Het gebruik van open source-software is populair! Als je in het bedrijfsleven en binnen de overheid gaat kijken hoeveel open source-software gebruikt wordt is dit aanzienlijk. Echter, het is niet de adoptie die je zou verwachten van software waar geen licentiekosten voor betaald hoeft te worden. In dit artikel worden twee redenen beschreven waarom klanten vaak niet voor open source kiezen. Daarnaast wordt stil gestaan bij de mogelijkheden om deze klantkeuzes te beïnvloeden om zo van open source een booming business te maken.
Steeds meer bedrijven en overheden maken gebruik van open source-software of brengen closed software naar de open source-wereld. De motie Vendrik, die in 2002 is aangenomen in de Tweede Kamer, stimuleert het gebruik van open source-software in de publieke markt door deze dezelfde kans te geven als commerciële software. Met deze motie is tot het jaar 2007 weinig gedaan. In 2007 is het actieplan Nederland Open in Verbinding aangenomen, van waaruit het stimuleren van open source-software daadwerkelijk wordt opgepakt. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat bij aanbestedingen in de publieke sector de voorkeur wordt gegeven aan open source-software bij gelijke geschiktheid met closed source-software.
Als je in het bedrijfsleven en binnen de overheid gaat kijken hoeveel open source-software gebruikt wordt is dit aanzienlijk. Echter, het is niet de adoptie die je zou verwachten van software waar geen licentiekosten voor betaald hoeft te worden. Twee van de redenen die ik vaak bij klanten hoor voor het niet kiezen van open source is het feit dat het lastig is om te beoordelen of een open source-product gelijke geschiktheid heeft ten opzichte van een closed source-product en dat het lastig is om het support op open source-producten ingeregeld te krijgen. Vooral als het gaat om een combinatie van meerdere open source-producten wordt dit laatste als problematisch ervaren in zowel het bedrijfsleven als binnen de overheid.
Geschiktheid van een open source-component
Een belangrijke reden voor het feit dat klanten het lastig vinden om de geschiktheid van een open source-product te bepalen ontstaat door het menselijke aspect uit het besturingsmodel rond open source. Anders dan bij een commerciële softwarevendor is de eigenaar van open source-product geen bedrijf, maar een community. Een community is een samenwerkingsverband rond een open source-product waarbij de deelnemers zich geografisch over de hele wereld kunnen bevinden. Een community bestaat uit gebruikers, contributors en committers. Gebruikers zijn personen of bedrijven die een open source-product gebruiken. Contributors zijn ontwikkelaars die meewerken aan een open source-product door code te maken of aan te passen. Contributors bieden hun gemaakte of gewijzigde code aan de committers aan, die vervolgens bepalen of de code geaccepteerd wordt of niet.
Zoals eerder gezegd ligt het probleem niet aan het besturingsmodel zelf, maar aan de menselijke kant daarvan. Over het algemeen zijn de contributors en committers technische mensen die heel goed in staat zijn een product te realiseren, maar veel minder goed zijn om een open source-product functioneel te beschrijven en in de markt te zetten. Veelal ontbreken productbeschrijvingen waaruit een niet-techneut eenduidig kan afleiden wat een product kan, waar de sterke punten liggen en waar je een product vooral niet voor moet gebruiken. Voor de gebruikers geldt vaak dat zij een beperkte technische achtergrond hebben en de technische beschrijvingen van de contributors en committers niet begrijpen of kunnen plaatsen. Voor technische componenten zoals een applicatieserver valt dit vaak nog mee omdat de gebruikers hiervan een technische achtergrond hebben, maar vooral bij businesscomponenten zoals enterprise content management-systemen en rules engines is dit een groot probleem. Gebruikers van businesscomponenten zijn vaak de businessanalisten en businessarchitecten. De personen die deze rollen vervullen zijn ook vaak betrokken bij aanbestedingen waarin zij advies moeten geven over de tooling aan de besluitvormers. Op basis van de beschikbare documentatie kunnen zij vaak niet inschatten of een open source-product gelijkwaardig is aan een commercieel product met als gevolg dat in dit soort gevallen, vaak onderdruk van sales, voor het commerciële product wordt gekozen.
Om probleem op te lossen is een toevoeging in het besturingsmodel nodig. Tussen de gebruiker en de contributor/commiter zal een extra laag moeten worden ingebouwd die zorgt voor de vertaling van de technische belevingswereld van de contributor en de commiter naar de business/functionele belevingswereld van de gebruiker. Voor een aantal soorten componenten zoals cms en ecm zie je dit al gebeuren. Bij andere soorten is dit nog helemaal niet het geval. De leeftijd en de volwassenheid van een component is vaak maatstaf of het wel of niet gebeurd. Wanneer er wel sprake is van een rol waarbij een vertaling wordt uitgevoerd tussen de technische en de functionele belevingswereld wordt deze rol opgepakt door commerciële bedrijven die verschillende open source-componenten packagen en als stack uitleveren aan klanten. Voorbeelden van dit soort bedrijven zijn Red Hat en Intalio. Daarnaast zie je ook vaak dat system integrators deze rol op zich nemen voor hun klanten.
Support op open source-producten
Een andere reden dat klanten vaak niet kiezen voor open source-producten is het feit dat zij geen inzicht hebben in de supportmogelijkheden van open source of het lastig vinden om het support in te regelen. Wanneer een klant verschillende open source-producten van verschillende communities inzet is dit laatste voor een klant ook een lastige zaak. Zeker als deze klant zelf geen ict-afdeling heeft. Daarnaast is het support beleggen bij de community ook geen veilig gevoel voor een klant omdat een community een los samenwerkingsverband is en niet de juridische zekerheid geeft zoals een bedrijf dat doet.
Om de adoptie van open source tot een nog groter succes te maken is het daarom van belang dat de support issues van open source-producten worden opgelost. Een deel van dit probleem wordt opgelost door de bedrijven die een aantal open source-componenten packagen en in een stack aanbieden aan de markt. Veelal kan je hierbij ook een supportcontract afsluiten die het support van de losse open source-componenten afdekken en ook de integratie tussen de componenten. Voorbeelden van dergelijke bedrijven zijn Red Hat die een technische stack met open source-producten aanbiedt, zoals Linux en JBoss-applicatieserver, en Intalio die een stack met businessproducten aanbiedt, waaronder Alfresco en Intalio BPM. Het aantal bedrijven dat zich richt op dergelijke stacks groeit sterk. Naast dit soort bedrijven hebben ook de grote system integrators steeds vaker een (beheer)afdeling die de support van open source-producten garanderen.
Conclusie
Het gebruik van open source-software is weliswaar populair, maar nog niet de booming business die er al tijden van wordt verwacht. Als we in staat zijn om de besluitvormers van productselectietrajecten inzicht te geven in de mogelijkheden en de volwassenheid van open source-producten, is een grotere inzet te verwachten. Als dan ook de support op, de voor een oplossing noodzakelijke, open source-producten belegd kan worden bij een beperkt aantal bedrijven (bij voorkeur één) kan een booming business niet meer uitblijven.
Het integratievraagstuk is bij closed source even groot of zelfs groter dan bij opensource dus dit is geen overtuigend arguement. Van veel opensource producten is tegenwoordig ook een enteprise versie beschikbaar inclusief een 24/7 supportcontract dus daar kan de vertraagde adoptie van opensource ook niet (meer) aan liggen.
“vaak onderdruk van sales, voor het commerci?le product wordt gekozen. Dit is de ware reden aangezien het marketingbudget voor closed software (nog) vele malen groter is dan voor opensource. De nieuwe generatie ict’ers groeit echter op met opensource. Op termijn zullen zij doorgroeien naar management functies en wordt en zal dit marketingprobleem “vanzelf” opgelost. Initiatieven vanuit de overheid en meer opensource in het onderwijs zullen dit proces alleen maar versnellen. Bij alle grote commerci?le spelers in de markt zien we ook steeds meer opensource initiatieven (zelfs bij Microsoft!) dus het is gewoon een kwestie van tijd dat de keuze vaker op opensource zal vallen.
Ik merk inderdaad ook dat veel bedrijven nog terughoudend zijn in het mee afwegen van Open Source oplossingen. In mijn ervaring is dit in de meeste gevallen een kwestie van onbekendheid met het ‘model’, de producten of de voor- en nadelen. Wat mij betreft moet er ook vooral gewerkt worden aan de volwassenheid en bekendheid van producten (in tegenstelling tot het ‘model). Bij grotere bedrijven zien ICT-leveranciers ook wel dat ze zonder een dikke Microsoft- of Oracle architectuur niet serieus genomen worden.
Ben het eens met de constatering dat het voor veel Open Source oplossingen nodig is om meer aandacht te hebben voor de vertaling van techniek naar functionaliteit.
1. Het steeds weer gemaakte verschil tussen open source en commercieel BESTAAT NIET!!! Het kenmerkende verschil tussen open source en closed source is, dat het ene product open en transparant is en het andere gesloten en omgeven door een waas van geheimzinnigheid. Zit er nou wel of geen spyware in verstopt bijvoorbeeld.
Binnenkort vindt de officiele passering bij de notaris plaats van de vereniging OSSLO, waarin zich Nederlandse leveranciers van open source software hebben verenigd.
2. Dat open source software een heel ander eco-systeem kent dan closed source is juist. Aan open source wordt vaak OOK door vrijwilligers meegewerkt. Veelal zijn bedrijven echter de sponsoren. Of het nu gaat om Open Office (SUN, Oracle), Asterisk (Digium) of Covide (Terrazur)
3. De belangrijkste reden van de nog ontbrekende adoptie van open source in het bedrijfsleven is van veel minder transparante aard. Als ‘expert’ heb ik onlangs een pittig artikel geschreven met als titel: ‘SaaS: dreiging voor gebruiker of ICT-professional?’. Ik had SaaS ook kunnen vervangen door open source, want de strekking blijft dezelfde. Het zijn de ict-professionals (zowel intern als extern binnen bedrijven actief) die hun zorgvuldig opgebouwde macht natuurlijk niet zomaar prijsgeven.
In mijn ogen heeft het te maken dat er het zelfde aan de hand is als in 1980. Alleen echte technology-geeks konden een pc gebruiken. Kijk nu maar eens.
Zo zal het ook met open source gaan.
Wat ik wel adviseer is dat er een aantal open source partijen een stichting oprichten met als doel de promotie en verduidelijking van open source. Later zou dit kunnen uitgroeien tot een open source-branche vereniging.
Daarnaast heeft het invoeren van open source alles te maken met verandermanagement. Dus ook alle ‘fouten’ worden hierbij gemaakt en alle ‘weerstanden’ en angst voor verandering treedt daar dan ook op.
Groet,
Gerard