Sinds het Actieplan Nederland Open in Verbinding het daglicht zag in september 2007 is er de nodige polemiek in de media ontstaan tussen de voor- en tegenstanders van dit beleid. Er blijkt nogal wat onduidelijkheid te zijn over de doelstellingen van dit beleid alsook de formulering ervan. Er gaat veel geld om in softwareland, logisch dat voor- en tegenstanders er alles aan doen om rond dit onderwerp te 'spinnen'. Een paar zaken kunnen we objectief vaststellen. De overlappende doelstellingen van het NOiV zijn vastgelegd op de website van EZ. Wat wil EZ met NOiV bereiken en waarom?
Doelstelling 1
De eerste doelstelling luidt: 'Vergroten van de interoperabiliteit tussen en met de verschillende bouwstenen en vormen van dienstverlening van de eOverheid door versnelling aan te brengen in het gebruik van open standaarden.'
Betere interoperabiliteit betekent dat verschillende softwareapplicaties goed en makkelijk met elkaar kunnen samenwerken. Bij toepassing van traditionele software zijn vaak complexe interfaces nodig om deze te kunnen laten samenwerken met software van andere leveranciers. Dit komt omdat de data zoals die uit het ene pakket komt (bijvoorbeeld financiële gegevens uit een erp-pakket) in een andere taal zijn geschreven dan de taal die de ontvangende applicatie begrijpt (bijvoorbeeld een analyseprogramma). Een open standaard betekent dat verschillende softwareapplicaties dezelfde taal kunnen spreken. XML (extensible markup language) is zo'n taal die in veel commerciële en open source-pakketten wordt toegepast. Hoe meer software dezelfde taal spreekt, hoe makkelijker het wordt om verschillende applicaties te koppelen. Dit geeft voor de gebruiker meer keuzevrijheid.
Doelstelling 2
De tweede doelstelling luidt: 'Verminderen afhankelijkheid van leveranciers bij gebruik van ict door versnelde inzet van open standaarden en open source-software.'
Niet alleen vergroot open standaarden de interoperabiliteit, maar vermindert ook de afhankelijkheid van één leverancier. Hoe makkelijker het wordt om verschillende softwareapplicaties te koppelen, hoe makkelijker het wordt voor de klant om te kiezen uit meerdere beschikbare alternatieven. Dit principe zal aan het eind met een herkenbaar praktisch voorbeeld worden verduidelijkt.
Ook wordt er in deze doelstelling verondersteld dat open source-software de afhankelijkheid van leveranciers verminderd. De broncode van open source-software is vrij beschikbaar. Zonder de broncode van een softwareapplicatie kunnen ontwikkelaars van slechts één leverancier het programma fundamenteel verbeteren of uitbreiden. Met een beschikbare broncode valt voorgaande beperking weg en kunnen meerdere leveranciers ontwikkeldiensten bieden rond hetzelfde product. Ook dit leidt weer tot meer keuzevrijheid voor de gebruiker.
Doelstelling 3
De laatste doelstelling luidt: 'Bevorderen van een gelijk speelveld op de softwaremarkt en voorts bevorderen van de innovatie en de economie door het gebruik van open source-software krachtig te stimuleren en bij opdrachten de voorkeur te geven aan open source-software bij gelijke geschiktheid.'
Deze doelstelling bestaat uit twee elementen. Ten eerste: door open source te stimuleren wordt een gelijk speelveld (lees: meer competitie) gecreëerd en wordt innovatie en de economie bevorderd. Dit hangt ook weer nauw samen met de achterliggende gedachte achter de tweede doelstelling. Als de markt goed zijn werk doet zullen door open source meer aanbieders op de markt komen. Zij zullen allen hun stinkende best doen om met gelijkwaardige producten beter te presteren dan de concurrentie. Hierdoor zullen innovatieve toepassingen worden bedacht, wat weer bijdraagt aan werkgelegenheid en de economie.
