Niemand kan nog ontkennen dat open source-software zich definitief heeft gevestigd. Werner Knoblich, VP van Red Hat drukte dat op 17 november jl. op de Open Source Conference in de Amsterdam Arena als volgt uit: 'De trein heeft het station verlaten. De vraag is hoe hard deze doordendert, wie in staat is aan te klampen en wie er verloren achterblijft.' Evengoed: open source-software is simpelweg een mogelijke smaak voor een organisatorische uitdaging naast gesloten alternatieven. Wanneer open source-software serieus wordt overwogen, dan dienen de volgende vijf punten in de business case te worden meegewogen.
1. Kennis beheerafdeling
De kennis van de beheerafdeling is volledig ingericht op het technische platform van het huidige applicatielandschap. Als de server op Microsoft draait en de meest applicaties Office-gerelateerde applicaties zijn, dan zal de beheerafdeling een stap naar Linux en webbased applicaties niet met open armen ontvangen. Beheer is geënt op stabiliteit. Vernieuwingen leiden tot onrust en verstoring van KPI's die worden gehanteerd om de kwaliteit van de afdeling te meten. Om de strategische stap naar open source te maken, dient de directie bereid te zijn te investeren in scholing van beheerders. Alternatief voor scholing is hosting door een externe partij. Dit kan grote kwaliteits- en kostenvoordelen met zich meebrengen. Wel dient er een oplossing te worden gevonden voor de overcapaciteit die kan ontstaan op de eigen beheerafdeling.
2. Professionele dienstverlening
Er zijn twee soorten software: goede en slechte. Dit geldt voor gesloten en open software. Wat dat betreft is open source geen heilige graal. Wat evenzo belangrijk als de kwaliteit van de software is, is de kwaliteit van dienstverlening achter de software. Zo zal een organisatie zich bij de implementatie van crm-, bpm- en erp-applicaties zich willen laten ondersteunen door consultants met proceskennis en niet louter door beheerder en programmeurs. Ook dient er een centraal registratiepunt voor bugs te zijn met een serieuze helpdesk die werkt op basis van SLA-doelstellingen. Een veiligheidsbug in een webbased applicatie die niet serieus wordt geaddresseerd door een softwareleverancier is niet acceptabel. Zoek bij de softwarekeuze naar een ‘throat-to-choke': aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van een duidelijk herkenbare partij.
3. Integratie met andere open source-producten
Een graadmeter van de volwassenheid van een open source-product is de beschikbaarheid van standaard integratiemogelijkheden met andere open source-applicaties: SugarCRM kan eenvoudig geïntegreerd worden met Magento (e-commerce). Openbravo ERP kent standaard integratiemogelijkheden met Pentaho (BI) en ProcessMaker (bpm). Het is een teken dat de applicaties al enige tijd serieuze mededingers zijn.
4. Webbased architecture
Richard Stallman heeft zo zijn bedenkingen over de cloud, maar we gaan met zijn allen naar webbased applicaties. Ook in de gaming-industrie schat men in dat er over tien jaar nog weinig distributie via fysieke media plaatsvindt, ofwel netwerkdistributie. Een organisatie die nu al de keuze heeft om ervaring op te doen met software gebaseerd op webbased architectuur doet straks de concurrentie stof happen. Let ook hier op het onderscheid tussen applicaties die volledig in een browser draaien en dus echt webbased zijn of traditionele aplicaties die benaderbaar zijn via een browser. Deze laatste categorie bieden wel meer flexibiliteit dan applicaties die helemaal niet via een browser te benaderen zijn, maar zijn technologisch niet meer dan een tussenoplossing in de richting naar netgwerkgedreven landschappen.
5. Licentie
In een eerder opinie heb ik verschillende open source-licentievormen al in een notendop geduid. Het is belangrijk dat je als afnemer je rechten en plichten kent ten aanzien van open source-software. Voor de gemiddelde afnemer/gebruiker van open source-software zal deze nieuwe licentievorm alleen maar tot meer vrijheid en het voordeel van gebrek aan licentiekosten leiden. Afnemers die extensies aan de software gaan toevoegen dienen zich bij bepaalde licentievormen (bijvoorbeeld GPL) te realiseren dat deze extensie onder dezelfde licentie kan vallen. Dit kan een beperkende factor worden in geval de afnemer de applicatie wenst door te verkopen. In dat geval is de software na eerste verkoop ook vrij beschikbaar voor derden.
Ik heb twee opmerking bij dit artikel:
1). De punten die zijn genoemd gelden net zo goed voor closed source (proprietary) software. Ook daar moet je letten op kennis, dienstverlening, integratie en licentie (er zijn tallozo licentievormen voor proprietary software waarvan sommige gratis zijn).
2). Waarom zouden organisaties specifiek op webbased architecture moeten richten voor open source; wat heeft webbased architectuur te maken met een business case voor open source software in het bijzonder? Webbased in de vorm van een public cloud of private cloud?
@Mike
1) Tijdens de open source conference bleek maar weer eens dat het stigma open source betekent gratis weelderig tierde in het publiek . Mijn artikel is deels ge�nspireerd op die constatering en kan in die context gelezen worden.
2) Juist veel open source applicaties zijn volledig web-based. Het is jammer als een organisatie in onwetendheid van de technologische ontwikkelingen, en door velen gedeelde visie, net voor een applicatie kiest die niet web-based is. Public of private cloud is in mijn ogen niet relevant voor het punt dat ik maak. Maar wellicht kun je een tegen-artikel weiden over de relevantie hiervan.
1). Maar wat maken jouw richtingaanwijzers zo specifiek voor open source?
2). Mee eens dat veel open source applicaties web-based zijn, maar steeds meer closed source applicaties zijn ook web-based (of zijn in verschillende varianten/gradaties te krijgen). Ook hier is het punt niet specifiek voor open source.
@Mike
Ik maak mee dat open source software als doelstelling op zich wordt neergelegd zonder de consequenties hiervan te onderkennen. Ik geloof dat deze punten belangrijk zijn voor mensen die zich verdiepen in het onderwerp open source en de toepasbaarheid daarvan binnen hun organisatie. Ik heb er geen problemen mee als de punten in meer of mindere mate ook toepasbaar zijn op andere aanbestedings- of inkoopprocedures.
Daar kan ik mij volledig in vinden!
Overigens zie ik zelf specifieke (grote) voordelen van open source, met name op het gebied van informatiebeveiliging, die vaak niet worden onderkend door veel organisaties. Wellicht dat ik daar wat over ga schrijven in een artikel.