Dat de huidige economische omstandigheden ook de ict-arbeidsmarkt raakt is onvermijdelijk. De gevolgen hiervan raken met name de schoolverlater en de oudere ict’er. Wordt het niet eens tijd dat de politiek zich buigt over deze kwestie?
Gouden horloges bij een 25-jarig dienstverband, of stoppen na vertig dienstjaren was voor de generatie van mijn ouders een hele prestatie, maar zeker geen zeldzaamheid. Zo'n huwelijk tussen werkgever en werknemer is een fenomeen dat we in de ict-branche niet of nauwelijks kennen. In de regel lijkt een vast contract dan ook meer op een 'verkering' dan op een langdurig huwelijk met als uitgangspunt; in goede en in slechte tijden. Naarmate de ict'er ouder wordt, blijkt het huwelijk dan ook kwetsbaarder te worden.
Maar wanneer ben je nu een oudere ict'er ? Deze vraag is nog niet zo makkelijk te beantwoorden. Het ligt er namelijk maar net aan, aan wie je deze vraag stelt. De gemiddelde ict'er van vijftig jaar en ouder is van mening dat hij/zij nog veel waarde kan toevoegen aan het bedrijf van de werkgever. Veel werkgevers denken hier in de praktijk echter anders over, zeker als het technische ict-functies betreft. Het bijhouden van de ontwikkelingen in de markt wordt dan ook nogal eens als één van de redenen aangedragen.
Jong talent
Daar sta je dan als starter op de arbeidsmarkt. Met vlag en wimpel afgestudeerd op naar je eerste baan. Je kent immers de verhalen van de voorgaande lichtingen afgestudeerden die de banen voor het uitkiezen hadden. Nagenoeg iedere ict-organisatie had dan ook wel een Young Professional-programma, Masterclass, etc. om nieuweict'ers voor zich te winnen. 'Had' schrijf ik bewust, want dat lijkt op dit moment verleden tijd. De schaarse vacatures die op dit moment beschikbaar zijn, vragen om direct inzetbare ict'ers met de nodige werkervaring.
De nieuwe ict'ers zullen in een markt met een groter aanbod aan werkzoekenden zichzelf moeten kunnen verkopen en positioneren. Vanuit hun studie zouden ze dan ook beter voorbereid kunnen worden op de zoektocht naar een passende uitdaging, bijvoorbeeld door een sollicitatietraining.
Toekomstig tekort aan ict’ers
Was het een aantal jaren geleden al niet zo dat het imago van de ict-sector een deuk opliep? De internet-bubble zorgde ervoor dat er mindere jongeren kozen voor een ict-studie en dat een aantal ict'ers de keuze maakten om te kiezen voor een andere branche. Het gevolg van dit alles was een overspannen ict-arbeidsmarkt in de daarop volgende jaren. Nu in 2009/2010 dreigt een soortgelijke situatie, waardoor er in de nabije toekomst weer een tekort aan ict'ers dreigt te onstaan.
Stimulering vanuit de politiek
Politiek Den Haag komt het bedrijfsleven tegemoet in deze moeilijkere tijden. Dit door tal van maatregelen. De financiële sector wordt door de overheid 'overeind gehouden' en ook de maak-industrie wordt geholpen door regelingen als deeltijd WW. Zou het geen optie zijn om ook de ict-sector te ondersteunen!? Hierbij valt te denken aan stimuleringsmaatregelen om de oudere ict'er aan het werk te krijgen en ondersteuning op het gebied van bijvoorbeeld Young Professional-programma's voor schoolverlaters. Een toenemend aantal werkelozen in de ict zal immers ook tot hoge kosten leiden en een uitdaging voor de sector op middellange en langere termijn.
Uiteraard zijn er algemene stimuleringsmaatregelen vanuit het UWV voor mensen zonder baan. Deze zorgen onder andere voor financiële ondersteuning op het gebied van scholing. Het bieden van specifieke ondersteuning aan de ict-sector door een ruimere gesubsidieerde leer/werk-overeenkomst of een ruimere loonkostensubsidie voor het eerste jaar, zou in mijn beleving dan ook een goede en welkome optie zijn. Dit om de kansen voor oudere ict'ers op de arbeidsmarkt te vergroten.
In tegenstelling tot heel veel andere sectoren is ict een buitenbeentje daar waar het gaat om oudere werknemers. Een maatwerkconstructie specifiek voor de ict-branche zou dan ook wel eens uitkomst kunnen bieden op de korte en langere termijn.
Deze bijdrage verscheen eerder op het weblog OogvoorITtalent
Typisch een mening van een personeelsboer. Laten we wel zijn, dhr. van Beek is geen ICTer en dat laat hij duidelijk zien in dit artikel.
Wie boven de 45/50 is, heeft specifieke vaardigheden aan te bieden, als van Beek die niet wil zijn er anderen die daar om zitten te springen. Dat het voor mensen met weinig opleiding moeilijk is was altijd al zo, maar generaliseren dat schoolverlaters en grijze haren “uit de gratie” zijn zegt meer over dhr. van Beek.
Mijn raad aan hem: “verven!”.
@ Jan,
Ik denk dat je mij bijdrage verkeerd oppakt…..
Ik geef juist aan dat veel werkgevers op deze manier naar de arbeidsmarkt kijken. Mijn insteek is juist om vooroordelen weg te nemen omdat ik wel degelijk van mening ben dat we anders een probleem krijgen in onze sector. Ik ben al 20 jaar actief als ICT’er en geef in een van de reacties op dit artikel ook aan dat ik het liefst nog 20 jaar hierin actief ben.
Kijk ook eens naar een vorige bijdrage: https://www.computable.nl/artikel/ict_topics/loopbaan/2842273/1458016/oudere-icter-heeft-bedrijf-heel-wat-te-bieden.html
Dan zie je dat we waarschijnlijk aan “dezelfde kant” staan.
Beste Wilbert,
Er is een groot verschil tussen ons. Ik ben ooit opgeklommen van een omscholing tot de leiding over de ICT-afdeling in een ziekenhuis met als tussenstap systemmanager van IBM en DEC systemen.
Dat heb ik verlaten om 12 jaar iets anders (creatiefs) te doen. Ik woon nu in Oostenrijk en ben als buitenlander opnieuw in mijn beroep bezig, nu als zelfstandige.
Mijn voorliefde geldt de techniek en de interaktie die mensen met die techniek hebben, daarvoor heb ik me de afgelopen jaren rooie ogen gelezen zodat ik weer bij ben in dit beroep en bij blijf.
Personeelsmanagement is geen ICT.
Dat is definitief een ander beroep. Ik heb in mijn loopbaan met meerdere personeelswerkers te maken gehad en dat zijn geen techneuten, geen systeemintegratoren maar meestal praters, geen doeners.
Dat ik met 50+ eerst een eigen bedrijf in de ICT gestart heb toont mijn karakter als doener, en de omzet stijgt, niet snel, maar gestaag.
Een geluk heb ik, ik ben niet grijs . . . . .