Eerdere economische recessies in Nederland lieten zien dat ondernemingen op grotere schaal ict-werk in lagelonenlanden lieten uitvoeren. Via offshore sourcing konden projecten dan toch doorgang vinden en het maakte het tevens makkelijker om nieuwe producten en diensten op de markt te brengen. De verwachting is dat we het groeiende gebruik van offshoring ook nu weer zullen meemaken. Hierbij zullen bestaande offshore-gebruikers met meerdere ict-partners willen gaan werken, vanuit verschillende landen. Een ‘nieuwe' offshore outsourcing-bestemming blijkt China te zijn.
China is al lang de ‘fabriek van de wereld', maar als land om software te maken is het nog relatief onbekend. Het aantal Nederlandse bedrijven dat daar ict- of bpo-activiteiten laat uitvoeren is nog op de vingers van enkele handen te tellen. De Chinese dienstverleners zelf richten zich nog vooral op nabijgelegen markten, zoals Japan en Zuid-Korea, maar de interesse voor Europa groeit. China is al geruime tijd druk bezig om een inhaalslag te maken en de overheid heeft zwaar geïnvesteerd in de opbouw van een infrastructuur. In tegenstelling tot India hebben zelfs veel kleinere steden al goede weg- en waterverbindingen, telecommunicatie, electriciteit en opleidingsfaciliteiten. Er begint nu een groot aanbod aan offshore dienstverleners in China te ontstaan, waaronder ook westerse multinationals en enkele grote Indiase firma's.
Een groeiend aantal Europese ondernemers begint nu China als mogelijke offshore-bestemming te overwegen. Allereerst om de eigen landenrisico's te beperken; men wilt voor meerdere landen gaan kiezen. Daarnaast zijn de kosten voor programmeurs er lager dan in veel andere landen, zeker indien er gekozen wordt voor de tier-2 steden, zoals Dalian, Hangzhou, Nanjing of Chengdu. Een specifiek voordeel van China is dat het land een potentiële afzetmarkt is voor westerse ict-producten en ict-diensten. Ook nu nog blijft de Chinese ict-markt groeien en enkele Nederlandse bedrijven doen er reeds goede zaken.
Het werken met een partner op afstand is echter niet eenvoudig en dit geldt zeker voor ondernemingen die nog niet eerder ervaringen met offshore-uitbesteding hebben opgedaan. Ik kom regelmatig bedrijven tegen die niet tevreden zijn: projecten verlopen moeizaam, de communicatie gaat lastig, de verwachte besparingen worden niet gehaald of deadlines worden overschreden. Een zorgvuldige aanpak van de ‘offshore journey' is de beste manier om teleurstelling en frustratie te voorkomen, en een gestructureerde aanpak is hierbij behulpzaam. Dit geldt zeker voor China, waar de communicatie- en coördinatiekosten niet onderschat moeten worden, mede vanwege de grote cultuurverschillen.
Het met eigen ogen bekijken van een nieuwe offshore-bestemming, door deelname aan een studiereis, zou onderdeel van zo'n grondige voorbereiding moeten zijn. Een persoonlijk bezoek kan bijdragen aan een diepgaander beeld van offshoring, waarbij de ervaringen van andere gebruikers in de praktijk vernomen kunnen worden. Zo'n bezoek biedt tevens de gelegenheid om kennis en ervaring met andere Nederlandse en Chinese collega's uit te wisselen en kan behalve een groter netwerk ook voor nieuwe ideeën zorgen. Zelf ga ik van 16 tot 23 mei weer op bezoek in China, dit keer naar Beijing en Chengdu. Geïnteresseerden zijn van harte welkom om met mij mee te gaan!