De gemeente Amsterdam stelt strenge eisen aan nieuwe datacenters in de gemeente. Een datacenter daar moet uiterst zuinig omgaan met de energie. Dat beleid is gebaseerd op het rapport 'energiebesparing van datahotels' van Energie Centrum Nederland (ECN). Leverancier Ictroom bouwt er een rekencentrum voor hoster ReasonNet. Computable nam een kijkje.
Grote blauwe schermen staan voor het kantoor van hostingpartij ReasonNet in Amsterdam. Bouwvakkers lopen in en uit. De grote garagedeuren staan open. Uit het gebouw komen timmer- en boorgeluiden. Ictroom bouwt er aan een nieuw datacenter voor de hoster. 'We wilden een eigen hostomgeving', zegt directeur Leo Habers van ReasonNet. Het bedrijf wil zo meer invloed op de mileubelasting van het datacenter dat het gebruikt. 'We gebruiken nu bijvoorbeeld stroom van Greenchoice, wat betekent dat de stroom puur en alleen door windmolens wordt opgewekt,' zegt Habers. Voor het datacenter staat een klein betonnen gebouwtje waarin een eigen transformator is geplaatst. Vanuit de transformator wordt de benodigde energie vanuit het openbare net geleverd. Als de stroom uitvalt, dan zorgt een aggregaat voor energie. 'Deze dieseltank verzekert dat de aggregaat 24 uur lang stroom kan leveren', zegt strategisch consultant Theo Arendzen, terwijl hij wijst op een grote tank die naast het aggregaat staat. In de tijd dat het aggregaat start, worden de klanten op zaal van energie voorzien door de redundant opgestelde UPS-unit. Zo wordt uitval van stroom voorkomen.
Arendzen loopt verder. Hij loopt langs bouwpuin en volle tafels, waar werktekeningen en andere documenten liggen en mokken en pakken vruchtensap staan. De volgende ruimte oogt veel rustiger. De muren en het plafond zijn wit. De ruimte is leeg, alleen achterin een hoek trekken installateurs kabels. Daar is de vloer nog niet gesloten, maar ontbreken er tegels in de zwevende vloer. Onder de vloer liggen kabels. 'Hieronder stroomt de koude lucht', legt hoofd operations Alex van der Linden uit. Als er straks serverkasten in de ruimte staan, komt de koude lucht tussen de kasten omhoog en stroomt langs de servers via de zogeheten cooling alley. Aan de andere kant van de kast komt de lucht er dan weer warm uit. Die lucht gaat naar boven en wordt door koelunits in de zaal weer gekoeld om daarna weer onder de vloer te worden geblazen. Dit moet zo efficiënt mogelijk gebeuren. Energie kan vooral worden bespaart bij het koelen. In dit datacenter zijn verschillende slimme technieken gebruikt om te voldoen aan de eisen van de gemeente. Amsterdam hanteert hiervoor strenge regels, een datacenter in Amsterdam moet een zogeheten Energy Usage Effectiveness (EUE) hebben van 1,3 of lager. Dit getal is de verhouding tussen het energieverbruik van het datacenter en het verbruik van de servers. Het is het eerste datacenter in Amsterdam dat aan deze eisen voldoet. Volgens de berekeningen komt de EUE van het datacenter uit op 1,27.
Zaken doen met Amsterdam
Hoster ReasonNet wist waar het aan begon door een datacenter in Amsterdam neer te zetten. 'Ik werkte ooit bij een mediabureau in Amstelveen en dat kreeg weinig klanten. Die wilden alleen zaken doen in Amsterdam. Het is voor klanten een gevoelsmatige kwestie', zegt Habers. De bouw van het datacenter gaat hem ongeveer vier miljoen euro kosten, verwacht wordt dat dit bedrag binnen zes jaar terug verdiend wordt.
Bovenin het hoge plafond van de ruimte zit een groot gat. Hier komt het afvoerkanaal dat de warme lucht en de rookgasafvoer van het aggregaat naar buiten brengt. De leverancier had ervoor kunnen kiezen deze afvoer aan de voorkant van het gebouw te plaatsen. Dat zou echter weer extra vergunningen vereist hebben. 'We hebben ervoor gekozen de installatie in het plafond te plaatsen zonder het gebouw zelf te wijzigen. Dat is gunstig voor het vergunningentraject', zegt projectmanager Richard van Son. Het bedrijf zet het datacenter neer in dertien weken. Dat vergt een strakke planning, zegt van Son. Niet alleen kient het bedrijf de vergunning slim uit, ook wat betreft producten is het passen en meten. 'Sommige producten hebben een lange levertijd. Hier wordt de planning grotendeels op gebaseerd. Bovendien wordt na oplevering alles uitvoerig getest. We testen bijvoorbeeld ook wat er gebeurt als de stroom uitvalt en de generator met de UPS-units moet werken.' Deze test moet aantonen dat de installatie functioneert.
