft, zelf zo weinig economisch met de resources omspringen. Je zou immers verwachten dat juist de OS-leveranciers de meeste kennis hebben om een gestroomlijnd OS in te richten. Misschien dat hier de genoemde kostentoerekening een rol in speelt. Op het eerste gezicht lijkt het wel economisch zinvol om met een standaard installatie een zo breed mogelijke markt te kunnen bedienen. Alleen al om milieuredenen ligt het voor de hand door de gebruiker een aantal slimme vragen te stellen voor installatie (zoals Nliteos doet, of zelfs beter) een voor de gebruiker perfect op maat gemaakte installatie mogelijk is.
Zouden de leveranciers meer statistiek verzamelen over het werkelijke gebruik van alle in OS'en ingebouwde modules gaan verzamelen, dan zou de standaard installatie hoogstwaarschijnlijk nog wel specifieker en meer 'lean' kunnen. Te verwachten is dan dat in de toekomst het installeren van het OS nog meer modulematig en op basis van een gebruiksprofiel mogelijk gaat worden. Op lange termijn zullen OS'en daardoor flexibeler worden en een steeds meer op gebruiksprofiel gebaseerd, dan op hardware- en softwarekeuze gebaseerd installatieprofiel krijgen. Tot die tijd moeten we het zelf maar regelen.
Deze bijdrage kwam mede tot stand door feedback van collega-expert Bart Muijzer van Sun Microsystems.