Certificeringsorganisatie Comptia heeft de inhoud van zijn A+-certificering geactualiseerd. Het examen is aangepast naar aanleiding van ‘de veranderende eisen die aan ict’ers worden gesteld’, meldt de organisatie. Het nieuwe examen bestaat zowel uit een theoretisch als praktijkonderdeel, ‘essentials’ en ‘practical applications’. Het certificaat blijft leveranciersonafhankelijk.
Het ‘essentials’-examen meet de competenties van een ict’er, waarmee zij kunnen aantonen over voldoende basiskennis te beschikken. Dit examenonderdeel gaat in op de benodigde basisvaardigheden in computertechnologie, besturingssystemen, netwerken en beveiliging. Ook worden communicatieve vaardigheden getest.
Praktijkgericht
Het ‘practical applications’-examen is meer praktijkgericht. Door verschillende probleemscenario’s voor te leggen, test dit examenonderdeel het probleemoplossend vermogen van de examenkandidaat. Om het Comptia A+-certificaat te halen, moeten beide onderdelen met succes worden afgelegd. Om het examen af te mogen leggen, moet een kandidaat minimaal vijfhonderd uur werkervaring hebben. Wereldwijd lopen er al ruim 700.000 Comptia A+-gecertificeerde ict’ers rond.
Naast de A+-certificering biedt Comptia ook gestandaardiseerde certificaten voor leveranciers als IBM, Dell en Xerox. Voor scholen heeft de certificeringsorganisatie het Education to Careers-programma (E2C). Eerder deze week liet kenniscentrum Ecabo weten te willen gaan samenwerken met Comptia. Ict-leerlingen in het mbo zouden daardoor een Comptia-certificaat kunnnen halen tijdens hun opleiding. Het kenniscentrum peilt momenteel de interesse hiervoor van het bedrijfsleven.
Oude versie
Tot 31 juli 2010 is het mogelijk om het oude Comptia A+-examen af te leggen. Dit verzekert huidige studenten ervan dat zij hun cursus volgens de oude standaarden kunnen afronden.