Ondanks dat de Amerikaanse uitbestedingsmarkt de grootste blijft qua omvang voor buitenlandse leveranciers van ict-diensten betekent dit niet automatische dat Amerikaanse klantorganisaties ook de beste aanbieding krijgen. Veel leveranciers uit bijvoorbeeld India en de Filippijnen zien al geruime tijd dat hun munten meer waard worden ten opzichte van de dollar. Tel daarbij op de huidige economische malaise en het wordt duidelijk dat veel offshore-leveranciers die zich voorheen exclusief focuste op de Verenigde Staten, nu druk bezig zijn met het zoeken naar andere markten. En dit is goed nieuws voor Nederlandse organisaties die willen uitbesteden.
Voor leveranciers uit bijvoorbeeld India zijn er in principe twee scenario's waardoor ze voet aan de grond kunnen krijgen in Europa. De partijen met een goed gevulde bankrekening kunnen op eigen kracht een of meerdere kantoren openen in continentaal Europa (of het bestaande kantorennetwerk verder uitbreiden). De leveranciers met een smallere beurs proberen om contacten te leggen met de kleinere Nederlandse leveranciers met als doel om een samenwerkingsverband aan te gaan. De win-win is een kleine Nederlandse leverancier die gebruik kan maken van de lagere loonkosten in Azië en een Aziatische leverancier die toegang krijgt tot een nieuwe markt. Ik word zelf ook regelmatig benaderd door buitenlandse leveranciers met de vraag of we samen kunnen werken. Dit ondanks het feit dat ik als onafhankelijk adviseur mij niet kan verbinden aan een partij. Dit is voor mij een indicatie dat de druk om nieuwe markten aan te boren behoorlijk groot is.
Deze ontwikkeling is voor Nederlandse organisaties die open staan voor een buitenlandse leverancier gunstig. Om voet aan de grond te krijgen in Nederland zullen buitenlandse leveranciers bereid zijn tegen gunstige tarieven een contract te sluiten. De ratio van de leverancier is dat het verlies op de eerste contracten op termijn goed gemaakt wordt door nieuwe business en scope-uitbreidingen op de initiële contracten.
Deze kans voor klantorganisaties en tevens een potentiële bedreiging voor kleine Nederlandse leveranciers daar de prijsdruk verder toeneemt. Vooral die leveranciers die niet in staat zijn om de operationele kosten te verlagen door of verregaande automatisering of lagere loonkosten, komen verder in de verdrukking. Aan hen om de Nederlandse organisaties die willen uitbesteden dat hun innovatieve oplossingen en kennis van de locale markt opwegen tegen het kostenvoordeel dat offshore-leveranciers kunnen bieden.
Omdat kosten, zeker nu, het belangrijkste beslissingscriterium zal zijn tijdens de selectie, verwacht ik dat partijen als Atos Origin, Logica en Capgemini hun aanwezigheid in lagelonenlanden verder zullen uitbreiden, ten koste van de werkgelegenheid in Nederland. Dat is erg vervelend voor de individuen die het betreft, maar zoals wij als consument in de winkel het product kiezen met de laagste prijs, kunnen de producenten ervan niet anders dan zoeken naar mogelijkheden om de productiekosten verder te verlagen.