Door de komst van het internet is de markt voor werknemers en werkgevers een stuk transparanter geworden. Ontwikkelingen zoals community sites, social sites en elektronische platformen waar vraag en aanbod elkaar direct ontmoeten, maken gespecialiseerde bemiddelingsbureaus steeds vaker overbodig. Een werkgever is in staat om via websites zoals LinkedIn grote groepen mensen via hun netwerk direct te benaderen. Dit alles zonder de tussenkomst van dure bureaus.
Ondanks de behoorlijke bedragen die gevraagd worden voor het bemiddelen van mensen, wordt er echter nog steeds gebruik gemaakt van gespecialiseerde bemiddelingsbureaus. Waarom is het zo dat er ondanks alle technologische mogelijkheden nog steeds behoefte is aan bemiddelingsbureaus? Recruitment wordt vaak gezien als het simpelweg bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Dit is natuurlijk waar het voornamelijk om gaat, echter blijkt dit vakgebied toch wat gecompliceerder in elkaar te zitten dan op het eerste gezicht lijkt.
Een werkgever kan natuurlijk door LinkedIn of Monsterboard het ene profiel na het andere bekijken, maar in hoeverre heeft diegene een gevoel bij een profiel dat hij ziet? Is hij in staat snel een indruk te krijgen of iemand past in een functie? Naar mijn mening is recruiten in veel gevallen een intuïtief vak. Door iedere dag met dezelfde soort specialisten te praten en iedere dag dezelfde soort CV's door te nemen, bouwt een recruiter een enorme schat aan ervaring op waarmee effectiever en efficiënter in het aanbod van kandidaten gezocht kan worden.
Daarbij zijn recruiters door deze ervaring goed in staat om kandidaten met elkaar te vergelijken. Waar een werkgever wellicht twee dozijn kandidaten ziet en spreekt, spreekt een recruiter op jaarbasis honderden kandidaten. Hierdoor kan hij kandidaten beter met elkaar vergelijken en advies geven aan werkgevers. Men kan zich voorstellen dat dit advies voor een werkgever vaak een welkome aanvulling is op zijn eigen besluitvorming.
Als laatste wil ik benadrukken dat het vooral de toewijding is die recruiters leggen in het vinden van kandidaten, wat hen nog steeds succesvol maakt in deze tijd. Deze toewijding vindt zijn oorzaak grotendeels in de directe beloning voor behaalde resultaten. Hierdoor ontstaat er een aanzienlijk motief om gedreven en doelgericht de juiste kandidaat te vinden. Daarnaast wordt deze toewijding ook gevoed door een cultuur van ambitie die veel recruitmentorganisaties kenmerkt. In zulke omgevingen worden recruiters sterk geprikkeld om lange dagen te maken en op vele (vaak creatieve manieren) te zoeken en te netwerken totdat de juiste kandidaat gevonden is. Want hier geldt duidelijk het principe; wat men zaait, oogst men ook.
Ondanks een tijd waar vraag en aanbod elkaar steeds makkelijker vinden, zijn recruiters door bovengenoemde zaken nog steeds in staat om toegevoegde waarde in de markt te leveren. De nieuwe wervingsmogelijkheden vormen echter wel degelijk een verandering voor de bemiddelingsmarkt waarin meer generieke profielen gezocht worden. De toegevoegde waarde die recruiters kunnen leveren zal zich daarom ook toenemend tot uiting brengen in de specifieke, moeilijk vindbare specialisten. Voornamelijk in deze nichemarkten zal een recruiter zich nog kunnen profileren en waar voor zijn geld kunnen blijven leveren.
Deze mening zou je ook kunnen doortrekken naar de detacheringsmarkt. De toegevoegde waarde van een detacheerder is verminderd door de opkomst van sociale netwerken. Het argument dat detacheerders gebruiken naar hun werknemers dat intern over een schat aan informatie kunnen beschikken is niet veel meer waard als je op internet die informatie ook wel bij elkaar gegoogled en genetwerkt kunt krijgen. De grote ict-detacheerders kunnen wel waarde blijven toevoegen als een soort van keurmerk voor kwaliteit en continuiteit naar klanten toe.
Enige tijd geleden maakte iemand bij een lezing de volgende opmerking:
===
Ik had vroeger thuis zo’n klein printplaatje, wat componenten en een soldeerbout. Daarmee kon je zelf een knipperlichtje of een middengolf-radio in elkaar knutselen.
Maar ik haalde het niet in m’n hoofd om mezelf electrotechneut of specialist te noemen.
Echter, binnen de ICT zijn er nog altijd mensen die, na het lezen van 3 boeken, het maken van een website en het in elkaar hacken van een applicatie zichzelf ICT specialist, of zelfs consultant durven noemen.
===
Om het kaf van het koren te scheiden, zullen goede recruiters en detacheerders nodig blijven.