De VEB is teleurgesteld in het oordeel dat de Ondernemingskamer (OK) van het gerechtshof Amsterdam gisteren velde in de enquêteprocedure tegen LCI. De OK bepaalde dat het door hem bevolen onderzoek naar mogelijk wanbeleid te beperkt is uitgevoerd.
Vereniging van Effectenbezitters meldt: Het onderzoeksrapport dat thans voorligt, levert in omvang, qua periode en onderwerpen onvoldoende grondslag om daarop een verantwoord oordeel over wanbeleid te vellen, zo de OK. De OK is niet ingegaan op de feiten die de onderzoeker voor het gepleegde wanbeleid door bestuurder Asseer en de commissarissen Schonis, Maes en Tollenaar heeft aangedragen.
280 Miljoen aan beurswaarde verdampt
Het beursgenoteerde LCI failleerde in december 2001 nadat de ontwikkeling van de veelbelovende Smartpen en diverse overnames op een financieel drama uitliepen. 280 Miljoen euro aan marktwaarde verdampte en vele kleine beleggers bleven na de optimistische jaarrekening 2000/2001 met de grote verliezen achter.
In het onderzoek wordt bestuurder Asseer beschreven als ‘een emotionele figuur, die zich zeer wel bewust was van zijn machtspositie in de bestuursstructuur’. De commissarissen Schonis, Maes en Tollenaar bleven daarentegen stil zitten toen het Smartpen project de onderneming naar de afgrond trok en bestuurder Asseer voor 50 miljoen euro aan ongedekte garanties verstrekte ten behoeve van Oostenrijkse werkmaatschappijen.
Wanbeleid
Naar mening van de VEB zijn de door de onderzoeker gepresenteerde feiten voldoende voor de conclusie wanbeleid bij de bestuurder en de commissarissen. De OK laat thans na zich daarover een oordeel te vormen. De VEB vraagt zich af waarom de OK dan niet eerder opdracht heeft gegeven het door hem bevolen onderzoek aan te laten vullen of uit te breiden. Het is tenslotte de OK die over de kwaliteit van het onderzoek dient te waken. Dit geldt temeer nu de VEB in het onderzoekstraject geen formele bevoegdheden heeft zich over de inhoud en kwaliteit van het rapport uit te laten en de OK om aanvullend onderzoek te vragen.
VEB zet acties voort
De VEB vindt het een opmerkelijke en teleurstellende gang van zaken, maar blijft zich inzetten voor de compensatie van aandeelhouders LCI en beraadt zich thans op de volgende stappen in deze zaak.