De Ondernemingskamer wijst het verzoek van Faber Beheer tegen Channel Concepts en Van Rheenen Beheer af. Dit staat op jure.nl. Het gaat hierbij om een strijd tussen Jur Faber van Consolidate IT en Bart van Rheenen die nu directeur is van distributeur Logix. Faber en Van Rheenen zijn eigenaar van Consolidate IT. Faber en Van Rheenen zijn eigenaar van Channel Concepts, waarvan hopelijk de jaarcijfers eerdaags goedgekeurd gaan worden.
Het gaat hierbij om een uitspraak van de Ondernemingskamer d.d. 16 juni 2009 inzake Faber Beheer B.V./Channel Concepts B.V. Dit staat op http://jure.nl/bi8565/voeg-toe-als-favoriet :
Uitspraak
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
ONDERNEMINGSKAMER
BESCHIKKING van 16 juni 2009 in de zaak onder rekestnummer 200.021.214 OK van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FABER BEHEER B.V.,
gevestigd te Zeewolde,
VERZOEKSTER,
advocaat: MR. J.M. VAN RAAIJEN,
t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CHANNEL CONCEPTS B.V.,
gevestigd te Almere,
VERWEERSTER,
advocaat: MR. P.C. VAN AS,
e n t e g e n
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VAN RHEENEN BEHEER B.V.,
gevestigd te Hilversum,
BELANGHEBBENDE,
advocaat: MR. P.C. VAN AS.
1. Het verloop van het geding
1.1 Verzoekster (hierna Faber Beheer te noemen) heeft bij op 23 december 2008 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verzoekschrift de Ondernemingskamer verzocht
1) een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken van Channel Concepts B. V. (hierna Channel te noemen) over de periode vanaf 1 april 2008;
2) bij in zoverre uitvoerbaar bij voorraad te verklaren beschikking bij wijze van onmiddellijke voorziening voor de duur van het geding
a) een onafhankelijke persoon tot enig bestuurder van Channel te benoemen;
b) F.N. Brongers (hierna Brongers te noemen) met onmiddellijke ingang te ontslaan als bestuurder van Channel, althans hem de volmacht om Channel te vertegenwoordigen, met onmiddellijke ingang te ontnemen;
c) te bevelen dat één van de door Van Rheenen Beheer B.V. (hierna Van Rheenen Beheer te noemen) gehouden aandelen in Channel, alsmede één van de door Faber Beheer gehouden aandelen in Channel ten titel van beheer worden overgedragen aan een door de Ondernemingskamer aan te wijzen persoon;
3) Channel te veroordelen in de kosten van het geding.
1.2 Channel heeft bij op 9 januari 2009 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van Faber Beheer niet ontvankelijk te verklaren althans haar verzoek af te wijzen, met veroordeling van Faber Beheer in de kosten van het geding.
1.3 Van Rheenen Beheer heeft bij op 9 januari 2009 ter griffie van de Ondernemingskamer ingekomen verweerschrift met producties de Ondernemingskamer verzocht het verzoek van Faber Beheer af te wijzen, met veroordeling van Faber Beheer in de kosten van het geding.
1.4 Het verzoek is behandeld ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 5 februari 2009, alwaar de advocaten de standpunten van partijen nader hebben toegelicht, beiden aan de hand van – aan de Ondernemingskamer overgelegde – pleitaantekeningen en onder overlegging van – op voorhand aan de Ondernemingskamer gezonden – (nadere) producties.
2. De vaststaande feiten
2.1 Channel is op 19 september 2006 opgericht als joint venture van – via Faber Beheer – J.J. Faber (hierna Faber te noemen) en – via Van Rheenen Beheer – G.C. van Rheenen (hierna Van Rheenen te noemen). Faber en Van Rheenen houden ieder 50% van de aandelen in Channel. Channel houdt zich bezig met de import, export, distributie en handel in computer hard- en software, ICT en aanverwante diensten, alsmede holdingdiensten.Zij heeft zes werknemers in dienst.
2.2 Bij haar oprichting zijn Faber Beheer en Van Rheenen Beheer benoemd tot – zelfstandig bevoegde – bestuurders van Channel. Van Rheenen Management B.V. (hierna Van Rheenen Management te noemen) heeft per 1 oktober 2006 Van Rheenen Beheer als bestuurder vervangen.
