Het Nationaal Georegister is van start gegaan. Op deze index kunnen overheden en bedrijven hun geografische informatie kwijt. Het vinden, gebruiken en uitwisselen van geo-informatie moet via dit register worden verbeterd. Beheerder is de stichting Geonovum die overheden ook aanspoort hun informatie via de site www.nationaalgeoregister.nl beschikbaar te stellen.
'Er is veel gevarieerde geo-informatie over bijvoorbeeld het wegennet, de bodemopbouw en de milieukwaliteit in Nederland', vertelt Michel Grothe, architect van Geonovum. 'Om de beschikbaarheid ervan te vergroten en overheden te stimuleren hun informatie beter toegankelijk te maken, is het Nationaal Georegister opgezet. Overheidsinstellingen en bedrijven kunnen hun geo-informatie in deze index invoeren met de beschrijvingen als datasets of als webservices.'
Volgens Grothe is het hierdoor makkelijker bestaande gegevens te vinden en te (her)gebruiken. Wie informatie zoekt, kan beschikbare gegevens snel filteren via de gepubliceerde metadata. In veel gevallen is de informatie via het nationale register direct te raadplegen en op te halen. Ook is het mogelijk om met een eigen zoekdienst de centrale catalogus aan te roepen.
Momenteel zijn het vooral rijksoverheidsinstanties die data hebben ingevoerd, zegt Grothe. Hij wijst op de Nieuwe kaart van Nederland en de Ecologische hoofdstructuur. Sommige provincies, zoals Drenthe, en gemeenten zijn ook bezig met de invoering van bijvoorbeeld ruimtelijke plannen.
Winnaars
Het Nationaal Georegister heeft niet de status van basisregistratie, zoals de BAG (Basisregistraties Adressen en Gebouwen), BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) en de BRO (Basisregistratie Ondergrond) en er geldt geen verplichting tot invoering van geo-informatie. 'Geonovum tracht overheden ervan te overtuigen dat meedoen voordelen biedt. Instanties zijn bijvoorbeeld minder tijd kwijt aan het onderling versturen van bestanden als de informatie via het register beschikbaar komt. Ook kunnen bedrijven met de beschikbare informatie diensten ontwikkelen waar overheden ook wat aan kunnen hebben.'
Hij noemt Landinkaart, een webservice van Arcadis waarbij meerdere externe bronnen met ruimtelijke gegevens worden verzameld en op de kaart gecombineerd en inzichtelijk gemaakt worden in de vorm van een PDF-rapportage. Ook verwijst hij naar een wedstrijd op het elfde congres van de internationale geo-vereniging GSDI (Global Spatial Data Infrastructure), waarbij jongeren een geotoepassing moesten ontwikkelen. De winnaars waren twee jongens van 11 en 9 jaar die een website – puckipedia.nl – ontwierpen met veilige verkeersroutes naar school aan de hand van gegevens over verkeersongelukken van Rijkswaterstaat.
Samenhangend
'We proberen het publiceren van ruimtelijke informatie laagdrempelig te houden, zodat dat niet veel tijd kost. Overheden beschikken bovendien al over de metadata. Alleen het omzetten in webservices kost geld.' Grothe meldt dat er wel een wettelijke verplichting geldt ten aanzien van milieugegevens. In het kader van de Europese richtlijn Inspire moeten milieugegevens (datasets) van overheden uiterlijk rond 2011/2012 vindbaar en opvraagbaar zijn. Het Nationaal register bevat nu een zoekfunctie voor Inspire-metadata.
Volgens Grothe kent het nationale register een breder perspectief dan de verschillende basisregistraties. 'We gebruiken onder andere ook data van het KNMI, zoals een webservice voor een buienradar, en meetgegevens van natuurorganisaties en het Rivm, zoals de depositiekaart over luchtverontreiniging'. Hij stelt dat er koppelingen zullen komen tussen het register en de verschillende basisregistraties en andere indexen, zoals de in aanbouw zijnde Nationale Databank Wegverkeersgegevens.
Geonovum heeft de opdracht voor het bouwen van het Nationale Georegister gekregen van het ministerie van Vrom. De index past in de doelstelling van het programma Gideon, waarbij Vrom met partners als het Kadaster en kennisinstellingen en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de overheid in 2011 één samenhangende infrastructuur voor geo-informatie ingevoerd wil hebben.
De index is gebouwd met open source software. De basis ervan vormt het Geo Network, een al bestaand indexsysteem dat oorspronkelijk is gemaakt voor de Verenigde Naties. Met behulp van partners als Geocat en zzp'ers is het systeem op maat gemaakt voor de Nederlandse situatie.
Stichting
Geonovum is in april 2007 van start gegaan. De stichting zet zich in voor een goede toegang tot geo-informatie binnen de publieke sector en beheert en ontwikkelt de standaarden die hiervoor nodig zijn. Geonovum wordt financieel gesteund door de ministeries van Vrom, LNV en V&W, het Kadaster en TNO. Medewerkers zijn grotendeels vanuit overheidsorganisaties en onderzoeksinstellingen gedetacheerd.
Opvallend, die twee jonge jongens met hun veilige schoolroutes. Zeker een soort wizz-kids? Ben benieuwd of we nog meer van ze gaan horen…