Ten tweede: open source heeft de voorkeur bij gelijke geschiktheid. Na alle veronderstelde voordelen die open source biedt is dit een open deur. Het is niet onwaarschijnlijk dat EZ voor deze formulering heeft gekozen om een stok achter de deur te zetten bij de inkoop van software. Inkopers zijn mensen en mensen zijn gewoontedieren. Om bepaalde vooringenomen patronen en voorkeuren in het aanbestedingsproces te doorbreken hebben inkopers wellicht een duwtje in de 'tegennatuurlijke' richting nodig (in dit geval open source).
Doelstelling 1 is gericht op het stimuleren van open standaarden. Doelstelling 3 is gericht op het stimuleren van open source. Doelstelling 2 geeft een belangrijke motivatie voor het stimuleren van beide begrippen, namelijk minder leveranciersafhankelijkheid.
De ingebakken doelstellingen van een commerciële organisatie zijn voortbestaan, winst maken en groeien. In een vrije markt zijn dat hele goede uitgangspunten. Om deze doelstellingen te bereiken, is een onderneming er bij gebaat om een klant zo lang mogelijk voor zichzelf te houden. Een bekend voorbeeld in de consumentenmarkt zijn de scheermesfabrikanten: bij aanschaf van een goedkope handset ben je min of meer gedwongen om voortaan de dure mesjes van dezelfde fabrikant te kopen. Dit gegeven staat bekend als vendor lock-in. Op het koppelsysteem van de mesjes en de handset berust patent. Door dit patent kan een andere ondernemer geen mesjes aan de consument verkopen die op dezelfde handset past. Daardoor zal de prijs van scheermesjes niet snel kelderen. Zou het koppelsysteem een open standaard zijn dan zou iedere onderneming mesjes en handsets kunnen maken waardoor (volgens algemene economische theorie) door meer concurrentie betere mesjes beschikbaar kunnen komen voor een lagere prijs.
Op basis van het voorbeeld is het niet meer dan logisch dat een commerciële partij niet snel uit eigen beweging open standaarden toepast. Het is hier niet bij gebaat. Zij zal natuurlijk gedwongen zijn om dit zo lang mogelijk uit te stellen. Een instantie als ICT~Office (als vertegenwoordiger van grote commerciële Nederlandse partijen) is er niet bij gebaat om de gang naar open standaarden, en met name open source, te bevorderen. Uit lijfsbehoud zouden zij dit zelfs zo lang mogelijk moeten tegenwerken. Johan Cruyff zou beamen: 'Da's logisch.'
Logisch is het daarom ook dat de overheid als tegenwicht ingrijpt door versneld open standaarden (en open source) toe te willen passen. Dit leidt op langere termijn tot een betere kwaliteit van geleverde producten en diensten tegen lagere kosten. Dit is niet alleen gezond voor de overheid maar voor alles en iedereen die als klant acteert. Het is daarom ook begrijpelijk dat ook private organisaties steeds meer de weg naar open source en open standaarden vinden: een kwestie van geld en kwaliteit.
Beste Jan Hendrik,
Na 3 dagen nog geen enkele reactie, en daar kun je trots op zijn: blijkbaar is iedereen het met je eens. Dus bij deze: complimenten voor je heldere uiteenzetting!
Beste Dhr. Hendrik,
In dit artikel sluit je af met een kwestie van geld en kwaliteit. Maar zijn dat juist niet de 2 meest voorkomende vooroordelen van open source. Ten eerste zijn de meeste open source applicaties in bestaande ICT-landschappen juist kostbaar om te implementeren, oke de anschaf is goedkoper maar dit maakt open source nog niet goedkoop in de meeste gevallen.
Daarnaast kwaliteit hangt enorm veel af van de communitie die opereerd in het gebied van de open source applicatie, daarom vind ik concluderen dat open source een betere kwaliteit opleverd dan closed source een aanname die niet gedaan kan worden.
@ Jos: Bedankt!
@ mevrouw Streelder: Uw argumenten zijn juist, maar hebben geen betrekking op mijn betoog. Ik concludeer op basis van algemene economische theorie dat toenemende concurrentie betere kwaliteit tegen een lagere prijs in de hand werkt: http://en.wikipedia.org/wiki/Competition_%28economics%29