2.3 Van Rheenen was aanvankelijk, in 2006, als medebestuurder en medeaandeelhouder betrokken bij Dupaco Beheer B.V. (hierna Dupaco te noemen), welke vennootschap op dezelfde markt als Channel werkzaam was (en nog is) en van wie Channel derhalve een concurrent is. Faber Beheer heeft, via haar 100% dochtervennootschap Consolidate IT B.V. (hierna Consolidate te noemen) Van Rheenen destijds "uitgekocht" door het belang van circa 15% in Dupaco van Van Rheenen Beheer over te nemen voor een koopsom van € 300.000 zodat, blijkens de desbetreffende overeenkomst tussen Consolidate en Van Rheenen Beheer van 30 mei 2006, "[V]an Rheenen al zijn contacten met nationale en internationale fabrikanten en resellers in kanbrengen in Newco [later genaamd Channel; Ondernemingskamer]". In de overeenkomst is voorts onder meer vermeld dat partijen "qua ervaring en specialisatie complementair en gelijkwaardig aan elkaar (zijn)", dat Channel "een breed draagvlak aan technologieën naar het kanaal zal leveren volgens een Value Added Distributie model (…) waarbij uitsluitend aan zgn. resellers wordt geleverd", dat de inbreng van Consolidate "een positie in de zgn. storage distributie markt, financiering en een goed[e] basis voor [Channel]" zal zijn en de inbreng van Van Rheenen "(inter)nationale relaties met leveranciers e.e.a. met als doel deze te contracteren voor [Channel], een netwerk aan potentiële werknemers op het gebied van verkoop, techniek en operations" en dat het gezamenlijke doel is "deze onderneming op een zo kort mogelijk[e] termijn te verkopen voor een prijs welke nader zal worden gespecificeerd".
2.4 Van Rheenen Beheer heeft Channel gefinancierd, in de eerste maanden tot € 250.000 exclusief € 400.000 aan borgstellingen.
2.5 Begin 2008 zijn de verhoudingen tussen partijen verstoord geraakt als gevolg waarvan Faber Beheer in de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 10 april 2008 met ingang van 1 april 2008 als bestuurder van Channel is afgetreden. Voorts is door partijen ter zake van de evengenoemde overeenkomst tussen Consolidate en Van Rheenen Beheer een procedure gevoerd welke ter comparitie ten overstaan van de Rechtbank te Amsterdam van 10 oktober 2008 in een vaststellingsovereenkomstis geëindigd, waarna Faber Beheer haar aandelenpakket in Dupaco aan een van de andere aandeelhouders van Dupaco heeft verkocht.
2.6 In 2008 zijn voorts nog (buitengewone) algemene vergaderingen van aandeelhouders van Channel gehouden op 17 maart, 23 mei en 28 augustus. Beide aandeelhouders waren steeds ter vergadering aanwezig. In de vergadering van 17 maart 2008 is de jaarrekening van Channel over 2007 vastgesteld en goedgekeurd. Blijkens de notulen is in de vergadering van 23 mei 2008 een voorgenomenverkoop van (de aandelen in) Channel ter sprake geweest en gaf Faber Beheer daarbij de voorkeur aan een andere kandidaat dan Van Rheenen Beheer.
2.7 Bij aangetekende brieven van 3 juli, 7 juli, 10 juli en 15 juli 2008 heeft Faber Beheer, kort gezegd, bij Channel haar ongenoegen geuit over het functioneren van Van Rheenen Management als bestuurder Channel. Zo heeft zij erover geklaagd dat group sales manager B. Huitema met onmiddellijke ingang is ontslagen zonder dat zij daarvan op de hoogte was en datzij "het overzicht qua inventaris kwijt (is)" en heeft zij Channel verzocht op korte termijn zorg te dragen voor een inventarislijst en de controle van die lijst in verband met de voorgenomen verhuizing. Voorts heeft zij geschreven inzage te willen hebben in "de declaraties van de advocaat die goedgekeurd zijn en voor rekening van de onderneming" en dat, nu er geen procedures zijn gemeld, alle juridische kosten voor rekening van Van Rheenen (Beheer) zijn. Tevens heeft zij gesteld ondanks herhaaldelijke verzoeken geen inzage te hebben in de financiële resultaten van de onderneming van channel en verzocht op korte termijn om "een compleet overzicht". Volgens Faber Beheer zijn de belangen van Van Rheenen Management dan wel Van Rheenen Beheer verstrengeld en in veel gevallen niet meer overeenkomstig die van Faber (Beheer) en maakt Van Rheenen (Management) zich schuldig aan verrijking ten koste van Channel.
