De Nederlandse delegatie van Computable-lezers die op de eerste dag van de CeBIT 2009 naar Hannover afreisde, heeft zowel positieve als kritische opmerkingen over de zakelijke ict-beurs. Zo spreekt de een van een goede beurs met mooie stands; de ander vond het te rustig en niks nieuws. Nederlandse standhouders zijn goed te spreken over de beurs. “Het is gillend druk.”
De Nederlandse delegatie van Computable-lezers die op de eerste dag van de CeBIT 2009 naar Hannover afreisde, heeft zowel positieve als kritische opmerkingen over de zakelijke ict-beurs. Zo spreekt de een van een goede beurs met mooie stands; de ander vond het te rustig en niks nieuws. Nederlandse standhouders zijn goed te spreken over de beurs.
CeBIT 2009 werd geopend door ‘Terminator' Arnold Schwarzenegger, gouverneur van Californië en ‘ambassadeur' van Sillicon Valley. Dat deed hij samen met de Duitse bondskanselier Angela Merkel. De Terminator beperkte zijn toespraak tot een oproep aan politici om tijdens de economische crisis niet over te gaan tot protectionisme en de grenzen niet te sluiten voor ict-projecten en -investeringen. Een thema op de beurs was onder andere ‘green it world', waarvoor een aparte hal was ingericht. Andere topics waren onder meer websociety (de ontwikkeling naar een internetmaatschappij), eHealth, cloud computing en mobility. Bij security werden oplossingen op het gebied van authenticatie en mobiele security gepresenteerd.
Vreemde namen
Een groep mensen vloog op één dag heen en weer met Gala Tours en de redactie van Computable. Deze groep had gemengde gevoelens over de beurs. George van Brugge, directeur van Kaseya, dat managed services oplossingen levert, vond het te rustig op de beurs. Ook vond hij niet waar hij voor kwam. "Ik zag op de aanwezige stands heel veel producten en oplossingen, maar weinig informatie over SaaS, software as a service."
Peter van Eijk, eigenaar van adviesbureau Digital Infrastructures en columnist bij Computable, zag niets nieuws op de CeBIT. Volgens hem ging de beurs om merkbeleving en was het een goede plek om mensen te spreken."In het deel dat ik afgelopen week heb gezien, vielen me desondanks weinig inhoudelijk nieuwe dingen op. Het hoekje dat voor de ‘websociety' was gereserveerd, zag je zomaar over het hoofd, en van echte cloud-leveranciers was geen spoor te bekennen. Ik vraag me af wat sommige leveranciers hier doen. Sommige stands hebben vreemde namen en missen duidelijkheid. Ik zag een stand met de naam Impossible Software of een tool genaamd ‘liquid browsing'."
Autoverkoper
Remco de Ridder, verantwoordelijk voor techniek en sales bij Telexis, kwam kijken naar de laatste ontwikkelingen op het gebied van rfid. Hij vond sommige standhouders een beetje te afwachtend. "Je ziet duidelijk dat een ict-verkoper geen autoverkoper is. Een autoverkoper zegt meteen: ‘Goedemiddag, wat kan ik voor u doen en wilt u een kopje koffie?'"
Peter Keijzer, directeur van communicatiebureau Lubbers en De Jong, vond de opening van CeBIT 2009 goed. "Bondskanselier Merkel hield een goede speech. Er is veel media aanwezig. Je hebt het gevoel dat er hier iets gebeurt. Je kunt duidelijk zien dat Microsoft, SAP en IBM met hun stand flink uitpakken. Dat zie je ook bij andere stands. De sterke leveranciers laten zien dat ze geld hebben."
Peter van Dijk, ict-medewerker bij UMC Utrecht, kwam naar de CeBIT om te kijken wat het aanbod was van beveiligde usb-sticks die hij wil aanschaffen voor een aantal medewerkers. Hij denkt aan McAfee of de softwareoplossing van Steganos. "Het was voor mij de eerste keer. Ik vond het over het algemeen erg zakelijk en Duits, maar voor de consument is er ook genoeg te beleven. Er is veel te zien en je moet veel lopen. Enige voorbereiding is toch wel handig, want voor één dag is het allemaal veel te veel!"
Standhouders
Er stonden dit jaar 4300 standhouders uit 69 landen. Vorig jaar waren dat er nog 5800. Nederlandse standhouders zijn in ieder geval goed te spreken. Ad van de Put, directeur van het Nederlandse ECOserver, dat servers levert voor hosting bedrijven en het mkb, vindt het nuttig om op de beurs te staan. "We hadden op de eerste dag veel geïnteresseerde bezoekers, vooral uit Duitsland, Oostenrijk en Nederland. Zelfs mensen uit Columbia kwamen kijken naar onze ECO-servers."
Brian Joseph, directeur van Zarafa uit Delft, dat een open source mailserver als alternatief voor Microsoft Exchange levert, is ook tevreden over de toestroom van bezoekers naar zijn stand. "Er is sprake van een goede opkomst; het is echt gillend druk. Dat komt vooral doordat Linux en open source in Duitsland vanzelfsprekend zijn. Zo draaien SAP-applicaties vaak op Linux en andere open source-omgevingen. Zestig procent van de bezoekers komt uit Duitsland, 10 procent uit Nederland en de rest uit vooral Noord-Europese landen. De bezoekers kijken zeer kritisch naar hun budgetten en willen goedkopere ict-oplossingen. Ik heb 100.000 euro betaald voor een stand, maar ik ga er denk ik zeker 500.000 euro uithalen."