Innovatie staat al jaren op de agenda van politieke partijen. We horen de begrippen innovatie en kenniseconomie zo vaak dat ze hun betekenis hebben verloren. Want wat zien we aan innovatiekracht binnen de overheid op internet? Bestaat innovatie daar slechts in de vorm van videoblogs, Hyves en Twitter? Wat verstaan we eigenlijk onder innovatie? En wie is daar in Den Haag verantwoordelijk voor?
Ik meen dat het Pim Fortuyn was die een ministerie voor ict in wilde richten. Hij was een van de (zo niet de) eerste politici die innovatie tot beleid wilde maken, bijvoorbeeld door thuis werken via internet te stimuleren. Van geen van beide is het sindsdien gekomen. Dit tekent de innovatiekracht van het denken binnen ‘de' overheid, en Den Haag als hub.
Innovaties in ict (en hun impact op onze samenleving) worden blijkbaar niet zó belangrijk gevonden, dat er een (politieke) manager op hoeft te worden gezet. Innovatie binnen de overheid ligt min of meer ‘in de lijn'. Door het ontbreken van een bird's eye view levert dit strategie op vanuit een worm's eye view. Dit laat zich vergelijken met het besturen van een olietanker, ergens vanuit de machinekamer beneden.
Minister van ict
De SP pleitte vorig jaar voor een minister van ict. Dit is een solistisch geluid in Den Haag. Wie een beetje zoekt op de sites van de politieke hoofdstromingen leest helaas weinig recents of inspirerends. Het thema 'ict en overheid' leeft niet erg.
De SP toont aan wel te beseffen dat ict in onze tijdsgewricht strategisch enorm belangrijk is. Maar toch: Pleiten voor een minister van ict is vergelijkbaar met pleiten voor een minister van auto's.
Yammeren en Flickren
Kijken we naar de huidige hausse rond online vrienden-netwerk Hyves, online babbelvrienden-netwerk Twitter en dergelijke, en hun plek in de Organisatie en Overheid 2.0, dan zien we dat de behoefte aan 'Yammeren' (afgeschermde variant van Twitter) en 'Flickr-en' (online fotovrienden-netwerk) zelden een andere onderbouwing heeft dan "het is innovatief". Dit gold reeds voor voorbije ‘innovaties', van Stem nu tot Second Life. Ze hadden de schijn van innovatie, maar de (onder)houdbaarheid ervan duurde slechts totdat the next big thing in informatie technologie werd omarmd. Innovatie is daarmee vrij plat gedefinieerd.
Als beleidsperspectief is meesurfen op ict-hypes beperkt. De erfenis aan ict-silo's die het oplevert kan bovendien leiden tot technische beperkingen voor ‘s Rijks online dienstverlening en informatie-uitwisseling, zo leert de huidige chaos in thematiek op overheids sites.
Het bouwen van ict-toepassingen wordt nog heel vaak verward met betekenisgeving aan informatie. "Is er een informatieprobleem?, dan is ict de oplossing!", luidt een ingesleten denkpatroon onder beleidsmakers en beslissers. Menig overheidsproject op internet heeft mede daarom geresulteerd in een respectievelijke ict-zuil.. Elk systeem heeft een unieke informatie-indeling. Praten met elkaar kunnen die systemen nauwelijks. Daarvoor is geregeld extra verbindingssoftware nodig.
Het belang van logische en consistente informatiestructuren blijkt daarmee ondergeschikt aan het ontwikkelen van software. Dit is vreemd, wetende dat content doorgaans migreert naar nieuwe ict-systemen als oude ict wordt afgestoten. Het creëren van inhoudelijke samenhang in online dienstverlening is een serieus en duur ict-probleem geworden.
