Lekker bladeren door de dikke catalogus van het postorderbedrijf en door de vakantiegidsen met aanlokkelijke zonbestemmingen. Tegenwoordig doe je dat ook als je iets nodig hebt van je gemeente. De gemeentelijke productencatalogus bevat enkele honderden producten en diensten die te maken hebben met geboorteaangifte, begraven/cremeren en het leven wat daar tussen zit. Plaatjes zijn er niet bij, maar daar moet de gemeente het ook niet van hebben. Wel van actualiteit en betrouwbaarheid. Wie is hiervoor verantwoordelijk? De gemeente zelf, maar met hulp van de commercie.
Omdat producten en diensten van elke gemeente genetisch zijn bepaald door landelijke wetgeving, is er de centrale aanpak van de gemeentelijke productencatalogus bedacht. Vanuit de ICT is er een oplossing die de gemeente aan haar website kan toevoegen waarbij ze er zelf een eigen ‘smaak' aan geeft. Landelijke teksten kunnen namelijk worden aangevuld met (of vervangen door) gemeentespecifieke informatie.
Gemeenten zijn echter overgeleverd aan de grillen van de commercie en daarbij is er sinds het ontstaan van het fenomeen gemeentelijke productencatalogus flink aan partnerruil gedaan. Dat heeft geleid tot veel onduidelijkheid bij gemeenten en soms de min of meer gedwongen keuze voor een andere leverancier. CMS-leverancier SIMgroep is gebrouilleerd met Impactive. Jarenlang leverden zij de OverheidsProductencatalogUS, kortweg OPUS. Impactive is er met OPUS vandoor gegaan en partnert nu met de concurrent Green Valley. SIMgroep is maar gauw met een eigen productencatalogus gekomen (SIMloket) en heeft voor het noodzakelijke kennismanagement uitgeverij Kluwer aan zich weten te binden. Alleen weten de klanten dit nog niet en blijkt de content van de websites van de SIM- gemeenten inmiddels sterk verouderd. De moeder der gemeentelijke productencatalogi, VIND, ooit ontsproten aan het overheidsinitiatief OL2000, vinden we nu terug bij de zojuist genoemde Sdu.
Behalve de overlast die er bij gemeenten ontstaat door dit stuivertje wisselen, moeten we vooral een vraagteken zetten bij het welzijn van het kind, de productencatalogus. Leidt het aangaan van de genoemde nieuwe samenwerkingen niet teveel af waardoor de actualiteit en betrouwbaarheid van de gemeentelijke informatie in het geding komt? Het antwoord: Ja!
Robert van Vliet is adviseur e-overheid.
Gezien de mogelijkheden van de techniek zijn wij het er helemaal mee eens dat de standaard productencatalogus eigenlijk zijn tijd heeft gehad. Daarom zijn we met OPUS+ bezig om deze bij gemeenten in te zetten als de centrale kennisbank binnen de gemeente die alle informatie over de dienstverlening bevat en die de gemeente via elk kanaal in kan zetten. Daarmee verschuift de aandacht van communicatie naar kennismanagement en van informatieverstrekking naar het primaire proces. Voor de burgers en bedrijven zal dit betekenen dat de informatievoorziening veel interactiever �n op de persoonlijke situatie is toegesneden. Dan hoef je helemaal niet meer te weten welke ‘producten’ er zijn: je eigen situatie, wens of vraag is dan bepalend.
Voordeel voor gemeenten is dat het actueel houden van hun content zowel technisch als organisatorisch eenvoudiger is.
Jo�l van der Meer, Impactive
“De moeder der productencatologi” zoals VIND door Van Vliet terecht wordt genoemd staat voor Vraaggerichte Interactieve Nederlandse Dienstencatalogus, en is dus opgezet om vraag naar en aanbod van publieke diensten te koppelen. Hoe dat gebeurt en met welke software doet er niet toe. Maar in alle gevallen moeten inhoud en omschrijving van overheidsdiensten uniform en actueel zijn,
Matt Poelmans, oud-programmamanager OL200