2.8 Bij brief van 22 juli 2008 heeft Van Rheenen (Management) de brieven van Faber Beheer beantwoord enerop gewezen dat blijkens de notulen van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 23 mei 2008 partijen het erover eens waren dat een maal per jaar overleg zou plaatsvinden, dat zij "naast het uit en opzoeken van informatie welke u zelf ook heeft, het verwerken van alle aantijgingen en (…) het controleren van medewerkers en het treffen van maatregelen tegen medewerkers (moet) trachten een bedrijf te runnen" en dat het eens per maand voeren van aandeelhoudersoverleg daarin niet past. Inde brief wordt uitgebreid ingegaan op de klachten van Faber Beheer. Zo wordt onder meer uitgelegd dat en (globaal) hoe Huitema heeft gefraudeerd en dat een onderzoek daarnaar plaatsvindt en voorts, dat een procedure wordt gevoerd in verband met het handhaven van het nonconcurrentiebeding van een werknemer die bij Dupaco in dienst wilde treden. Aan het slot van de brief wordt toegezegd dat de meeste recente inventarislijst zo spoedig mogelijk zal worden toegezonden.
2.9 In de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 28 augustus 2008 heeft Van Rheenen Management haar aftreden als bestuurder aangekondigd.
2.10 Blijkens een e-mailwisseling van 30 september 2008 hebben Faber en Van Rheenen getracht overeenstemming te bereiken omtrent de benoeming van een bestuurder als opvolger van Van Rheenen Management. Daarin is onder meer vermeld dat de kandidaat C. Hartsink (hierna Hartsink te noemen), die kennelijk uiteindelijk de goedkeuring van beide partijen kon dragen, voor drie dagen per week beschikbaar zou zijn als "directeur ad-interim" en geen verantwoordelijkheid als bestuurder wenste te dragen, dat benoeming van de kandidaat Brongers als bestuurder niet de instemming van Faber had en dat Van Rheenen vervolgens voorstelde Hartsink als manager en Faber als bestuurder te benoemen.
2.11 Van Rheenen Management is per 1 november 2008 als bestuurder afgetreden. Zij heeft Brongers met ingang van die datum aangesteld als procuratiehouder met volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid. Van Rheenen had zijn werkzaamheden voor Channel reeds per 1 oktober 2008 feitelijk beëindigd.
2.12 In een schrijven van Brongers van 20 januari 2009 is onder meer het volgende vermeld:
De positie van het bedrijf en genomen acties
Bij aantreden op 1 oktober 2008 waren er nog 8 mensen in dienst. De financiële resultaten over september bleken € 30.000 negatief te zijn, er waren 4 ernstige gevallen van dreigende beslaglegging door crediteuren, er waren diverse disputen met afnemers, er waren twee leveranciers die de relatie dreigden stop te zetten en de huurbaas dreigde met uitzetting.
Daarnaast leed het bedrijf ernstig onder negatieve publiciteit in de vakbladen.
Al deze zaken heb ik aangepakt.
Het financiële resultaat is herstellende. (…) Via minus 12k in oktober en minus 1800 Euro in november was december 2008 gelukkig weerlicht winstgevend. 2009 is onzeker, zoals voor zovelen.
Van twee medewerkers is afscheid genomen. Beiden droegen weinig bij aan het resultaat en waren ook niet meer gemotiveerd. De overgebleven 6 medewerkers vormen een hecht team en zijn allen zeer gemotiveerd. (…)
Met alle crediteuren (…) is een normale verhouding hersteld. Het bedrijf heeft weer normale kredietlijnen. Alle disputen met afnemers zijn opgelost. In geen enkel geval ten nadele van [Channel]. Met de huurbaas is een regeling getroffen. (…)
Het bedrijf telt momenteel 4 (…) SAP specialisten, een (…) binnendienst hardware verkoper en een (…) administratrice. (…) In dat kader is de relatie met SAP Nederland en de diverse wederverkopers ook van groot belang. Die relaties zijn inmiddels weer goed te noemen. (…)
Het bedrijf concurreert op geen enkele wijze met Consolidate (…) of met Logix (het bedrijf waar [Van Rheenen] inmiddels werkt.) Voor de toekomst van het bedrijf is operationeel nauwelijks van belang wat [Faber] en/of Van Rheenen willen of kunnen. Want die zijn met hun eigen zaken bezig.
