Informatica Corporation levert een data-integratieplatform aan het ministerie van Defensie. Doel is het integreren van een zeventigtal legacysystemen in een gecentraliseerde SAP-omgeving. De opdracht staat in het teken van het logistiek-materiële project Speer.
Defensie zet Informatica Powercenter en Informatica Data Quality in om de data uit zo'n zeventig legacysystemen te schonen, te ontdubbelen en te verrijken. Naar verwachting bespaart deze bewerking in de latere data-integratiefase met SAP tijd en wordt ook de complexiteit verminderd. In totaal zullen zo'n twaalfduizend van de zeventigduizend medewerkers van Defensie dagelijks met SAP gaan werken zodra het integratietraject is afgerond. Om de uitvoering van dit project met Informatica te ondersteunen heeft Defensie een 'datamigratiestraat' ingericht in samenwerking met KVL Inspiratie Technologie.
Volgens Jaap Timmers, projectmanager shared services datamigratie bij het ministerie van Defensie, was het handmatig overzetten van gegevens vanuit de talrijke legacysystemen naar één centrale bron geen optie. Een geautomatiseerde migratie biedt inzicht in de kwaliteit van de gegevens en de mogelijkheid om ze direct te verbeteren, betoogt hij.
Inzicht krijgen
Defensie heeft Informatica, leverancier van data-integratiesoftware, vijf jaar geleden al aangetrokken als een van de partners voor het project Speer (Strategic Process Enabled ERP Re-engineering). Speer is de projectnaam voor de bedrijfsbrede invoering van SAP, gericht op de materieellogistieke en financiële processen bij de krijgsmacht. Het project is inmiddels uitgelopen en het (omstreden) budget is verhoogd van 241 miljoen naar 268,1 miljoen euro.
Het samenvoegen van de informatievoorziening van de verschillende strijdkrachten – Landmacht, Marine, Luchtmacht en Marechaussee – betekent in eerste instantie het ontsluiten van de vele legacysystemen. Vooral voor de inkoop en het gebruik van materialen wil Defensie een zo transparant mogelijk overzicht van de beschikbare gegevens. Dit moet situaties vermijden waarbij de Marine bijvoorbeeld reserve-onderdelen voor wegvoertuigen bestelt, terwijl de Landmacht deze nog in overvloed heeft.