Vroeger konden back-ups geconfigureerd worden om delen van een applicatie, data, een besturingssysteem of een server op te slaan. Dankzij de adoptie van virtualisatie worden nu virtuele workloads opgeslagen die zowel het besturingssysteem, applicaties als alle gegevens bevatten. Wanneer de fysieke server wordt omgezet naar een virtuele, ontstaat er een virtuele disk-image (VMDK of VHD). Dit wordt gebruikt om de workload te laten draaien als een virtuele machine. Kortom: voor iedere virtuele machine is er een corresponderende virtuele disk-image. Deze moet uiteraard ook beschermd worden. Maar hoe? En maakt het hierbij uit of je hardware-based of host-based repliceert?
Over het algemeen verloopt de back-up van virtuele machines gelijk aan die van fysieke servers. Bij replicatie in virtuele omgevingen heeft asynchrone, host-based replicatie echter de voorkeur boven synchrone of snap-shot hardware-based replicatie. Hierbij worden veranderingen zodra ze plaatsvinden gelijk opgeslagen op de virtuele back-up-server. Asynchrone replicatie vindt meestal plaats op byte-niveau en comprimeert data sterk. Hierdoor gebruikt het minder bandbreedte dan synchrone replicatie op blokniveau. Daarnaast is host-based replicatie flexibeler omdat het hardware onafhankelijk is.
Die flexibiliteit is gelijk één van de belangrijkste elementen bij de bescherming van de virtuele infrastructuur. Zorg dat de disaster recovery-oplossing van het bedrijf gebruikt kan worden voor zowel fysieke- als virtuele omgevingen. Let er ook op dat de hardware kan communiceren met apparaten van een andere fabrikant. In dat geval kan een oplossing bijvoorbeeld probleemloos worden opgenomen in iedere mogelijke infrastructuur binnen een datacenter. Breng daarnaast de back-up-omgeving niet onder in de kelder van het gebouw, maar op een separate locatie. Verder is het belangrijk hoe de data verplaatst wordt: sommige synchrone hardwareoplossingen zetten de data bijvoorbeeld in blokken over. Hierdoor is meer bandbreedte nodig en dat kan invloed hebben op de replicatiesnelheid. Een WAN-accelerator biedt dan uitkomst.
Motto van dit verhaal is: denk niet alleen na over back-up naar een virtuele omgeving, maar ook over hoe deze servers beschermd gaan worden. Met een paar kleine ingrepen kan een virtual disk image al disaster-proof gemaakt worden.
Peter Doens
Sales Manager bij Double-Take Software
Helemaal mee eens. Op een klein -oh nee- niet klein dingetje na:
Wanneer je disaster recovery wil doen van je virtuele servers, maar dan niet vanuit die kelder maar vanaf een remote lokatie, dan loop je tegen en issue aan. Bijvoorbeeld dat die disaster samenhangt met het wegvallen van de WAN-verbinding. Dan zit je daar ineens in een draadje te turen waar niks uitkomt. Ik zou, zeker voor MKB 10-300 seats willen voorstellen een dubbele backup neer te zetten met een NAS of iSCSI SAN op lokatie (nee niet in de kelder) en te repliceren naar een remote. Dan heb je alle vormen van ellende afgedekt, inclusief gedoe met ISP’s. Backup-advies wil ook zeggen dat je een local oplossing aanbiedt voor remote gevirtualiseerde servers. Of wil ik nou alleen maar meer ReadyNASsen verkopen?