Afnemers zien open source als een manier om machtsongelijkheid tussen afnemer en leverancier recht te trekken. Maar wanneer is open source daarvoor het juiste middel?
Als een leverancier eigendomsrechten uitoefent op software kan dat leiden tot lock-in. De afnemer is feitelijk verplicht om jaar na jaar door te blijven betalen aan de leverancier. Erger nog, het kan zo zijn dat alle functionele uitbreidingen ook producten van diezelfde leverancier vereisen. Dat doet denken aan de koude oorlog toen het buitenlandse beleid van de VS werd beheerst door de dominotheorie. Als een land communistisch werd (omviel als het ware), liep het buurland vervolgens gevaar om ook communistisch te worden.
Deze lock-in domino leidt tot hogere prijzen en tot minder beschikbaarheid van aanvullende software. Zo kun je op de Apple iPhone alleen maar software draaien die via Apple verkocht wordt.
De vraag is echter niet óf je vendor lock-in hebt, maar hoeveel. Dat komt vooral door de ‘overstapkosten', de kosten die je moet maken om voor een it-component over te schakelen naar een andere leverancier. Hoe meer inspanning dat kost, hoe groter je vendor lock-in. In de praktijk blijken deze overstapkosten vooral te bestaan uit de kosten voor het inwerken van gebruikers en de kosten die je moet maken om je gegevens te ‘bevrijden' uit de huidige component. Hoeveel moeite kost het bijvoorbeeld om je hele mailarchief met folderstructuur en al te converteren naar een ander mailsysteem? Hoeveel kost het om van Microsoft Office over te stappen naar Open Office? Hoeveel kost trouwens de omgekeerde migratie?
Vendor lock-in domino is daarom meer een argument voor open standaarden dan voor open source. Immers, als de belangrijkste gegevensverzamelingen in een voldoende open formaat beschikbaar zijn, en ook de belangrijkste koppelvlakken via een open standaard gerealiseerd kunnen worden, worden de overstapkosten aanmerkelijk gereduceerd en kun je makkelijker uitwijken naar een andere leverancier.
Peter van Eijk is onafhankelijk adviseur (http://www.digitalinfrastructures.nl/).
Spijker op z’n kop! Open standaarden zijn belangrijker als open source.
Vendor Lock-in onstaat hoofdzakelijk met gesloten standaarden.
Echter . . . zelf met een open standaard is een database-struktuur te maken die een overstap naar andere software praktisch onmogelijk maakt. Daar bestaat geen verschil tussen open en gesloten.
Mijn ervaringen zijn dat er ook een “vendor-lock-in” mogelijk is bij open source software.
Eenvoudig voorbeeld, wie al zijn grafisch werk bewaart als “.xcf”-bestand dat Gimp gebruikt, bezorgt zichzelf net zo goed een probleem.
@Jan van Leeuwen: Jouw voorbeeld klopt niet helemaal, vrees ik.
“Eenvoudig voorbeeld, wie al zijn grafisch werk bewaart als “.xcf”-bestand dat Gimp gebruikt, bezorgt zichzelf net zo goed een probleem.”
Je bezorgt jezelf een hoop kopzorgen als je later een ander pakket kiest, ja. Er is echter geen sprake van lock-in, want het programma dat de .xcf gefabriceerd heeft is beschikbaar in broncode. De manier waarop het bestand weggeschreven wordt, kan opgezocht worden in de broncode van het grafische pakket.