Open standaarden en open-sourcesoftware zijn niet meer weg te denken. Met de verschuiving van functionaliteit naar de cloud, is open source het natuurlijke model voor de grote dienstenleveranciers. Voor de eindgebruiker zijn vooral de open standaarden van belang.
"De markt is de afgelopen twaalf jaar enorm veranderd", zegt Martijn Smit, commercieel directeur van Stone IT. "Het is inmiddels een volwassen speelveld. Er is niet alleen veel vraag naar open source in de netwerken en de infrastructuur, maar ook naar applicaties. Bovendien zijn er veel nieuwe spelers bijgekomen. Drie, vier jaar geleden waren het vooral AT Computing, Snow en wij. Inmiddels staan er honderdtwintig dienstverleners op de OSOSS-lijst (open standaarden en open-sourcesoftware)."
Het beleid van Staatssecretaris Heemskerk zoals neergelegd in het actieplan Nederland Open in Verbinding (NOiV) heeft daar nog eens een schepje bovenop gedaan. "We stonden eerder dit jaar op de beurs Overheid & ICT en ik heb nog nooit zo veel mensen bij mijn stand gehad. Er is heel veel belangstelling. Nog maar weinig ambtenaren snappen het doel van het NOiV-actieplan: dat je je onafhankelijk moet maken. Die groep, daar richten wij ons op."
Infrastructuur
Op dit moment werkt Stone IT met een aantal gemeenten aan een adviesrapport. "We hebben daarvoor tien onderwerpen gedefinieerd. Daarbij beginnen we eerst in de netwerken en de infrastructuur. Daar hebben Linux en open source zich al bewezen. Maar zeker bij overheden is dat maar een klein stukje van hun it. Aan de backoffice zijn we nog niet toe. Daarvoor leggen we nu een strategie neer voor de komende twee tot vijf jaar."
De veelgesproken desktop is volgens Smit een grote angst van beheerders. "Er is een enorm gebrek aan kennis over wat er beschikbaar is. Nu er beleid is voor open source moeten beheerders die achterstand inlopen. Er zullen best gevallen van gemakzucht zijn; sommigen hebben er geen zin in of hebben het te druk. Er komt echter een aantal implementaties aan. Zarafa (een open-sourcevervanger voor Microsoft Exchange) is bijvoorbeeld een heel goed product. We geven er heel veel demonstraties van. Het is wachten tot de eerste schapen over de dam zijn. Er moet nog wel veel voorlichting worden gegeven. Dat doet het NOiV, en dat doen wij."
Pilots
Brian Joseph, oprichter en directeur van Zarafa, is net zo positief over de markt als Smit. "2008 was duidelijk een proefjaar", zegt hij. "Dit is het jaar van de pilots. Onze partners werken nu samen met hun klanten aan pilots en proofs-of-concept. Er zijn inmiddels talrijke voorbeelden van open-sourcegebruik."
"De komende twee jaar worden de jaren van grote migraties. Als je kijkt naar het aantal pilots dat dit jaar wordt gedraaid, dan is ook het aantal dat een vervolg krijgt heel groot. Sommigen evalueren alleen nieuwe applicaties; anderen evalueren alle toepassingen voor migratie. De komende jaren stappen tientallen procenten van alle organisaties over naar een of meerdere open-sourceoplossingen in hun infrastructuur. Leveranciers die daar nu op inspelen, gaan miljoenen verdienen."
Migratie
De behoeften van open-sourcegebruikers zijn volgens Joseph niet anders dan die bij de gangbare it. "Gebruikers willen service level agreements (SLA’s), dienstverlening, compatibiliteit, integratie en geregeld de wow-factor van nieuwe functionaliteit."
Daarnaast moeten gebruikers worden geholpen bij de overstap. "Zij zetten vraagtekens bij een migratie. Omdat open-sourcesoftware aan de basis is begonnen, hebben die voorwaarden voor zakelijk gebruik onvoldoende aandacht gehad. Het gaat niet meer om een gratis webapplicatie op Linux, en als er wat is, dan bellen we wel. De gebruiker wil dezelfde ondersteuning als voor closed-sourcesoftware. Het enige nieuwe aan open source is de mentaliteit om pas te betalen als er waarde wordt toegevoegd. Dat past bij de hedendaagse trend naar meer transparantie."
Legacy
Met een licentiemodel waarbij de gebruiker vooraf een bedrag moet betalen, zou Joseph closed-sourcesoftware wel legacy durven noemen. "Zeker als je bij je leverancier een discussie over open standaarden moet afdwingen. Er zullen leveranciers zijn die het niet redden, als je alleen toegang tot je eigen data krijgt door weer een licentie voor drie jaar af te nemen."
Hetzelfde geldt echter ook voor open-sourcesoftware. "Zeker in het licht van het actieplan Heemskerk is compatibiliteit voor de desktop een belangrijk onderwerp. Gelukkig hebben ook de open-sourceleveranciers grote slagen gemaakt in de integratie met closed-sourceapplicaties."
Voor Zarafa zelf betekent dat dat hun Exchange-vervanger zonder problemen samenwerkt met de Outlook-mailclient van Microsoft. Daarnaast kunnen gebruikers ook kiezen voor een webclient. "Die lijkt erg op Outlook, maar we hebben er ook nieuwe dingen aan toegevoegd", zegt Joseph. "Ik zeg wel eens dat we meesters in compatibiliteit zijn, want we integreren ook in handhelds als de BlackBerry."
