Het academische jaar is voor de universiteiten weer van start gegaan. En hoewel de Open Universiteit (OU) geen standaard lesprogramma kent zoals de reguliere universiteiten, wordt in september ook hier het startschot gegeven voor verschillende modules Informatica. De studenten verschillen echter dag en nacht met hun 18-jarige soortgenoten.
Om kwart over zes 's avonds zit het klaslokaal al bijna helemaal vol. 'Het parkeerexperiment slaat blijkbaar aan', zegt Jikke van Wijnen, docent van de module Objectgeoriënteerd programmeren in Java 1. De Open Universiteit locatie Amsterdam heeft sinds deze week twintig parkeerplaatsen beschikbaar waar studenten gratis kunnen parkeren. Een populaire maatregel, want parkeergelegenheid in de buurt van het Olympisch stadion, waar het studiecentrum van de OU Amsterdam is gevestigd, is schaars en vooral duur. Daarom geldt: wie het eerst komt, wie het eerst maalt.
Stipt half zeven kan Van Wijnen beginnen met de voor deze groep tweede les. De voornamelijk bebrilde mannen variërend in leeftijd van 25 tot 45, halen hun boeken voor de gelegenheid tevoorschijn. Notitieblokken blijven nog even in de tas.
Gevaarlijk
Vanavond staan naast gebruikersinterfaces, objectoriëntatie en eigen klassen op het programma. De leerlingen leren dat hoewel je gek wordt van het declareren van alles, het aardige van Java is dat je wel keurig netjes foutmeldingen krijgt als iets niet past of klopt. Maar ook dat je 'de inhoud van strings vergelijkt met equals en niet met 'is gelijk aan'. 'Dat laatste is heel gevaarlijk', waarschuwt Van Wijnen haar studenten.
Sommige studenten kijken vragend, maar voor een aantal aanwezigen lijkt dit gesneden koek. Hebben deze cursisten soms meer kennis dan het gevraagde basisniveau? 'Het niveau in deze klas is heel verschillend', legt Van Wijnen uit. 'Naast beginners, zijn er verschillende studenten die kennis hebben van andere, oude programmeertalen. Of mensen die zichzelf Java hebben aangeleerd. Dat is eigenlijk de lastigste groep.'
Maar niet onoverkomelijk, want de meeste OU-studenten voldoen aan dit beeld. 'De grootste groep studenten die voor Informatica aan de Open Universiteit kiest, komt voor omscholing of bijscholing', Vertelt universitair hoofddocent Bart Pauw. 'Slechts een klein groepje gaat echt voor een bachelortitel.' Eén van de studenten die wel voor de titel gaat, is student Edwin. 'Ik heb nu een ondersteunende functie bij een bank maar wil graag de ict-kant op', licht hij zijn beweegredenen toe. Dit is de zesde module die ik bij de OU volg, in totaal moet ik voor mijn bachelor 42 modules halen, dus ik ben nog wel even bezig.'
Frisdrankautomaat
De meeste cursisten bij Objectgeoriënteerd programmeren met Java komen om bijgespijkerd te worden, blijkt tijdens de koffiepauze. Zo zijn twee aanwezige testmanagers net hun baan kwijt en hebben zij besloten hun 'vrije tijd' nuttig te besteden. Eén van de aanwezige ict-managers geeft bovendien aan soms niet meer te weten waar net afgestudeerde hbo'ers het over hebben. 'Genoeg reden voor een opfriscursus', zegt hij.
'Als studenten deze module halen en ook deel twee volgen, moeten zij aardig kunnen programmeren in Java', zegt Van Wijnen. Om daar zeker van te zijn, volgt de klas haar les nauwlettend. Van Wijnen wordt dan ook direct gecorrigeerd door haar studenten wanneer zij het gevoel hebben dat de docente het niet bij het juiste eind heeft. 'Hadden we dat niet anders afgesproken vorige les?' 'Ja, je hebt helemaal gelijk', moet Van Wijnen beamen.
Wanneer het aan het einde van de avond tijd is voor de practicumopdracht komen de notitieblokken op tafel. En aan het vele gekras is te zien dat het maken van een 'telefoontjesteller' toch minder eenvoudig is dan gedacht. Bijna iedereen loopt wel ergens vast. Maar Van Wijnen loopt rustig rond om alle cursisten van feedback te voorzien. 'Er zijn heel veel verschillende mogelijkheden om deze opdracht tot een goed einde te brengen', besluit zij de les. 'Ik geef hier een voorbeeld, maar het kan ook heel anders!' Om tien uur 's avonds kunnen de studenten naar huis. Met veel om over na te denken. En een nieuwe uitdaging. Want volgende week staat de frisdrankautomaat op het programma.