Elke zichzelf respecterende speler in de telecomwereld begint een online winkel voor toepassingen voor zijn smartphone. De bedrijven hopen zo gebruikers aan zich te binden en ze te voorzien van snufjes voor op hun mobiele toestel. “De vraag is hoe organisaties omgaan met het beheer en de beveiliging van al dit moois.”
AppWorld, Marketplace, Ovi Store, Android Market en Software Store. Het zijn vijf voorbeelden van webwinkels waar software-applicaties al dan niet tegen betaling beschikbaar zijn voor smartphones van bepaalde merken of besturingssystemen. De shops worden een voor een opgetuigd door de grote spelers in de telecomwereld, in de hoop gebruikers aan zich te binden en ze te voorzien van gewenste zakelijke en niet-zakelijke snufjes voor op hun mobiele toestel.
"De vraag is hoe organisaties omgaan met het beheer en de beveiliging van al dit moois", zegt Alex Bausch. Hij is lid van het Computable mobility-expertpanel en directeur van VeiligMobiel, een organisatie die zich toelegt op de beveiliging van mobiele apparaten. "Nu al is het zo dat bij de meeste organisatie een, twee of drie verschillende types smartphones in gebruik zijn, waardoor de beheerskosten aardig uit de hand kunnen lopen." Hij voorziet een verergering van de problemen bij elke nieuwe online applicatiewinkel die van start gaat.
Meeste ontwikkelaars
Bausch vraagt zich ook af welk mobiele besturingssysteem de meeste ontwikkelaars weet aan te trekken. "Het lijkt een beetje op de game console-oorlog tussen Wii, Xbox360 en Playstation, alleen met veel meer toestellen, veel meer spelers en veel meer applicaties. Op een enkele softwarefabrikant als Adobe met zijn flash-technologie na, zijn er eigenlijk maar weinig cross platform application engines. Of zou Java hier dan toch eindelijk een sleutelrol kunnen spelen?"
Dat elke grote speler in de telecomwereld een online applicatiewinkeltje opent, heeft alles te maken met het succes van de iPhone AppStore van Apple. "Sinds de opening zijn honderden applicaties in de AppStore geplaatst die gratis of voor een klein bedrag worden aangeboden", vertelt Bausch. "Dit heeft mede het succes van de iPhone bepaald. Een grote wereldwijde en trouwe developer community kan veel meer aan een product toevoegen dan alleen één bedrijf, hetgeen een flinke besparing op de total costs of ownership oplevert."
Apple
Apples online vlaggenschip AppStore was een van de eerste webwinkels voor toepassingen op smartphones en is voor vele concurrenten het grote voorbeeld. Kort na de introductie van de iPhone in juni 2007 tuigde het bedrijf de winkel op. In eerste instantie verschenen er voornamelijk consumentenapplicaties en spellen, later volgde ook meer zakelijke software. De iPhone werd namelijk lange tijd gezien als hippe consumententoestel zonder veel zakelijke pretenties. Vanaf 2008 kunnen softwareleveranciers met behulp van de software development kit (sdk) eigen iPhone-applicaties ontwikkelen en via de AppStore verkopen. Met de komst van zakelijke iPhone-toepassingen, zoals die gebouwd door IBM (iNotes) en Oracle (Business Indicators), wordt het toestel ook in zakelijke omgeving steeds meer gebruikt. Apple kreeg veel kritiek op het toelatingsbeleid van de AppStore. Het bedrijf zou te selectief zijn en bovendien een welige handel in onofficiële toepassingen in de hand werken.
Research in Motion
In de webwinkel AppWorld zijn vanaf maart 2009 tientallen programma's beschikbaar die gebruikers op hun Blackberry kunnen installeren. De meeste toepassingen die in de Blackberry-winkel zullen worden aangeboden zijn bedoeld voor zakelijk gebruik. Er zijn echter ook games en bijvoorbeeld nieuws- en weerdiensten beschikbaar. De software is niet gratis en betaling gebeurt met behulp van een PayPal-rekening. Dat de Canadese mobieltjesfabrikant Research in Motion aan een applicatiewinkel werkte, is al langer bekend. In januari 2009 riep het bedrijf op om toepassingen voor de smartphones te ontwikkelen en in te dienen.
Microsoft
Windows Marketplace wordt de toepassingenwinkel van Microsoft. Waarschijnlijk presenteert het bedrijf de shop rond de introductie van het nieuwe mobiele besturingssysteem Windows Mobile 6.5. Dat staat gepland in de tweede helft van 2009. Het is nog niet duidelijk of Microsoft de ontwikkelaars van applicaties die in het winkeltje worden verkocht, laat delen in de omzet. Windows Mobile kent op dit moment al zo'n twintigduizend applicaties, dus in theorie is Marketplace bij voorbaat een grote concurrent van de AppStore van Apple.
Nokia
Ovi Store is de webwinkel van de Finse telefoonfabrikant Nokia. De shop opent zijn deuren in mei 2009 en zijn koopwaar is vanaf het najaar wereldwijd te downloaden via verschillende smartphones. In nieuwe toestellen, zoals de N97, zal Ovi standaard worden ingebouwd. In de Ovi-winkel zullen programma's te koop zijn die draaien op de besturingssystemen S60 en S40. Programmeurs kunnen vanaf begin april hun programma's uploaden via de winkel. Zij ontvangen bij verkoop zeventig procent van de opbrengst. Nokia stimuleert samen met grafisch softwarebedrijf Adobe het gebruik van Flash in te bouwen mobiele programma's.
Onder de naam Android Market heeft zoekreus Google een online applicatiewinkel gebouwd voor toestellen die draaien op besturingssysteem Android. Met de webstore biedt het internetbedrijf ontwikkelaars een commerciële marktplaats voor applicaties. Ze kunnen hun content aanbieden op een open service met een systeem voor feedback en rating. Er zijn inmiddels enkele honderden programma's beschikbaar, de meeste niet-zakelijk. Vanaf eind februari 2009 laat Google ook betaalde applicaties toe in de winkel. De verwachting is dat daardoor het aantal zakelijke toepassingen zal toenemen.
Palm
Ook Palm mengt zich in de strijd om de online applicatiewinkels. De telefoonfabrikant tuigde de Software Store op om zijn nieuwe besturingssysteem Web OS te promoten, hoewel voorlopig vooral toepassingen voor oudere platformen beschikbaar zijn. Het op Linux gebaseerde Web OS werd begin 2009 geïntroduceerd is doorontwikkeld door Palm. Ontwikkelaars met kennis van CSS (cascading stylesheets), Java en HTML zouden er gemakkelijk hun eigen applicaties voor kunnen bouwen en vervolgens aanbieden in het online winkeltje. Het nieuwe besturingssysteem ondersteunt echter geen toepassingen die draaien op een van zijn voorgangers, tenzij de programma's door derde partijen er speciaal voor zijn omgezet.
“de iPhone AppStore van Apple. “Sinds de opening zijn honderden applicaties in de AppStore geplaatst die gratis of voor een klein bedrag worden aangeboden”, vertelt Bausch.”
Honderden? Dhr. Bausch zou er goed aan doen voorafgaand aan een dergelijke uitspraak even wat onderzoek te doen.
Op het moment van uitbrengen van dit artikel waren het er inmiddels meer dan 35.000 waarvan alleen al ruim 5000 gratis!