Soms zie je zaken scherper wanneer je ze van een afstand bekijkt of in een historische context plaatst. Deze gedachten kwamen bij mij op toen ik recentelijk het boek 'The Big Switch' van Nicolas Carr ( ook auteur van 'does IT matter?') las.
Carr schetst de ontwikkelingen van de elektriciteitsvoorziening in het begin van de vorige eeuw en trekt parallellen met ontwikkelingen in de informatietechnologie en internet. Hij schetst een geïndustrialiseerd tijdperk (begin 20e eeuw), waarin ieder bedrijf zijn eigen elektriciteit opwekte en wat de basis vormde voor het succes van General Electric, die de daarvoor benodigde middelen (dynamo's, transformatoren, e.d.) op de markt bracht.
Hij beschrijft hoe in die tijd door standaardisatie, nieuwe technologische ontwikkelingen, die transport over grotere afstand mogelijk maakten, en door 'economy of scale', de gecentraliseerde opwekking en distributie van elektriciteit het uiteindelijk in die tijd won van eigen opwekking. Hoe standaardisatie de ontwikkeling van een nieuwe markt van elektrische huishoudelijke apparaten tot gevolg had. En hoe de lagere kosten van gecentraliseerd elektriciteit-opwekking de transformatie naar de vorming van elektriciteitsbedrijven (utilities) versnelde, omdat het elkaar beconcurrerende bedrijfsleven geen andere keuze had. Vervolgens trekt Carr interessante parallellen met de ontwikkelingen in ict en internet en schetst hij een niet in alle opzichten rooskleurige toekomst.
Laten we ontwikkelingen op het gebied van SOA vanuit bovenstaande invalshoek eens beschouwen. De randvoorwaarde voor informatietransport over grotere afstand is al ingevuld: penetratie van breedband is in Nederland het hoogste van Europa (bedrijven, consumenten).
Onmiskenbaar is serviceoriëntatie en de daarbij behorende ontwikkelingen van webstandaarden en datamodellen te plaatsen in het proces van standaardisatie. In tegenstelling tot elektriciteitsstandaarden zijn deze echter veel uitgebreider en complexer. Het zal dus nog wel enige tijd duren alvorens nieuwe markten voor toepassingen gaan ontstaan. De trend met betrekking tot serviceoriëntatie (als onderdeel van het standaardisatieproces) is mijns inziens echter onmiskenbaar en onomkeerbaar. Mash-ups, cloud computing, het zijn de eerste indicatoren.
Dan de economy of scale, cq het financiële optimum: in de informatievoorziening is dit zeker nog niet bereikt. Wereldwijd wordt jaarlijks miljarden in ict geïnvesteerd door bedrijven; het lijkt wel alsof we in onze eigen elektriciteitsopwekking investeren. De General Electric's van onze tijd (Oracle, SAP, Microsoft) varen er wel bij.
En als het investeringen in SOA betreft, niet altijd met succes. Lees de eerdere opinies in deze rubriek er maar eens op na: '10 tips voor een succesvolle SOA-implementatie', 'Top 10 SOA-valkuilen' 'Implementeer geen SOA'. Gartner schetst zelfs dat SOA de hype voorbij is. Is het wellicht te moeilijk? Wellicht niet in technische zin, maar mogelijk zijn we onvoldoende in staat de organisatievraagstukken in termen van 'bussiness/it alignment', 'governance' en 'besturing' te adresseren (lees ook mijn eerdere column 'Kan een (SOA-) architect veranderen?').
Zitten we niet te vroeg in de wedstrijd? Zitten de echte businessvoordelen van SOA en serviceoriëntatie wellicht meer op macroniveau van extern business doen, in plaats van op microniveau intern in het bedrijf? Immers, als gevolg van voortgaande standaardisatie neemt de interoperabiliteit tussen bedrijven en klanten en bedrijven onderling nu al toe.
Voortgaande standaardisatie en technische ontwikkelingen, In de visie van Carr zal het onherroepelijk op enig moment in de toekomst (komende decennia) leiden tot het bereiken van een momentum, waardoor het bestaande evenwicht zal worden doorbroken. Gestandaardiseerde 'information utilities' zullen ontstaan die, vanuit economy of scale, goedkopere informatievoorziening zullen leveren dan thans het geval is. Alle ict de deur uit! Er zal een gestandaardiseerd ecosysteem van services ontstaan wat tevens ketenintegratie tussen networked bedrijven gaat versnellen. Opnieuw, vanuit de competatieve invalshoek beschouwd, zullen volgens Carr bedrijven geen andere keuze hebben dan hierin mee te gaan. Software as a service, outsourcing ,cloud computing, het zijn, zoals gezegd, de eerste tekenen .
