De ICT Expeditie 2009 beschreven van dag tot dag.
Het Wrangell-gebergte ligt in de zogenoemde Alaskan Panhandle, de zuidoostelijke regio van Alaska die tussen British Columbia en de Grote Oceaan ligt. De bergketen omvat enkele van de hoogste vulkanen van de Verenigde Staten. Statistisch gezien is juni de beste maand om het Wrangell-gebergte te beklimmen.
De top van Mount Sanford (4949 meter boven zeeniveau) is het doel van de expeditie. Het is de op vijf na hoogste berg van Noord-Amerika. De route langs de Sheep-gletsjer is een beklimming van gemiddelde zwaarte – Alaska Grade I – met een hoogteverschil van 4300 meter.
Op verschillende punten in de tocht kan er worden genoten van het uitzicht op Mount Blackburn, de vulkaan Mount Wrangell en de piramidevormige Mount Drum Mount, die lijkt op de bekende Japanse Mount Fuji. Hoewel de beklimming nergens werkelijk steil omhoog gaat, is het wel een uitdaging de juiste route te kiezen in het terrein door spleten in het ijs.
Van dag tot dag
Dag 1
Vlucht naar Anchorage. 's Avonds in het hotel maken we onze bagage in orde zodat iedereen goed is voorbereid voor de klim.
Dag 2
Vanuit het hotel worden we 's ochtends vroeg opgepikt en rijden door het Matanuska-dal met zijn indrukwekkende uitzichten op bergen en gletsjers. Uiteindelijk komen we bij een kleine vertrek- en landingsbaan, waar vandaan we naar het basiskamp vliegen. Dat kamp ligt vlak boven de gletsjer op ongeveer 1676 meter hoogte. Daar zetten we ons kamp op en oefenen onze gletsjerwandeltechnieken. Als we nog genoeg tijd hebben, brengen we alvast wat bagage naar het eerste hoogtekamp (Kamp 1) op ongeveer 2740 meter. De route loopt over ijzig terrein met her en der spleten. We gebruiken sleeën om telkens maximaal 25 kilo omhoog te krijgen.
Als het weer het niet toelaat om te vliegen, verblijven we de eerste nacht nabij de landingsbaan zodat we kunnen vertrekken zodra de omstandigheden zijn verbeterd.
Dag 3
Deze dag staat in het teken van bagage. We zeulen al veel materiaal en voedsel naar Kamp 1 maar slapen in het lagergelegen basiskamp. Het motto is 'climbing high and sleeping low', een goede manier om aan de hoogte en kou te wennen.
Dag 4
We breken het basiskamp af en nemen de resterende spullen mee naar Kamp 1. Daar richten we sneeuwmuren op rond het nieuwe tentenkamp, om ons te beschermen tegen de wind. Daar zetten we ook een grote bungalowtent op waarin we kunnen koken en eten.
Dag 5
Vandaag lopen we over het ijzige terrein naar het hoogtekamp op 3657 meter om daar alvast bagage te brengen. Slapen doen we weer in het lager gelegen Kamp 1.
Dag 6
We breken Kamp 1 af en nemen de resterende spullen mee naar het hoogtekamp. Van daaruit is er spectaculair zicht op Mount Wrangell. Het is op deze hoogte behoorlijk koud en erg winderig.
Dag 7
Vandaag is de dag van de toppoging. Vanaf het hoogtekamp is het nog maximaal zeshonderd hoogtemeters naar de top. Een lange tocht van tien tot twaalf uur en vele kilometers liggen voor de boeg. Uiteraard starten we alleen als het weer goed is en de vooruitzichten goed blijven. De route is niet erg steil maar de hoogte en de ondergrond maken het een loeizware dag. Soms is de sneeuw poederig en dan weer keihard met windspleten. Elk teamlid moet dan ook in goede fysieke condities zijn voordat hij of zij aan de Expeditie kan meedoen.
Dag 8
Na de top dalen we af tot het basiskamp. Onderweg pikken we onze bagage op en zorgen we ervoor dat we de berg schoon achterlaten. In het basiskamp wachten we op het vliegtuigje dat ons terugbrengt naar Anchorage.
Dag 9 en 10
Dit zijn reservedagen die we gebruiken als buffer voor slechtweerdagen en voor acclimatisatie.
Dag 11
Vlucht naar Anchorage
Dag 12
Vlucht naar huis
Wij wensen jullie alle succes toe met deze prachtige expeditie…