Opgroeien met je vrienden

Nooit eerder is er zoveel activiteit geweest de afgelopen maanden als op bekende social websites zoals LinkedIn, Facebook, Plaxo en Xing. Vooral de hard getroffen financiële dienstverlening stort zich massaal op het enorme aanbod aan netwerkvrienden. Alleen al LinkedIn telt momenteel 35 miljoen leden, Facebook heeft er 175 miljoen en er wordt voorspeld dat het aantal voor het eind van dit jaar verdubbeld is.

De groei van netwerken is over de hele breedte opzienbarend! Lees je even mee in ‘The Guardian', een interview met Kevin Eyres, Europese baas van LinkedIn: "elke twee seconden een nieuwe aanmelding = een miljoen nieuwe leden per twintig dagen." De economische redenen van deze groei hebben volgens socioloog Nan Lin een mix van persoonlijke en zakelijke redenen: "Individuals engage in interactions and networking in order to produce profits". De scheiding tussen zakelijke en privénetwerk wordt hiermee erg dunnetjes en gevolgen voor de manier waarop we zakendoen kunnen dus niet uitblijven. De vraag is namelijk of ook de waarden en normen tussen de beide netwerken zullen worden uitgewisseld.

Met die groeiende belangstelling voor samensmeltende netwerken draait het tegenwoordig vooral om het aantal relaties in je netwerk, daarbij vrijwillig voorbijgaand aan Dunbar's number, waarin wetenschappelijk onderzocht zou zijn dat je maximaal 150 relaties kunt onderhouden. In tweede instantie is de kwaliteit van je netwerk van belang: wie zitten erin en wat is hun functie? Wat mij opvalt is dat vooral de folksonomy van de overheid gewilde tags zijn voor dienstverleners. Wie het eerst komt met een populaire tag of sociale groep, die het eerst maalt, zo lijkt het. Dit beeld past overigens vrij aardig in Gartner's ‘Peak of Inflated Expectations' over de transformatie van de overheid.

Integratie

Deze hausse voorbij, kunnen we straks misschien weer gewoon zakendoen op basis van een meer volwassen en geïntegreerde bedrijfscultuur. Al jaren ben ik namelijk een fervent voorstander van betere samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en wetenschap, bijvoorbeeld zoals dat in de open economie van Denemarken gaat. Een groei door collaboratie van deze drie partijen, dit heeft Larry Greiner al eens bedacht, zou vanwege de huidige economische situatie mogelijk snel kunnen worden opgevolgd door groei via netwerken. Maar wat gaat ons dat opleveren?

Laten we eens een actueel voorbeeld nemen: de volharding naar goede business cases bij de overheid. Of liever gezegd: de haken en ogen die hieraan zitten door de bril waarmee, volgens mij té instrumenteel, naar projectopdrachtgeverschap wordt gekeken. Resultaten moeten vooral uit een handig financieel spreadsheetoverzicht blijken; dat zullen velen wel herkennen. De spin off van een project zoals gedrag, competenties en betere instrumenten blijven veelal onbelicht. En dat is jammer want daarin kunnen de beoogde netwerkpartners elkaar helpen!

In iedere business case is een ‘groeifasering' te herkennen. Ik zie vier stadia: intuïtief, definitie, beheersing en optimalisatie. In elk van die stadia past een eigen strategie, bepaalde instrumenten, competenties van mensen en hun gedrag. Bedrijfsblindheid kan hierin optreden als na het doen van aannames over de haalbaarheid alleen nog maar naar definitie en instrumenten wordt gekeken. Dat is immers vaak de makkelijkste weg. Input en reflectie van samenwerkende partners uit bedrijfsleven en wetenschap kunnen de bril van inspanningen en resultaten vaak concreter maken dan de aannames waarvan in de eerste helft van de business case wordt uitgegaan.

Model voor levenscyslus business case

Er dient een relatie te zijn tussen strategie/instrumenten en gewenst gedrag (performance management) en/of verwacht gedrag (competentiemanagement). Door een project management office (PMO) in te richten met overheid, bedrijfsleven en wetenschap kan de business case als managementtool optimaal worden benut. De essentie hiervan is dat de business case gedurende de hele looptijd van een project als managementinstrument wordt gebruikt in plaats van het eenmalig invullen van een ROI-berekening.

Oproep

Mijn oproep van het groeien achter de schermen betreft dus de bewustwording van de positieve mogelijkheden van de huidige economische situatie. Betere business cases bij de overheid door meer kwalitatieve netwerkverbanden met bedrijfsleven en wetenschap zouden ons wel eens een flink eind uit de brand kunnen helpen. Waar zijn vrienden anders voor?