Web 3.0
Web 3.0 gaat over het verbinden van informatie (zie een Engelstalig artikel met diagram). De web 2.0 toepassing mashup (zoals het in een geografische kaart van Google tonen van gegevens, die niet van Google zijn) is hier een voorproefje van. De kracht van mashups ligt in het verbinden van informatie die overal op internet kan bestaan en conform (semantische en technische) standaarden wordt opgeslagen.
Veel dienstverlening van de overheid botst op deze web-evolutie. De inrichting van veel digitale organisaties is nog geënt op analoge hiërarchieën met overwegend naar binnen gekeerde ict-systemen.
Ict is onderdeel van dit informatie- en communicatieprobleem en dus niet het antwoord. Een beoogde minister van ict staat dus op voorhand middenin die problematiek, in plaats van er boven. Het gaat immers om de visie achter de technologie. Beleidsvragen rond innovatie dienen daarom ict-vragen te overstijgen.
Nieuwe soort minister
Het is wenselijk dat er een minister verantwoordelijk wordt gemaakt voor ‘s Rijks informatiebeleid, een minister van Informatie, Kennis en Ontwikkeling. Dit is geen bewindsman/vrouw van systemen, maar eentje van strategie en beleid. Dus niet een minister van individuele middelen, maar eentje van verbindende structuur..
De introductie van zo'n ministerspost levert uiteraard voordelen op, zoals:
– Inhoudelijk (semantisch en kennis) beleid maakt innovatie breder dan technologisch fetisjisme.
– Strategisch leiderschap in innovatie wordt geïnstitutionaliseerd en gepersonifieerd.
– Inhoudelijk (semantisch) beleid is voor de lange termijn goedkoper. Het levert tegelijkertijd kwalitatief superieure, want innovatievere ict-toepassingen op.
– Divergerende softwaresystemen worden afgebouwd en vervangen door verbindende informatiestructuren.
– Innovatiebeleid wordt zichtbaar en (impliciet) departementsoverstijgend. Een onderwerp dus dat er toe doet, en waar ministers gezamenlijk hun schouders onder zetten.
Dit laatste is de meest krachtige boodschap die de overheid kan uitzenden ten aanzien van innovatie en kenniseconomie. Er kan tenminste geen nieuwsbrief tegenop.
Schreeuw om sturing
Innovatie schreeuwt om inhoudelijke sturing. Die ontbreekt nu. In een gemiddelde kennisintensieve organisatie ligt de verantwoordelijkheid voor kennisontwikkeling en innovatie op het hoogste managementniveau. Binnen de overheid hoort dat ook zo te zijn . Dat wil zeggen, in Den Haag, in een ministerie, bij een minister.
Als het de overheid ernst is met innovatie dan is een zwaargewicht die hieraan richting geeft vanzelfsprekend geen overbodige luxe. Maar dan wel iemand die boven de techniek staat.
Luc de Ruijter, freelance adviseur digitale interne communicatie
Ik ben het in grote lijnen eens met Luc over de beperkte vorm van innovatie binnen de overheid. Hier kan veel meer en veel sneller. Zoals ik in mijn bijdrage over versnelling naar vernieuwing aan gaf, is cultuurverandering dan wel een blangrijke randvoorwaarde. Dit betekent ook acceptatie van bestaande structuren (niet ‘met het badwater het kind weggooien’) en niet direct volgens conventionele (Prince2) methoden en grootste architecturele aanpakken vernieuwingsprojecten aan te pakken. Een federatief stelsel zal altijd blijven; het is dus nodig om identiteit, authenticatie en autorisatie goed te regelen. Een traditioneel model van rollen zal niet werken; iedereen kan op elk moment van rol wisselen.
Daarnaast ontbreekt het de overheid aan een visie (of communicatie over deze visie) op hun toekomstig functioneren. Wat is co-creatie in termen van overheid? Waar mag dit over gaan: wetgeving, ruimtelijke inrichting, mobiliteit, veiligheid, etc.? Welke regels gaan we hierbij hanteren?
Dit heeft niets met een minister van ICT te maken.