2.13 Een schrijven van de zes werknemers van Channel van omstreeks 20 januari 2009 luidt onder meer als volgt:
Ondergetekenden (…) hebben kennis genomen van het verzoekschrift van [Faber Beheer] (…).
Als personeel menen wij belanghebbende te zijn bij het nu bij u voorliggende geding. (…) Wij ergeren ons reeds vele maanden aan het conflict tussen de beide aandeelhouders. [Channel] was tot medio 2008 een succesvol bedrijf. (…)
Wij zijn in dienst getreden bij [Channel] wegens vertrouwen in [Van Rheenen]. Niet vanwege [Faber]. Dat vertrouwen bestaat nog steeds en wij betreuren het dat [Van Rheenen] elders is gaan werken. (…)
Indien de patstelling tussen [Faber] en [Van Rheenen] als aandeelhouders blijft bestaan, of als [Faber] meerderheidsaandeelhouder wordt, zullen minimaal 3 van ons elders werk gaan zoeken. (…) Met [Brongers] is net de rust weer een beetje teruggekeerd, inclusief hersteld vertrouwen van leveranciers en afnemers. Een gedwongen vertrek van [Brongers], zeker in combinatie met het aanstellen van een andere (tijdelijke) bestuurder, zal vermoedelijk de doodsteek voor [Channel] worden. (…)
Van vermeend wanbeleid bij [Channel] is volgens ons absoluut geen sprake. Ook onder leiding van [Brongers] niet. Er was en is een open communicatie met de directie, de onderlinge sfeer is goed en administratief is alles perfect in orde. Met name dat laatste kunnen wij uitstekend beoordelen, want dat is voor de meesten van ons niet alleen ons vak, maar wij hebben ook toegang tot alle gegevens, inclusief de boekhouding. (…)
3. De gronden van de beslissing
3.1 Channel heeft betoogd dat Faber Beheer niet ontvankelijk in haar verzoek dient te worden verklaard omdat zij niet tevoren haar bezwaren tegen het beleid en de gang van zaken van Channel schriftelijk kenbaar heeft gemaakt, als bedoeld in artikel 2:349 lid 1 BW.
3.2 Dit betoog treft geen doel. Gelet op de correspondentie tussen Faber Beheer en (het bestuur van) Channel van juli 2008, op de e-mailwisseling van 30 september 2008 en op de overige zich in het dossier bevindende correspondentie tussen partijen, kan in redelijkheid niet worden gezegd dat Channel niet bekend was met de verwijten welke haar door Faber Beheer worden gemaakt. Bovendien blijkt, anders dan Channel heeft gesteld, uit de notulen van de buitengewone algemene vergadering van aandeelhouders van 28 augustus 2008 dat door Faber Beheer al eerder naar voren was gebracht dat zij een probleem had met het bestuur van Channel, doch dat het niet meer relevant werd geacht om het beleid van Channel te bespreken omdat de bestuurder op korte termijn haar ontslag zou indienen en voorstelde wellicht Channel te liquideren. Nu volgens Faber Beheer haar bezwaren ook na het aantreden van Brongers niet zijn weggenomen (hetgeen – uitsluitend – aan haar ter beoordeling is), is zij in haar verzoek ontvankelijk.
3.3 Faber Beheer heeft aan haar verzoek ten grondslag gelegd dat Channel door de verstoorde verstandhouding en het wantrouwen tussen haar aandeelhouders stuurloos is geworden, dat haar belangen worden geschaad en dat de continuïteit van haar onderneming ernstig in gevaar is. Zij heeft daarbij onder meer erop gewezen dat de ontwikkeling van omzet en resultaat in 2008 is verslechterd, dat grote onrust bestaat onder de werknemers en dat de algemene vergadering van aandeelhouders in een patstelling verkeert. Faber Beheer heeft voorts Van Rheenen Management verweten dat deze, in haar toenmalige hoedanigheid van enig bestuurder van Channel, Brongers de facto tot enig bestuurder heeft gemaakt terwijl zij wist dat Faber Beheer daar bezwaar tegen had.
