Het afgelopen jaar zijn er bij bedrijven en overheden opvallend veel nieuwe cio's benoemd. Een verschuiving is gaande. De fabrieksoppasser maakt plaats voor een it-directeur met een bestuurskundige, open blik die de toegevoegde waarde van ict voor de business kan uitleggen. Stilletjes aan neemt de lichting 'cio oude stijl' afscheid; een jongere generatie staat klaar om de fakkel over te nemen.
De titel chief information officer (cio) is bedacht in de Verenigde Staten om de hoogste manager aan te duiden die zich met informatiestrategie bezighoudt, zegt Tjibbe van der Zeeuw, managing partner van strategie-, implementatie- en wervingsbureau Qhuba. 'De laatste tijd is er discussie ontstaan over de invulling van de post. De afkorting CIO wordt nog wel eens spottend uitgelegd als Career Is Over: de eindpost voor een ict-manager.'
Dat komt, stelt Bart de Ruijter, chief executive officer (ceo) van Metri (Benchmark, Sourcing en Governance), omdat rol van cio binnen bedrijven verschillend wordt ingevuld. 'Bij het ene bedrijf is de cio de man of vrouw die verantwoordelijk is voor ict en het behalen van de service levels. Bij het andere bedrijf is het degene die de strategie uitzet op het gebied van informatisering en de mogelijkheden van ict vertaalt naar kansen op de markt en het concurrerend vermogen.'
Fabrieksoppasser
Van der Zeeuw van Qhubba merkt dat organisaties tegenwoordig minder behoefte hebben aan een ict-fabrieksoppasser op managementniveau. Zij zoeken iemand die de ict-operatie ontstijgt en op een hoger niveau mee kan praten over marktontwikkelingen en de ondersteunende rol die ict hierbij kan spelen. 'Het nieuwe profiel is een jonge veertiger, met internationale en bestuurskundige ervaring en ondernemerschap. En die nieuwe lichting staat ook klaar. Er is een wisseling van de wacht gaande rond cio-posities.'
De Qhubba-partner waarschuwt directies wel dat ze er rekening mee moeten houden dat een nieuwe cio na een paar jaar wat anders wil. Dat perspectief moet hen wel worden geboden. 'De samenleving is veranderd: veel mensen willen niet altijd meer jarenlang op één post werken of een baan voor het leven bij één firma hebben. De jonge garde zoekt een andere balans en wil bijvoorbeeld na een cio-functie een andere managementpost. Zo zullen er ook vaker cio's worden benoemd die van buiten de ict-sector komen.'
Stekkers
De Ruijter merkt dat de lichting 'cio's oude stijl' aan het verdwijnen is. Dat zijn de managers die vooral het rekencentrum beheren. Hij verwacht dat hun opvolgers meer smoel geven aan de invulling van de cio-rol. In zijn ogen is een cio een informatiespecialist die zijn raad van bestuur adviseert over beleidsstrategie en het gebruik van ict. Daaronder staat dan een ict-manager die de uitvoerende taken op zich neemt. 'De operatie – vraag/aanbod, applicaties en stekkers – zou moeten kunnen draaien zonder een cio. Dat moet een aparte functie zijn die dicht tegen de directie aanschurkt of, zoals bij sommige grote organisaties al het geval is, deel uitmaakt van het directieteam.'
De Metri-ceo bespeurt zelfs een beginnende internationaliseringtrend bij grote concerns: bij ING en Heineken werkt respectievelijk een Amerikaan (Steve Van Wyk) en een Brit (Peter Brickley) als groeps-cio en bij Akzo Nobel (Pieter Schoehuis) en Pearl (Gerben Otter) werken Nederlanders met ruime ervaring in het buitenland. Van der Zeeuw van Qhubba is hier nog niet van overtuigd dat; volgens hem is het vooralsnog toeval. Philips daarentegen heeft alweer enige tijd een Nederlandse cio (Maarten de Vries), na een Duitser aan het roer gehad te hebben.
Verdwijnen
Volgens De Ruijter is de houdbaarheid van een ict-directeur gemiddeld een jaar of vier. In de Verenigde Staten is dat minder, zodat de kans om een verandering teweeg te brengen geringer is. Voor oudere cio's die vertrekken wordt het moeilijk om een nieuwe baan te vinden. Hen zie je veel terug in het interimcircuit. Het brengt hem bij de bespiegeling dat de functie over twintig, dertig jaar wel eens verdwenen kan zijn. 'Stel dat de voorspelling van ict als nutsvoorziening uitkomt. Dan verdwijnen de automatiseringsafdelingen bij organisaties en is er alleen nog contact tussen de facilitaire dienst en een ict-specialist. Want wie heeft er tegenwoordig nog een aparte energie-afdeling of energiechef in huis?'
Overheid en overzicht
Bij de overheid is sprake van een cio-hausse. Met name binnen de rijksoverheid, een uitvloeisel van het besluit van minister Guusje ter Horst van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Zij wil om meer grip te krijgen op de automatisering bij de overheid dat elk ministerie een cio heeft. Uit een inventarisatie van vakblad Digitaal Bestuur bleek dat alleen het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport deze functie nog niet heeft ingericht. Verder valt op dat het in een aantal gevallen gaat om een deeltaak van een topambtenaar, bijvoorbeeld een (plaatsvervangend) secretaris-generaal of een directeur bedrijfsvoering. Volgens een woordvoerder van BZK gaat het om het toewijzen van de rol van cio, en niet zozeer om het benoemen van posten. Na de inventarisatie van Digitaal Bestuur zijn er inmiddels al wel weer wijzigingen geweest, zoals bij de ministeries OCW en Defensie.
Op lokaal niveau is bij de grote steden het begin van een inhaalslag te zien. Amsterdam en Rotterdam hebben inmiddels ict-directeuren en naar verwachting zullen andere 100.000+-gemeenten volgen.