Nederlandse gebruikers van het bpm-softwarepakket Aris van leverancier IDS Scheer, hebben zich verenigd in Stichting Aris Gebruikers Nederland (AGNL). Bpm staat voor business process management. Volgens voorzitter Marcel van Hees kunnen deelnemers meer uit hun software halen door specifieke kennis over verbetering van de bedrijfsvoering met elkaar te delen. Daarnaast moeten gebruikers door de bundeling van krachten sterker staan tegenover de leverancier. Bijvoorbeeld als ze gezamenlijk hun klachten of voorstellen kenbaar maken.
Het initiatief voor de oprichting van de Nederlandse gebruikersgroep komt van Aris-gebruikers bij kopieer- en printdienstverlener Océ, industrie- en infrastructuurautomatiseerder Cofely en vastgoedbelegger Unibail-Rodamco. Volgens leverancier IDS Scheer telt Nederland 115 organisaties die Aris-software gebruiken. Duitsland, Frankrijk, Scandinavië en de Verenigde Staten hadden al een gebruikersgroep.
Deelname aan AGNL staat open voor alle Nederlandse Aris-gebruikers. De stichting heeft als doel om voor juni 2010 een gebruikersdag en maximaal twee sessies over een specifiek thema te organiseren. Het programma van die sessies wordt samengesteld aan hand van de behoefte van de deelnemers. In 2010 wordt op basis van de ervaringen van het eerste jaar een nieuwe planning gemaakt.
Gratis BPM
Een onderwerp dat momenteel speelt binnen bpm is Aris Express. Dat is gratis bpm-software die vanaf september 2009 wordt aangeboden en die het beheer van bedrijfsprocessen tot gemeengoed moet maken. Nu wordt software voor de verbetering van bedrijfsprocessen vooral in specifieke branches en bedrijfsonderdelen gebruikt.
Daarnaast zal vermoedelijk prestatiemanagement op de agenda staan. De leverancier maakt software om de bedrijfsresultaten op basis van processen te analyseren. Door het daadwerkelijke procesverloop te meten, moeten bedrijven resultaten kunnen beïnvloeden en verbeteren en bedrijfsrisico's beheersen.
Marcel van Hees is voorzitter van de gebruikersvereniging. Hij werkt voor Ivent, de ict-afdeling van het ministerie van Defensie.