3.4 Channel en Van Rheenen Beheer hebben dit een en ander, onder meer onder verwijzing naar de door haar overgelegde brieven van Brongers en van de werknemers van Channel, betwist en gesteld dat het (feitelijke) bestuur in staat is gebleken op eigen kracht een werkbare situatie binnen (de onderneming van) Channel te creëren zodat het conflict tussen de aandeelhouders het beleid en de gang van zaken van (de onderneming van) Channel niet raakt. De feitelijke bestuurder Brongers is volledig ingewerkt, heeft de sympathie van zowel de werknemers als de opdrachtgevers van Channel en wordt gesteund door een van de twee 50% aandeelhouders. De andere aandeelhouder wordt ten minste maandelijks van alle door haar gewenste informatie voorzien. Vragen over het beleid en de gang van zaken binnen de onderneming zijn dan ook uitgebleven, aldus Channel en Van Rheenen Beheer.
3.5 Ter terechtzitting is namens Channel nog verklaard dat "het leverancierskrediet van SAP [veruit de belangrijkste leverancier van Channel; Ondernemingskamer] de onderneming in leven houdt" en dat de omstandigheid dat SAP kennelijk daartoe bereid is, eens te meer een bewijs ervan vormt dat Channel weer op de goede weg is en een sterke positie in de markt kan verkrijgen.
3.6 Gelet op deze opstelling van SAP alsmede op grond van de verklaringen van Brongers en van de werknemers van Channel – aan de juistheid van welke verklaringen de Ondernemingskamer geen reden heeft te twijfelen – en van hetgeen overigens hiervóór feitelijk is komen vaststaan, stelt de Ondernemingskamer vast dat, ofschoon partijen elkaar over en weer verwijten maken die door de wederpartij telkens worden betwist en ofschoon sprake is van een patstelling op het niveau van de aandeelhouders in zoverre niet tot het benoemen van een formele bestuurder kon worden gekomen, de thans binnen Channel bestaande situatie haar beleid en haar onderneming – uiteindelijk – geenszins in negatieve zin raakt. Naar namens Channel ter terechtzitting (nogmaals) is bevestigd en de Ondernemingskamer aannemelijk acht, zijn – slechts – twee van de aanvankelijkacht werknemers vertrokken en is de resterende staf in omvang voldoende, loyaal en adequaat geëquipeerd, zijn met de verhuurder van het pand afspraken gemaakt omtrent de voorlopige voortzetting van de huur van haar bedrijfsruimte, beschikt Channel over de gebruikelijke kredietlijnen, wordt overigens door SAP in haar financieringsbehoefte voorzien en ontwikkelen de bedrijfsresultaten zich sinds oktober 2008 (wederom) in een – naar de omstandigheden gemeten – bevredigende lijn. Van een bedreiging van de continuïteit van haar onderneming is dan ook naar het oordeel van de Ondernemingskamer geen sprake (meer). Nu voorts – naar moet worden aangenomen – Faber Beheer niet is ingegaan op het voorstel van Van Rheenen Management om haar, Faber Beheer, tot bestuurder te benoemen en daarnaast Hartsink als manager aan te stellen, vervolgens wèl (naar is gebleken adequaat) in het feitelijke bestuur van Channel is voorzien en partijen ter terechtzitting desgevraagd hebben verklaard dat er ook geen (andere) beslissingenop het niveau van de aandeelhouders zijn te verwachten waaromtrent een patstelling zich ten detrimente van (de onderneming van) Channel zal (kunnen) manifesteren, is de Ondernemingskamer van oordeel dat de (hiervoor veronderstelde) patstelling in de algemene vergadering van aandeelhouders in casu en als zodanig geen reden oplevert om aan een juist beleid van Channel te twijfelen.
3.7 De Ondernemingskamer ziet ook overigens geen redenen om daaraan te twijfelen. De door Faber Beheer opgeworpen stelling datVan Rheenen Management zichzelf heeft bevoordeeld onder meer door de rekening-courantschuld aan haarzelf van bijna € 200.000 nagenoeg geheel af te doen lossen en andere schuldeisers – onder wie de "huurbaas" – niet te doen betalen, is niet met feiten gesubstantieerd, is door Channel gemotiveerd betwist en vindt geen grondslag in de overgelegde stukken. Voor zover Faber Beheer bezwaar heeft gemaakt tegen de (omvang van de) honorering van Brongers, overweegt de Ondernemingskamer dat deze met € 10.000 permaand (plus reiskosten en onkosten) niet of nauwelijks hoger kan liggen dan de management fee ad € 14.000 per maand die voorheen door Van Rheenen Management werd genoten zodat dit bezwaar nauwelijks serieus kan worden genomen. Ook de beweringen dat "de weergave van de cijfers over 2008 dubieus (is) voor wat betreft de post ‘overige vorderingen’ van € 68.000", dat het declaratiegedrag van Van Rheenen buitensporig zou zijn, dat de accountant van Channel fraude bij Channel (anders dan de door Huitema gepleegde malversaties) zou vermoeden en dat "in de markt" geen positief beeld van Brongers zou bestaan, vinden geen steun in de vastgestelde feiten, zijn door Faber Beheer ook niet anderszins geadstrueerd en moeten derhalve – als louter insinuaties – worden gepasseerd.
