Oslo is geen platform voor service-oriented architecture (soa). Dat zegt Chris Sells, Microsofts programmamanager van de Connected Systems Divisie. Microsoft presenteerde Oslo oorspronkelijk wel als soa- en BPM-platform. Sells: ‘Natuurlijk is het zo dat veel service-oriented applicaties eigenlijk uit metadata bestaat die services beschrijven. En Oslo is een geweldig platform om dat soort data te beschrijven.’ Hij was in Nederland voor een Hot-or-Not-lezing, georganiseerd door Sioux.
Sells uitspraak is opvallend, omdat Microsoft Oslo oorspronkelijk wel presenteerde als soa- en BPM-platform. Sells zegt nu: ‘Oslo is ontwikkeld binnen de Connected Systemsdivisie. Binnen die divisie was een verzameling verschillende producten gebundeld. Oslo stond in eerste instantie voor het framework dat Windows Workflow Foundation, Windows Communication Foundation en de nieuwe applicatieserver Dublin met elkaar verbond. Nu zijn al die producten gescheiden.'
'Natuurlijk is het zo dat veel service-oriented applicaties eigenlijk uit metadata bestaan die services beschrijven. En Oslo is een geweldig platform om dat soort data te beschrijven. We verwachten bovendien een verdere integratie met WWF, WCF en Dublin. Maar we gaan al die producten apart leveren', zegt Sells.
SOA-hype op zijn retour
Analistenbureau Gartner maakte eind december bekend dat de soa-hype op zijn retour is. ‘Vanaf het begin van 2008 hebben we een dramatische daling gezien in het aantal organisaties dat van plan is voor het eerst een soa-project te starten', schreef Gartner toen. Soa wordt niet meer gezien als ‘iets dat uiteindelijk essentieel is voor elke organisatie'. In plaats daarvan ‘hebben veel organisaties soa geëvalueerd en besloten er geen tijd en inspanning meer in te investeren.' Volgens Gartner is dat ‘typisch voor een techniek die net uithet dal van de desillusie komt', zoals Gartners hypecyclus die beschrijft.
Oslo
Oslo is Microsofts nieuwe platform voor modelgebaseerde ontwikkeling. Sells: ‘Bedrijven kiezen al langer voor model-gebaseerd ontwerpen, maar maken vaak gebruik van adhoc-oplossingen. Met Oslo hopen we niet alleen de productiviteit van de ontwikkelaar te verhogen, maar het bovendien mogelijk maken voor andere mensen in de organisatie om de beschrijving van die software te lezen. Domeinexperts kunnen zo bijvoorbeeld begrijpen wat de software zou moeten doen en ze kunnen het zelfs controleren, ook al zijn het geen programmeurs.'