De enige constante in informatietechnologie is verandering. Maar wat voor de ene persoon een verbetering is, vormt voor de andere een verstoring. Vooral wijzigingsverzoeken leveren de nodige problemen op.
Vanuit de projecten en ontwikkelingskant lijkt alles te wachten op 'changes' die maar niet opschieten omdat de beheerpartij weigert deze te begrijpen. Aan de beheerkant ziet men vooral ondoordachte, vage en onduidelijke wijzigingsverzoeken. De ene keer wil men een server ingericht hebben zonder dat die past in de beheerarchitectuur, de andere keer is er een ‘kleine' firewallwijziging die feitelijk het hele netwerk openzet. Ik maak ook nogal eens DNS-wijzigingen mee die eerdere ontwerpfouten moeten oplappen.
Het gaat heel vaak fout met wijzigingsverzoeken. Een van mijn projectmanagers heeft als principe dat elke change drie keer moet worden gepland. De eerste keer blijkt men er niet klaar voor te zijn, de tweede keer gaat het fout, en pas bij de derde keer lukt het.
Met al die ellende is de verleiding groot om het changeproces verder te bureaucratiseren. Door nog meer regels, procedures en commissies in te richten hopen we dat er minder fouten worden gemaakt. Maar het vertrouwen over en weer wordt daar niet beter van, en dat komt de informele samenwerking niet ten goede. Alleen dat wat je begrijpt kun je bureaucratiseren. Bij de rest werken de meeste regels averechts.
Barack Obama heeft een volk geïnspireerd en achter zich gekregen met de oproep: "Change we can believe in!" We hebben verandering nodig waar we in kunnen geloven. En waarom moeten we er in geloven? Omdat gewone mensen die samenwerken voor een doel waarin ze allemaal geloven in staat zijn tot buitengewone prestaties.
Misschien dat dat ook een leidend principe in uw volgende change-overleg kan zijn.
Bij elk wijzigingsvoorstel kijken we elkaar recht in de ogen en vragen ons af: kunnen alle betrokkenen in deze change geloven? En dan pas kijken we of het in de procedures past.
Peter van Eijk is onafhankelijk adviseur (www.digitalinfrastructures.nl).