3.8 De in de correspondentie van juli 2008 geuite klacht dat zij onvoldoende van informatie betreffende het beleid en de gang van zaken van Channel wordt voorzien, heeft Faber Beheer vervolgens – eerst – in haar pleitnotitie opnieuw geuit. In de gedingstukken wordt evenwel geen melding gemaakt van bepaalde informatie die Faber Beheer desgevraagd niet zou hebben gekregen (waarbij de Ondernemingskamer overweegt dat "een compleet overzicht" van de financiële resultaten van de onderneming in dit verband een te weinig specifiek verzoek betreft). Dat Faber Beheer niet over "de bankbescheiden, onderliggende stukken met betrekking tot inkoop, verkoop, voorraad, inventaris, salariskosten en de juridische advieskosten" beschikt, kan op zich geen bevreemding wekken nu zij geen bestuurder meer is doch – uitsluitend – aandeelhouder en in die hoedanigheid geen recht kan doen gelden op inzage of overlegging van dergelijke primaire stukken uit de administratie van Channel. Voor het overige heeft Faber Beheer geen voorbeelden genoemd van informatie waarop een aandeelhouder als zodanig aanspraak kan maken en die haar is onthouden. Nu in de algemene vergadering van aandeelhouders van 23 mei 2008 is afgesproken dat "[d]e overlegstructuur (…) tot een minimum (wordt) beperkt" en dat "partijen (…) het erover eens (zijn) dat 1 keer per jaar voldoende is", terwijl Channel – door Faber Beheer onweersproken – heeft gesteld dat Faber Beheer ten minste één maal per maand managementinformatie en cijfermateriaal krijgt aangeleverd, acht de Ondernemingskamer ook overigens niet aannemelijk geworden dat Faber Beheer niet naar behoren op de hoogte wordt gesteld van de gang van zaken in Channel. Tot slot oordeelt de Ondernemingskamer dat de grief van Faber Beheer dat zij nietdoor Channel is geïnformeerd over haar plannen met betrekking tot haar toekomstige huisvesting reeds ter zijde kan worden geschoven omdat Channel onderscheidenlijk Van Rheenen Beheer op schriftelijke op 7 juli 2008 daarover door Faber gestelde vragen, bij brief van 22 juli 2008 uitvoerig heeft gereageerd en niet gesteld of gebleken is dat Channel daarbij relevante informatie heeft achtergehouden, noch dat Faber Beheer die reactie van Channel toentertijd onvoldoende achtte.
3.9 De Ondernemingskamer komt op grond van al het vorenstaande tot de slotsom dat het verzoek van Faber Beheer tot het bevelen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van Channel moet worden afgewezen. Op grond hiervan dient ook de beslissing op het verzoek voor zover het strekt tot het treffen van onmiddellijke voorzieningen afwijzend te luiden.
3.10 Faber Beheer zal, ten slotte, als de in het ongelijk te stellen partij worden verwezen in de kosten van het geding.
4. De beslissing
De Ondernemingskamer:
wijst het verzoek van Faber Beheer B.V., gevestigd te Zeewolde, af;
veroordeelt Faber Beheer B.V. in de kosten van het geding, deze aan de zijde van Channel Concepts B.V. en Van Rheenen Beheer B.V. tezamen tot op heden begroot op € 2.985;
verklaart deze beschikking wat de kostenveroordeling betreft uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Willems, voorzitter, mr. Faase en mr. Goes, raadsheren, drs. Izeboud RA en mr. Bax, raden, in tegenwoordigheid van mr. Van Brunschot, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de Ondernemingskamer van 16 juni 2009.
coll.: