Zelden heeft een CPB-rapport zoveel opschudding verzoorzaakt als het in opdracht van NOiV opgestelde document met de titel 'Competition, innovation and intellectual property rights in software markets'. ICT~Office greep het rapport aan om een (vermeende) overheidsvoorkeur voor open source-software te bekritiseren. Verklaarde voorstanders van open source-software zagen het als een knieval voor de traditionele softwareleveranciers. De doorgaans uiterst wetenschappelijke economen van het CPB moeten haast wel beduusd zijn van wat hun document teweeg heeft gebracht.
Toch zijn er wel degelijk kritische kanttekeningen te geven. Als jurist heb ik mij al lezende toch een aantal malen stevig verbaasd, onder andere over de stukken waarin men zich op juridische literatuur baseerde. Zo werd bijna zonder blikken of blozen gesteld dat het auteursrecht bedoeld is om innovatie aan te jagen, ook al werd er voor de vorm nog een onderscheid gemaakt met het octrooirecht. Nu is er wel degelijk een economische reden voor het auteursrecht (naast een heel aantal niet-economische redenen), maar die is vooral gericht op een optimale productie van cultuurgoederen. Want laten we nu wel wezen, sinds de oude Grieken zijn er niet zo heel veel nieuwe verhaallijnen bedacht.
Hetzelfde geldt voor software, verschrikkelijk veel nieuwe code doet hetzelfde als code van soms wel decennia geleden. Het gaat er niet zozeer om of iets nieuw is in het auteursrecht, maar of je het op een enigszins oorspronkelijke wijze hebt uitgevoerd. Het kryptoniet uit de Superman-stripverhalen is niet vernieuwend ten opzichte van Achilles zijn hiel en toch heeft Marvel Comics het auteursrecht op de Superman-verhalen.
Nu zou ik niet willen beweren dat auteursrecht en innovatie geen verband met elkaar houden, al was het maar omdat innovatie en mededinging een zeer sterk verband hebben en het auteursrecht altijd mededingingsbeperkend werkt.
Verderop in het rapport wordt kennisdeling als een potentieel marktfalen in softwareland aangemerkt. Een in mijn beleving gapend hiaat is het ontbreken van een referentie naar recente economische literatuur die het daverende innovatiesucces van Silicon Valley juist verklaart uit het feit dat men in de staat Californië geen concurrentiebedingen in arbeidsovereenkomsten toestaat. Met als gevolg een enorme informele kennisuitwisseling tussen bedrijven die werknemers bij elkaar wegkopen als de conjunctuur dat toelaat. Ook wordt in hetzelfde rapport slechts beperkt onderkend dat software misschien wel ontwikkeld wordt ongeacht het bestaan van bescherming, domweg omdat automatisering ook zonder auteursrechtelijke bescherming tot productiviteitsstijgingen kan leiden. Of om het in termen van open source-evangelist Eric Raymond te zeggen: "to scratch an itch". Want laten we wel wezen: tot 1991 was de auteursrechtelijke status van software in Europa nog onzeker, maar ook in de periode daarvoor werd al flink wat software ontwikkeld. Voor de Verenigde Staten geldt hetzelfde. In dat verband is een andere CPB-publicatie relevant, Copyrights protection: not more but different , waarin juist betoogd is dat er vanuit economisch perspectief misschien wel een teveel aan auteursrecht is.
Ook waarschuwt het rapport voor de negatieve effecten van een teveel aan mededinging en de daaruit voortvloeiende dempende werking op innovatie. En daar gaat bij mij het licht uit. We hebben te maken met een praktijk waarin licentiegevers winstmarges van soms wel 90 procent op pakketsoftware hebben. Laten we ons vooral geen zorgen maken over een teveel aan mededinging in de softwaremarkten zolang dit soort winstmarges nog bestaan. Pas als die onder de 20 procent gaan zakken, wat in veel bedrijfstakken nog als heel respectabel zou worden aangemerkt, komt een teveel aan mededinging misschien aan de orde.
Het voorgaande daargelaten is het volstrekt legitiem om aan de orde te stellen of de overheid wel in moet grijpen in de businessmodellen die in de automatisering gangbaar zijn. En misschien is het vanuit een puur economisch perspectief wel zo dat we dat niet perse moeten willen. Maar economie is niet alles, om te beginnen is transparantie van overheidshandelen misschien wel een minstens zo goede reden. Het is vanzelfsprekend dat de overheid aan het bedrijfsleven oplegt dat financiële systemen getoetst moeten worden op de volledigheid en juistheid van de gegevensverwerking. Een dergelijke toetsing lijkt me minstens zo relevant voor de systemen die de overheid gebruikt om tot beschikkingen te komen. En dan is open source helemaal geen onlogische keuze, al biedt dat ook geen garanties om debacles als bij de invoering van de Wet Walvis te voorkomen.
Hey Walter, Superman is van DC Comics!