Medio 2011 zijn overheidsorganisaties wettelijk verplicht om uitsluitend gebruik te maken van de gegevens uit de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG). Tot nu toe is er vooral gepubliceerd over het aanleveren van data door bronhouders aan BAG. Logisch, omdat tot nu toe slechts vier gemeenten zijn aangesloten en de deadline voor de overige 437 gemeenten op 1 juli 2009 is verstreken.
De volgende stap is dat overheidsorganisaties in de rol van afnemer data uit de landelijke Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) gaan gebruiken. Dit vraagt veel van afnemers. Intern moeten zij tenminste informatiestromen wijzigen en applicaties aanpassen om de huidige dienstverlening te kunnen handhaven. De impact op afnemende organisaties is dus groot. Voordat we hier verder op ingaan, is het goed om ‘de afnemers' te omschrijven en iets meer te vertellen over de werking en de toegevoegde waarde van BAG.
Wie is de afnemer?
De afnemers zijn in eerste instantie overheidsorganisaties. In de toekomst kunnen ook burgers en bedrijven informatie verkrijgen uit de BAG. Een aparte groep afnemers zijn de bronhouders (gemeenten) zelf. Bronhouders hebben de keuze om hun eigen BAG data te raadplegen of de centrale landelijke BAG. Zij hebben deze keuze zolang hun bevragingen niet over hun gemeentegrenzen heen gaan. Andere voorbeelden van afnemers zijn Waterschappen, veiligheidsregio's, hulpdiensten zoals politie en brandweer, de Belastingdienst, Monumentenzorg en CBS.
Wat levert de BAG?
De BAG levert de data in de vorm van informatieproducten. Deze zijn gebaseerd op het nevenstaande logische datamodel. Dit model vraagt enige uitleg.
Een pand is één geheel gebouw en kan één of meerdere verblijfsobjecten bevatten. Een ligplaats is bestemd voor het permanent afmeren van een vaartuig en een standplaats is bestemd voor het permanent plaatsen van een verplaatsbaar object (zoals een woonwagen of frietkraam). Allen zijn adresseerbare objecten. Nummeraanduidingen zijn echte adressen, onder te verdelen in hoofd- en nevenadressen. Een adresseerbaar object heeft tenminste één nummeraanduiding. Een openbare ruimte is bijvoorbeeld een straat of plein. Woonplaats is evident.
De gegevens, die de BAG verstrekt, zijn afhankelijk van het objecttype en bevatten identificatienummers, adressen van de locatie, tijdvak geldigheid en geometrie (x- en y-coördinaten, oppervlakte, contouren).
Hoe levert de BAG?
De BAG wordt via drie kanalen ontsloten: Extract, BAG Web en BAG Bevragingen.
Extract is een verzameling XML-bestanden met een kopie van alle BAG-objecttypen. De afnemer downloadt dit vanaf de website van het Kadaster. Hiermee kan hij een eigen lokale database inrichten om de gegevens te ontsluiten ten behoeve van de primaire processen. Dit kanaal is met name geschikt om grote hoeveelheden data af te nemen. Het is mogelijk om een abonnement op de mutaties af te sluiten zodat de lokale database actueel blijft.
BAG Web stelt een afnemer in staat om BAG online te raadplegen via een webapplicatie. Via verschillende zoekingangen zijn diverse gegevensvarianten (actueel, levenscyclus en toekomst) van één object,met alle gerelateerde bovenliggende objecten in te zien. Dit kanaal is alleen geschikt voor incidentele bevragingen om bijvoorbeeld een BAG/object-ID te achterhalen, of om het bestaan van een bepaald object in de tijd te controleren.
BAG Bevraging is in feite hetzelfde als BAG Web maar wordt dan beschikbaar gesteld in de vorm van meerdere webservices. Op basis van een XML-vraag retourneert de webservice een XML-antwoord met BAG-gegevens. Een groot verschil met de webapplicatie is verder dat nu ook de geometrie wordt meegeleverd.
Wat is de toegevoegde waarde?
De BAG zal zijn toegevoegde waarde pas realiseren wanneer de afnemers de gegevens ook daadwerkelijk gaan gebruiken. Deze toegevoegde waarde bestaat bijvoorbeeld uit:
▫ Betere kwaliteit van de bestanden, waarin adresgegevens zijn opgeslagen, van bijvoorbeeld de Belastingdienst.
▫ Meer mogelijkheden voor fraudebestrijding.
▫ Adequatere hulp bij rampenbestrijding door veiligheidsregio's, brandweer en politie.
▫ Verbeterde gegevens voor onderzoek en beleidsinformatie door het CBR.
▫ Verbeterd vastgoedbeheer door Monumentenzorg.
De BAG beoogt naast het verbeteren van de kwaliteit van de adresgegevens en het verhogen van de dienstverlening aan de burger, ook een reductie van de beheerkosten en administratieve lasten. De Landelijke Voorziening verzamelt immers slechts eenmalig de data en de burger wordt dus maar eenmalig lastig gevallen. Vervolgens kunnen de diverse afnemers er meervoudig gebruik van maken. Het op één plek beheren en van daaruit distribueren vermindert de beheerkosten. De kwaliteit wordt verhoogd omdat, bij gerede twijfel aan de juistheid van een gegeven, de afnemer verplicht is dit te melden. Dit gebeurt via de centrale TerugMeldFaciliteit (TMF), die dit doorgeeft aan de BAG TerugMeldVoorziening (BAG TMV). De door de TMV ingeschakelde bronhouder dient de juistheid te onderzoeken en het gegeven zo nodig te corrigeren. Alle afnemers maken in het vervolg automatisch gebruik van het gecorrigeerde gegeven.