Meer bouwvakkers
De route gaat verder langs meer bouwvakkers, installateurs, trapladders en stukken plastic. Arendzen wijst op sensoren in de lege ruimte. 'Die lichtsensoren zien of iemand in de ruimte is en alleen dan gaat het licht aan. Dat lijken kleine dingen, maar zorgen wel voor een besparing van energie.' Hij gaat voor de trap op naar het dak van het gebouw. Daar staan grote ventilatoren in rijen opgesteld. 'Dat ziet er strak uit', zegt Van der Linden tegen Van Son. Hier op het dak wordt de lucht gekoeld.
De drie mannen lopen terug naar beneden. In een grote ruimte staan zwarte serverkasten opgesteld in tien rijen in cooling alley-opstelling. 'Hier moeten alleen nog de servers in', zegt Arendzen. Van Son: 'We maken sommige ruimten eerder geschikt zodat onze klant de vloer al beschikbaar kan stellen aan zijn klanten.' Een van de klanten die het datacenter gaat gebruiken is Hyves. Zij gaan 'hun ruimte' extra mooi aankleden. 'De wanden worden geschilderd en er komen camera's te hangen', zegt Habers. 'Mensen kunnen dan zien wat er in het datacenter gebeurt. Dan wordt het tastbaar. We hebben de mogelijkheid ons datacenter aan de andere kant van het pand uit te breiden, weer met Ictroom. Onze doelstelling voor datacenter efficiency willen wij nog verder verbeteren. We denken dan aan een EUE van 1,2 of lager.'
Als Amsterdam energiezuinig wil zijn, lijkt het mij zonde om de warmteafgifte van de koelers zo de lucht in te blazen (Zie de opgestelde rij koelunits op het dak.
Is er geen buurman of een kantoorunit bij het datacentrum die (zeker in de winter) graag de warmte gebruikt voor verwarming van zijn pand?
Dan bespaar je samen extra energie. Op veel plaatsen worden namelijk lucht-warmtepompen gebruikt om energie te besparen en hier blaas je de warmte zomaar weg.
Even over je schutting kijken en samenwerken kan zo zijn voordelen hebben.
Mari, naar aanleiding van jouw opmerking heb ik aan de projectleider van DC-2 gevraagd wat voor mogelijkheden hiervoor bestaan. Volgens hem is niet mogelijk cq rendabel de warmte te gebruiken voor de verwarming van panden. Of hij de door ons gebruikte techniek bedoelde of in het algemeen, weet ik niet.
Het is triviaal duidelijk dat het scheiden van een ‘cold isle’ van een ‘warm isle’ een goed plan is voor het effectief rond-pompen van gekoelde lucht. Uiteraard kost het koelen van die lucht nog steeds zeer veel energie.
Het lijkt mij zeer aantrekkelijk om de temperatuur van de ‘koele lucht’ hoger te kiezen, bijvoorbeeld 30 of 35 graden C. Mijns inziens zal alle server apparatuur dan nog steeds prima werken: normaal is de server-interne koeling sterk overgedimensioneerd. Bij een hogere inlaat-temperatuur zullen de (temperatuurgeregelde) interne ventilatoren wat sneller gaan draaien, en zullen de componenten hoogstens een graad of 10 warmer worden. Bij een inlaat-temperatuur van 30 of 35 graden hoeft er helemaal geen lucht-koel-installatie meer te zijn! Die temperatuur kan eenvoudig bereikt worden door de inlaat-lucht te maken met een variabele mengverhouding van terug-gevoerde warme lucht en verse buiten-lucht.
Mijns inziens zou dat een enorme hoeveelheid energie besparen, naast misschien ook nog enige besparing in installatie-kosten. Datacenters op locaties met een koel en stabiel klimaat (waaronder Nederland) hebben dan een duidelijk voordeel boven locaties op warmere plaatsen op deze wereldbol.
Het terugwinnen van de warmte en gebruiken als ruimteverwarming van bijvoorbeeld in de buurt gelegen woningen is welzeker erg goed mogelijk. Met ons architectenbureau hebben we onlangs de eerste supermarkt opgeleverd waarvan de ruimte in 98% van de tijd wordt verwarmd met de restwarmte van de koelapparatuur zonder noemenswaardige installatietechnische wijzigingen.
Michiel; voordat je dat soort uitspraken doet, doe eerst even je huiswerk. Er zijn geen in de buurt gelegen woningen. Het is een industrieterrein met voornamelijk industriele bedrijven. Er kan in de buurt niet echt wat met de warmte gedaan worden – en de warmte kan natuurlijk ook vrij lastig over grote afstanden getransporteerd worden (althans.. niet rendabel)
Reactie op Jos; op advies van gemeente Amsterdam heb ik de serverruimte (geprobeerd) te koelen op 27 graden.. De warmte liep echter veel verder op, tot 35 graden C. Onze UPS ging gek doen, interne koelsysteem van de servers (en dat zijn geen kleine servertjes) draaien op hun hoogste toeren ,kreeg bij ��n ESX (virtual) server noodsignalen dat de temp. van de geheugenmodules te hoog was (CPU was op het randje) en de deur van de server ruimte trok bijna krom.. Totdat de gemeente met een beter advies komt, heb ik de temp. van de Airco ondertussen alweer lager gezet..