Een op de veertig Nederlandse huishoudens is tot in de meterkast aangesloten op een glasvezelnet. Dat zijn ongeveer 174.500 aansluitingen. Daarmee komt ons land op de achtste plaats in Europa. Zweden voert de lijst aan. Daar is bijna 11 procent van de huishoudens aangesloten op glasvezel.
Dat staat in het halfjaarverslag van de FTTH Council Europe, een belangenorganisatie van glasvezelbedrijven. Grote landen als Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zijn nog niet ver met de aanleg van glasvezelnetwerken. Zij komen niet voor in de top-veertien die de organisatie heeft uitgebracht.
FTTH staat voor fiber to the home en heeft betrekking op glasvezelverbindingen die lopen vanuit het internetknooppunt tot in de meterkast. Loopt de kabel tot aan het gebouw, dan wordt dat fiber to the building (FTTB) genoemd. Eindigt de glasvezel binnen driehonderd meter van een gebouw, dan is het fiber to the curb (FTTC). Het laatste deel van de verbinding verloopt dan bijvoorbeeld via een koperkabel.
Sinds april 2009 staat de FTTH Council Europe onder leiding van de Nederlander Karel Helsen. In het dagelijks leven is hij vice-president breedband bij Draka Communications.