De werking wordt met het volgende concrete voorbeeld duidelijk: De brandweer heeft moeite om de juiste plek van een gemelde brand te vinden. Men ontdekt dat het een illegaal gebouwd huisje of illegale woonboot betreft. De brand wordt geblust. Vervolgens meldt de brandweer het bestaan van dit onbekende huisje of woonboot in de TMF/TMV. De gemeente onderzoekt dit binnen de gestelde termijn van vijf dagen en vult haar brongegevens aan. Voor de betreffende burger is dit natuurlijk niet leuk omdat de aanslag OZB automatisch in de bus valt, alhoewel hij het vast wel op prijs zal stellen dat de brandweer bij een volgende melding direct naar de juiste plek uitrukt…..
Implementatiestrategie en impact
Voordat het zover, is moeten de afnemers wel eerst de BAG hebben geïmplementeerd in hun organisatie. Een keus is er niet, het gebruik is immers wettelijk verplicht. De ervaring leert dat dergelijke implementatietrajecten doorlooptijden vergen van één tot enkele jaren. Instanties doen er dus goed aan om zo langzamerhand met de voorbereidingen te beginnen. Een belrondje langs een aantal overheidsorganen leert dat dit nogal tegenvalt. Enkelen aan het onderzoeken wat de gevolgen zijn van de implementatie van de BAG. Anderen hebben dit nog uitgesteld vanwege bezuinigingen. Een derde groep wil geen commentaar leveren, hetgeen wellicht impliceert dat de BAG nog niet echt leeft.
We raden afnemers aan om de implementatie projectmatig aan te vliegen, vanuit de business en niet vanuit de techniek. Hiervoor is een aantal redenen.
Het implementatieteam dient zich allereerst bewust te zijn van de semantische betekenis van de BAG-gegevens. Zo heeft het BAG-adres een andere betekenis dan het woonadres of het postadres. Pas daarna kan men onderzoeken welke gegevens in de gegevenshuishouding vervangen moeten worden door de BAG-gegevens.
Het stelsel van basisregistraties beïnvloedt de implementatiestrategie. Basisregistraties worden onderling gekoppeld. De Gemeentelijke Basis Administratie levert bijvoorbeeld naast persoonsgegevens een beperkte set BAG-gegevens. De afnemer heeft dus een keuze om alleen GBA te raadplegen, alleen BAG te raadplegen of zowel BAG als GBA te raadplegen. De keuze is afhankelijk van de informatiebehoefte van de afnemer.
Het toekomstig gebruik in de informatievoorziening van de afnemer bepaalt via welk kanaal de BAG de gegevens aan de afnemer moet verstrekken. De verkeerde keuze heeft impact op de architectuur van de software en budgetten. Zo ligt het voor de hand om gebruik te maken van de webservices, dit is namelijk het eenvoudigst in de software in te bouwen. Echter dit kanaal is niet geschikt voor grote volumes (batch). Indien een afnemer volumegroei verwacht, dan moet mogelijk een ander kanaal worden gebruikt. Dit impliceert grootschalig onderhoud met de nodige budgettaire consequenties.
De implementatie van de BAG biedt op termijn nieuwe mogelijkheden en nieuwe functionaliteit. Een voorbeeld van nieuwe functionaliteit is het aansluiten van BAG op de WOZ-belastingadministratie. Dit geeft de overheid garantie dat zij alle onroerende zaken belast en niemand dus overslaat.
Conclusie
De BAG is een nieuwe basisregistratie met adres- en gebouwgegevens. Het bevat dus geen persoonsgegevens en kan dus niet zonder meer als adressenlijst worden gebruikt. De implementatie van BAG leidt tot een aanpassing van de bestaande architectuur en gegevenshuishouding van een afnemer en zal uiteindelijk leiden tot aanpassing van bedrijfsprocessen en ICT-systemen. De impact hiervan moet worden bepaald en zal niet gering zijn. Aangezien dergelijke trajecten in de regel een lange doorlooptijd hebben, is het noodzakelijk om op korte termijn te beginnen wil men medio 2011 klaar zijn. De implementatiekosten kunnen hoog oplopen. Het is dus zaak om dit slim aan te pakken, zodat een positieve businesscase ontstaat.
Jan Albert Kuijk RA, projectmanager bij Withart te Apeldoorn
Drs. Ed Hilkman, testmanager bij 4K+ te Breda
Het ministerie van VROM onderschrijft de zienswijze van de heren Kuijk en Hilkman dat het implementeren van het gebruik van de BAG voor veel organisaties een grote impact zal hebben. Daar staan overigens grote potentiele baten tegenover wat betreft dienstverlening aan de burger, besparingen en hogere opbrengsten, kwaliteit en van actualiteit van gegevens, koppelbaarheid van registraties, etc.
Het is zoals zij aangeven raadzaam op korte termijn te beginnen met het (projectmatig) voorbereiden van het gebruik van de BAG. De projectorganisatie BAG van het Ministerie van VROM is graag bereid toekomstige afnemers van de de BAG te ondersteunen in dit proces, en stelt hiervoor de nodige ondersteuning, documentatie, handreikingen en checklists ter beschikking. Ook kunnen publieke afnemers zich kosteloos laten adviseren door een van de BAG-accountmanagers.
Meer informatie over de BAG kunt u vinden op http://www.bag.vrom.nl. U kunt ook contact opnemen met de projectorganisatie door het sturen van een mail aan basisregistraties@minvrom.nl of telefonisch via 070-3394660.