Bedrijven gebruiken steeds meer applicaties om voor te kunnen blijven op de concurrentie. Applicaties ondersteunen tenslotte processen waarmee organisaties zich kunnen onderscheiden. Meer applicaties betekent echter ook meer data en daarmee de behoefte aan opslagcapaciteit. Uit onderzoek van IDC bleek onlangs dat filegebaseerde opslag op jaarbasis tussen de 50 en 120 procent groeit. Dit komt voor een groot gedeelte door de groei van het aantal applicaties in bedrijven
De groei in applicaties en data brengt een aantal beperkingen in databeheer aan het licht. Dat dwingt beheerders om uit te kijken naar andere manieren om veel voorkomende problemen aan te pakken.
– Het gebruik van afzonderlijke fileservers leidt tot data-eilanden. Een gebruiker die eenmaal zijn homedirectory op een fileserver heeft staan is lastig te verleiden om schijfruimte op een andere fileserver te gaan benutten. Dat maakt het lastig om opslagcapaciteit efficiënt te benutten. De ene server zit voor 95 procent vol, een andere wordt maar voor 15 procent benut.
– Ondernemingen stellen hogere eisen op het gebied van continuïteit. Dit zal in de regel leiden tot een zwaardere aanslag op de back-upcapaciteit.
– Uit het onderzoek van IDC bleek dat back-ups veelal uit oude, onveranderde files bestaan, waar al vele malen een back-up van was gemaakt. Daarnaast bevatten back-ups veel files die niet bepaald bedrijfkritisch zijn, zoals mp3-bestanden. De back-up kan soms voor 80 tot 90 procent uit dit soort bestanden bestaan, waardoor de back-upkosten onnodig oplopen.
– Het is in de regel efficiënter om data van een aantal decentrale fileservers te migreren en te consolideren op een groter, centraal NAS-systeem. Migratie van de bestanden is echter een lastige klus. Migratie moet bijna altijd buiten kantooruren plaatsvinden en in een globale economie blijft er dan weinig tijd over. Een dergelijke migratie kan zes maanden tot een jaar in beslag nemen.
Er is duidelijk behoefte bij bedrijven om bestanden gedurende hun bestaan te beheren; van creatie via archivering tot de uiteindelijke vernietiging. Als het niet mogelijk is om informatie automatisch en zonder serviceonderbrekingen te migreren van kostbare opslagsystemen naar goedkopere opslag, zal dat leiden tot hoge kosten. Men ziet zich gedwongen uitbreidingen aan te schaffen op de bestaande (dure) systemen en de opgeslagen data handmatig te beheren. Dit is erg arbeidsintensief en daardoor kostbaar.
Netwerkgebaseerde file-virtualisatie is de techniek bij uitstek om deze issues aan te pakken. De presentatie van de dataopslag wordt virtueel en dus losgekoppeld van de fysieke opslagsystemen. Hierdoor is het mogelijk om, middels geautomatiseerde policies, eerdergenoemde uitdagingen te lijf te gaan. Het is nu mogelijk bestanden over verschillende opslagcategorieën te verdelen met verschillende karakteristieken als het gaat om prestaties, capaciteit, beschikbaarheid en kosten. Zo kan een homedirectory verdeeld worden over een aantal opslagsystemen: de data die dagelijks gebruikt wordt, staat op een fiberchannel disk, bestanden waar al zes maanden niet naar omgekeken is, migreren automatisch naar een SCSI-disk en mp3-bestanden staan op SATA-disk. Het spreekt voor zich dat bij het maken van de dagelijkse back-up nu gemakkelijk onderscheid is te maken tussen dagelijks gebruikte bestanden, inactieve bestanden en mp3-bestanden. De bestanden waar je al zes maanden niets meer aan hebt veranderd, hoeven niet meer in de dagelijkse back-up te worden meegenomen, dat scheelt flink in tijd en kosten.
De gebruiker communiceert niet langer met de fysieke fileserver, maar met de intelligente file-virtualisatielaag in het netwerk. Deze virtualisatielaag acteert als een proxy en opent bestanden ten behoeve van de gebruikers. Daardoor is de virtualisatielaag altijd precies op de hoogte welke bestanden geopend zijn. De virtualisatielaag maakt het mogelijk om migraties uit te voeren terwijl de gebruikers gewoon doorwerken. Files die open staan worden simpelweg achter in de queue geplaatst en op een later tijdstip gemigreerd. Je kan (migratie)policies uitvoeren zonder serviceonderbrekingen en volledig transparant voor de gebruikers. Bijkomend voordeel is dat dit een functie is in het netwerk en daarom niet afhankelijk is van een bepaald merk. Je kan met een tweede fabrikant aan de slag, zonder vervroegd afschrijven van de bestaande infrastructuur.