Wat zou, als bovenstaande visie van Carr werkelijkheid zou worden, dit betekenen voor onze huidige initiatieven op het gebied van SOA? Uiteraard de markt van outsourced software services blijven volgen en benchmarken tegen de interne ict-afdeling (kosten en kwaliteit).
In sectoren, waarin ict ondersteunend aan de core business is (bijvoorbeeld de productie van fysieke goederen), voorbereiden op outsourcing en SaaS voor die processen en functies die niet het onderscheidend vermogen naar de markt bepalen. Processen en functies die wel het onderscheidend vermogen naar de markt bepalen, zelf vorm te geven met BPM en EDA en deze ook als core business te definieren. Alle SOA-initiatieven richten op het maken van bovengenoemd onderscheid. Dus geen SOA-initiatieven starten in bedrijfsfuncties, die niet het in de markt onderscheidende vermogen bepalen, anders dan ten behoeve van het creëren van bovengenoemde scheiding.
In de dienstverlenende 'softgoods' industrie is ict sterk verweven met de core business. Centraal zal de uitdaging staan hoe het eigen merk en businesspropositie te positioneren in het 'ecosysteem van services' en hoe het daarvan in volle omvang onderdeel van te laten worden. Daarnaast eveneens SOA-initiatieven ondernemen om de scheiding te creëren tussen de processen en ict-functionaliteit die wel en niet het onderscheidend vermogen in de markt bepalen.
Eventueel kunnen intern ondersteunende processen en services, wanneer als best practice gekwalificeerd, als nieuw portfolio in de markt worden gepositioneerd (voorbeel: het Sabre-reserveringsysteem door IBM ontwikkeld voor American Airlines, in 1996 verzelfstandigd als bedrijf).
Alle hier genoemde aspecten vereisen een volstrekt andere dialoog tussen business en ict dan tot op heden. Er is sprake van een businesstransformatie in plaats van op een andere wijze vanuit ict bestaande business ondersteunen.
Ook is van belang te sturen op standaardisatie en op voldoende openheid en transparantie in huidige 'packaged applications' (suites). Dit voorkomt een mogelijke vendor lock-in en een ongewenste bundeling van wel/niet marktonderscheidende processen en functies, daarmee blokkerend voor bovenstaande transformatie.
Tenslotte, als dit de werkelijkheid zou worden en we onze SOA- en EDA-initiatieven zoals hierboven beschreven succesvol hebben geïmplementeerd, zijn we er dan? Bedenk opnieuw dat SOA/services slechts middelen zijn, dat succesvol zaken doen het doel is, dat informatie daarbij de asset is en wie de klant heeft, de business heeft! Google is in ieder geval al begonnen! Wellicht loopt de weg van SOA toch anders dan we denken, in ieder geval lijkt hij een stuk langer!
Zoals altijd, reacties welkom.
Peter Hermans
Valcre
Goed over nagedacht bijzonder diepgaand artikel, die transformatie die Carr beschrijft lijkt wel op te gaan maar je zal ongetwijfeld, net zoals met centralisatie en decentralisatie, weer een golf de andere kant opkrijgen.
Vanuit de economische innovatietheorie zijn er ook interessante inzichten. Vaak commoditiseren producten terwijl ze nog lang helemaal niet uitontwikkeld zijn: electriciteit is daar wederom een goed voorbeeld van. De glastuinder die erg afhankelijk is van stroom is innovatief bezig met eigen electriciteitsopwekking terwijl de electriciteitsboer zit te slapen. Het spel lijkt nooit gespeeld te zijn middels de niches.
Nog interessanter inzicht uit de innovatietheorie zijn de blokkerende innovaties. Het wegennet bijvoorbeeld doek je niet zomaar op, we zitten vast aan de manier van vervoer wat innovatie in het vervoer eigenlijk tegenhoudt. Waarom? Maak je de business case dan speelt de gedane investering in het wegennet – hoewel financieel correct – op innovatievlak een onwezenlijke rol en blokkeert vervoerinnovaties. Immers , je rekent alleen met onderhoudskosten van het wegennet en niet met initiele aanleg van het wegennet waardoor ‘beter vervoer’ in een pure economische trade-off, een bijna onmogelijke opgave heeft: aangezien dat alternatief vervoer wel met initiele aanlegkosten geconfronteerd wordt. Dit is niet de wet van de remmende voorsprong, maar van het remmende pad. Absurd natuurlijk dat die electronische afstandsmeters en paaltjes, kortom alles wat van je auto een treintje maakt, wel de trade-off halen. Waarom dan niet gelijk van het hele wegennet spoor maken en ieder zijn computergestuurd treintje? minimalisatie ongelukken, besparing op anti drankreclames , geen files…voordelen legio.
Om van doodloper en cirkeldraaier naar hardloper te transformeren, zonder met de schijnveiligheid van een ROI te wapperen, is zoiets als visie en lef nodig. Zijn die voorbeelden er?