Delivery-model
Voor een grootmacht als HP is open-sourcesoftware maar een van de vele onderwerpen. De discussie open versus gesloten is voor HP ondergeschikt aan die over het delivery-model. "Open source speelt voor ons vooral binnen het ‘next-generation datacenter’", vertelt Dick van Gaalen, programma manager Business Technology. "Alles is op weg om een service te worden. We spreken soms zelfs van everything-as-a-service. Dat geldt misschien nog wel sterker in de midmarket dan in de enterprise-wereld."
Het client-servermodel loopt volgens Van Gaalen dan ook langzaam ten einde. "Ondernemingen willen business services, opslag en verwerkingskracht direct via de cloud afnemen. Zij willen met it omgaan zoals met gebouwen en leaseauto’s. Leveranciers als Amazon en Google maken hun diensten steeds specifieker en geschikt voor zakelijk gebruik. Zij worden de specialisten die zich op de grote volumes richten."
Ecosysteem
"Die producenten zijn zo groot dat zij zelf een professionele staf hebben die losse componenten inkoopt in plaats van complete systemen", aldus Van Gaalen. "Als de moederborden in Taiwan goedkoper zijn, bestellen ze er meteen honderdduizend. Zij opereren met een businessmodel en een schaal waarbij ze voor hun kernactiviteiten niet afhankelijk willen zijn van het beleid van een leverancier."
Op de vraag wie dan de nieuwe klant van HP is, antwoordt Van Gaalen: "Iedereen. Wij willen de leverancier zijn van zowel de consument als de producent. Bovendien willen we ook zelf zulke diensten leveren. Dat is niet anders dan we nu al doen met bijvoorbeeld onze hardware. Sommige delen doen we direct, andere via het kanaal. Het ecosysteem verandert wel, maar dat blijft."
Vlechtwerk
Van Gaalen noemt Google Wave als voorbeeld. "Dat is geen product maar een service. De implementatiemodellen achter zulke diensten zijn allemaal gebaseerd op open-sourcesoftware. Vanwege hun schaalgrootte zullen deze leveranciers van nature voor open source kiezen. Die schaal hebben ze ook nodig om de nadelen van open source te ondervangen. Open source is toch meer de Praxis dan de Ikea. Je moet lid zijn van en bijdragen aan de gemeenschap, net zoals een echte gebruiker van Wikipedia niet alleen leest, maar ook zelf schrijft. De eindgebruiker interesseert het geen bal wat voor software een service aan de achterkant gebruikt. Die vraagt echt niet of deze dienst op open source is gebaseerd. Dat gaat hem ook niets aan."
Volgens Van Gaalen staan we dan ook voor een belangrijke verandering in de sector. "Dit zet de hele branche op zijn kop. Daarom gaat Cisco nu ook blades doen en daarom neemt Oracle Sun over. Dit is het einde van de open systemen; iedereen wil straks een service. Dat brengt voor ondernemingen een nieuw vakgebied met zich mee: hoe je bedrijfsprocessen vertaalt naar een implementatie. Die bestaat dan uit een heel vlechtwerk van diensten, vergelijkbaar met erp voor it, net zoals je nu je grondstoffen slim inkoopt."
Interoperabiliteit
Ondanks al het marketinggeweld van de afgelopen jaren zeggen de mannen van IBM open standaarden belangrijker te vinden dan open source. "Open standaarden zijn veel relevanter, want die beloven interoperabiliteit", aldus John Post, cto voor de Benelux. Collega Guts Wissema, manager Linux en OSS, zegt de afgelopen jaren de omzetten al hebben te zien verschuiven. "Het NOiV-beleid doet daar nog eens een schepje bovenop. We zien de vertaling daarvan steeds vaker terug in aanbestedingen. De oplossingen die wij uitleveren zijn al gedeeltelijk gebaseerd op open standaarden en open source. Het aanbod bestaat al. We zien dat de vraag naar die onderdelen toeneemt. Partners moeten dat dus goed kunnen uitleggen."
Wissema noemt de CICS transactieverwerker als voorbeeld. "Die hebben we de afgelopen jaren open gemaakt met behulp van SOAP en XML, zodat die nu uitstekend kan functioneren in een open wereld."
Consequenties
Net als Van Gaalen voorziet ook Wissema belangrijke veranderingen als gevolg van de trend naar services. "Functionaliteit verschuift van de client naar de server. Het belang van de heel zware pc verdwijnt, vandaar de vraag naar lichtere besturingssystemen als Google’s Chrome OS. Dat heeft consequenties voor iedereen in die handel."
Zo zal de reseller steeds minder als dozenschuiver en steeds meer als kennisrijke intermediair moeten opereren. De transitie naar cloud-gebaseerde diensten zal echter niet op stel en sprong plaatsvinden. "Veel bedrijven zullen hun it nog geheel of gedeeltelijk in eigen huis houden, vanwege de kosten, het beheer of de privacy", aldus Post. "De minder relevante delen zullen wel snel naar de cloud overgaan."
Hoewel menig leverancier de transitie naar services aangrijpt om een directe relatie met de eindgebruiker op te bouwen, gelooft Post niet dat de reseller ertussenuit zal vallen. Hij trekt de vergelijking met de verzekeringsbranche. "Sommige maatschappijen doen direct zaken met de consument, maar er blijft nog genoeg ruimte voor intermediairs. Dat zal ook in de it-markt gebeuren. De rol van de reseller is nog niet uitgespeeld."