Projectleiders zijn er in vele soorten en maten. Ik zal jullie voorstellen aan een aantal kleurrijke figuren, zoals de stroper, de bonenteller, de illusionist, de herkauwer en de tuinman.
De stroper speurt voortdurend rond in de organisatie op zoek naar mensen die hij voor zijn project kan laten werken. Zijn kenmerkende uitspraak is: 'Heb je niets te doen? Dan werk je nu voor mij.' Daarmee moet hij zijn magere bezetting opkrikken. Deze aanpak werkt vooral goed als hij zijn project aanvult met mensen uit de lijn. Die moeten immers met het resultaat van het project aan de gang.
Dan hebben we de bonenteller. Hij ziet dat het geld op is, en dus is het project klaar. In sommige omgevingen noemen we dit het feestbeest. Party is over!
Een fantastische figuur is de illusionist. Zijn belangrijkste vaardigheid is om de resultaten van het project aan de opdrachtgever voor te toveren als het mooiste wat hij ooit heeft gezien, en dat precies past bij diens behoefte. Hij zegt bijvoorbeeld: 'Je dacht wellicht dat je een simpele spreadsheet ziet, maar eigenlijk zie je een complete financiële administratie met ook nog een voorraadbeheermodule.'
De herkauwer staat als een koe in het weiland stevig op zijn benen, en neemt eerst rustig de tijd om het projectplan dat iemand anders had gemaakt weer helemaal opnieuw te schrijven, maar nu op zijn eigen manier. Dat leidt weliswaar tot vertraging, maar daarna staat hij er ook helemaal achter.
In de agrarische hoek hebben we ook nog de tuinman. Deze verzamelt een aantal mensen om zich heen, geeft ze geen instructies van betekenis, en laat duizend bloemen bloeien. Vroeger of later komt daar wel een leuk resultaat uit.
Tot slot heeft Gideon een klein hecht team van mensen met ongekende vaardigheden en een bijna fanatieke inzet en loyaliteit. Zulke 'bendes' kunnen heel efficiënt resultaten bereiken, maar slagen er niet vaak in om door te groeien.
Al deze types hebben hun sterke en zwakke kanten, en wat voor het ene project goed is, is voor een ander project rampzalig. Selecteer uw projectleider daarom met zorg.
Daarnaast blijf ik van mening dat IPv6 moet worden ingevoerd.
Peter van Eijk is onafhankelijk adviseur (www.digitalinfrastructures.nl).
Leuke opsomming van de verschillende types en hun eigenschappen, maar erg weinig toegevoegde waarde. Wat mij interessanter lijkt is hoe met de verschillende types om te gaan, of, als je jezelf erin herkent als projectleider, hoe je optimaal voordeel kunt halen uit je sterke punten…
De opmerking aan het einde is wel een heel erg losse flodder.
De schapenscheerder is vergeten!
Die wordt van zijn werkgever gestuurd om, als resultaat van het projekt, alle wol bij zijn baas te laten belanden.
Een variant op de stroper is de doordouwer. Of je nu wel of niet druk bezig bent, je moet NU voor hem de klus klaren. Je moet alles laten vallen en je aandacht meteen volledig an zijn taak geven. Ongeacht wat het voor gevolgen heeft voor alle andere projecten die er lopen, zijn project moet en zal op tijd opgeleverd gaan worden.
Welke projectleider is nu nodig voor de door jou zo vurig gewenste IPv6 invoering?