Als Google Apps meer dan vijftien minuten per maand offline is, krijgen klanten extra ‘use credits’ in plaats van geld terug. ‘Geld teruggeven is financieel uitdagend vanuit logistiek perspectief. Anders moeten bedrijven hun boeken weer bijwerken voor de voorgaande maand. Bovendien is het meer recht door zee.’ Dat zegt Dave Armstrong, marketingdirecteur EMEA voor de Google Enterprise-producten.
Google kiest uit het belang van de klant voor een software level agreement (SLA) voor Google Apps, waarbij bedrijven in plaats van geld extra ‘use credits’ terugkrijgen bij downtime. Dat zegt Dave Armstrong in een interview met Computable. Hij is marketingdirecteur EMEA voor de Google Enterprise-producten.
‘Voor Google Apps hebben we een SLA die is gebaseerd op een beschikbaarheid van 99,9 procent’, vertelt Armstrong. ‘Daarmee beloven we een gemiddelde van tien tot vijftien minuten downtime per maand over de loop van het jaar. Als we daaroverheen gaan, zoals in februari, dan bieden we credits aan.’
Dat zijn bedrijf ervoor kiest in dit soort gevallen geen geld terug te geven, komt doordat dat volgens Armstrong ‘financieel uitdagend is vanuit een logistiek perspectief. Ik ken de details niet, maar ik denk dat credits een logischer manier zijn om iets terug te doen voor bedrijven die te maken krijgen met onderbrekingen. Anders moeten ze hun boeken weer bijwerken voor de voorgaande maand. Bovendien is het meer recht door zee.’ Volgens de directeur lijken zowel ‘grote als kleine klanten erg gelukkig met deze benadering.‘
‘Begrijpelijk prijsmodel’
Bedrijven betalen voor Google Apps veertig euro per gebruiker per jaar. Armstrong: ‘Je betaalt dus evenveel per gebruiker, hoeveel je er ook hebt. Een heel eenvoudig en begrijpelijk prijsmodel. Er is ook een gratis versie van Google Apps: de standaardeditie. Maar dan heb je niet dezelfde opslagcapaciteit, geen ondersteuning, geen API’s en het gebruik is beperkt tot vijftig mensen.’