Nederland is gestegen naar de 3e positie op de wereldwijde ranglijst van internationale concurrentieposities op ICT-gebied. Deze jaarlijkse lijst is vandaag gepubliceerd door de Economist Intelligence Unit en IBM.
Nederland stond vorig jaar nog op de 7e plaats en heeft zich dus verbeterd ten op zichte van 2008. Hoewel de positie van Nederland de afgelopen jaren wat geschommeld heeft, kan over de periode sinds 2001 een duidelijke en gestaag stijgende trend worden geconstateerd. Uit het onderzoek komen de volgende succesfactoren en punten ter verbetering naar voren:
Succesfactoren voor Nederland:
• Nederland neemt op het gebied van connectiviteit en technologische infrastructuur samen met Zwitserland de eerste positie ter wereld in;
• Nederland staat op de tweede positie als het gaat om het juridische klimaat;
• Nederland doet het goed qua ICT gebruik, zowel door consumenten als bedrijven.
Punten waarop Nederland verder zou kunnen verbeteren om een nog hogere positie te bereiken, zijn:
• Het algemene business klimaat: gevolgen van de huidige economische situatie in combinatie met aantrekkelijkheid van de Nederlandse markt in het algemeen.
• Verdere stimulering van e-participatie. Dit doet de Nederlandse overheid nu al door midel van projecten als Digibewust en Digivaardig.
"Nederland heeft zich ten opzichte van vorig jaar opnieuw verbeterd. Dit rapport laat zien dat Nederland tot de best presterende landen wereldwijd behoort" aldus Peter Korsten, Vice-President en Global Leader van het Institute for Business Value van IBM.
Frank Heemskerk, Staatsecretaris van Economische Zaken heeft van Peter Korsten een exemplaar van het rapport overhandigd gekregen.
MethodologieE-readiness wordt door het IBM Institute for Business Value en de Economist Intellligent Unit gemeten aan de hand van bijna 100 kwalitatieve en kwantitatieve criteria binnen zes duidelijke aandachtsgebieden. De zes aandachtsgebieden zijn: connectiviteit en technologische infrastructuur, bedrijfsomgeving, de mate waarin e-business is geadopteerd door consumenten en bedrijven, overheidsbeleid en -visie, sociale en culturele omgeving en de juridische omgeving.