Leidschendam-Voorburg strijkt met de eer de eerste gemeente te zijn die het Omgevingsloket online heeft geopend. Maar de gemeente Olst-Wijhe boog zich al in 2006 over de vraag wat er nodig was voor de invoering van de omgevingsvergunning.
Het ministerie van Vrom kondigde eind januari met trots aan dat Leidschendam-Voorburg de eerste gemeente is die het Omgevingsloket online heeft geopend. Via dit digitale loket kunnen inwoners hun vergunningen voortaan regelen en hoeven ze voor hun volmachten niet meer met pakken papier langs verschillende instanties. Gemeenten kunnen zo'n loket openen door zich aan te sluiten op de LVO (Landelijke Voorziening Omgevingsloket) van het ministerie van Vrom.
Boom in de weg
Om de aanvraag van de vergunningen voortaan elektronisch via een digitaal postkantoor te kunnen regelen komt er in 2010 een nieuwe wet: de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht). Olst-Wijhe blijkt zich in 2006 al afgevraagd te hebben hoe – met het oog op vergunningen en het handhaven – de dienstverlening aan burgers en ondernemers viel te verbeteren. De Overijsselse gemeente besloot de organisatie aan te passen en alle ambtenaren die iets met vergunningverstrekking van doen hadden, bij elkaar te zetten. Die operatie werd afgerond in oktober 2007. "De regie is in handen komen te liggen van de gemeente en niet meer bij de burger en de ondernemer", zegt Ede Vieregge, hoofd automatisering. "Die vraagt namelijk niet speciaal om een vergunning, maar wil bouwen, slopen, kappen, reclameborden ophangen, en dergelijke. De gemeente moet er voor zorgen dat een inwoner niet eerst langs moet komen voor bijvoorbeeld een bouwvergunning, en daarna voor een kapvergunning omdat er een boom in de weg staat."
Te hoog gegrepen
Behalve een organisatorische aanpassing, essentiëler dan de techniek volgens Vieregge, vraagt de omgevingsvergunning – een paraplu waaronder alle vergunningen en verordeningen komen te hangen – een andere ict-aanpak. "Probleem is dat voor zo'n beetje iedere vergunning een applicatie bestaat. Aan die versnippering wilden wij bij Olst-Wijhe een einde maken."
De gemeente schreef in 2007 daarom een aanbesteding uit voor een generiek vergunningensysteem, gericht op de Wabo. "Die opdracht is uiteindelijk niet gegund, omdat geen enkele it-leverancier in staat bleek een werkend systeem voor alle vergunningen en handhavingsacties op te leveren", vertelt Vieregge. "Ze dachten nog teveel vanuit een milieu-, bouw, kap- of vent-vergunning. We hebben het concept getracht uit te leggen, maar ze waren nog niet zover. Onze eisen waren te hoog."
Pauze
De gemeente laste vervolgens een pauze in, ook omdat het Vrom-project rond de landelijke voorziening steeds werd vertraagd. It-leveranciers wachtten met hun productontwikkeling totdat er klaarheid over de specificaties werd geschonken. Inmiddels is die er in zekere zin met de stapsgewijze oplevering van het Omgevingsloket. Maar met alleen een koppeling met de landelijke voorziening is een gemeente er niet. Olst-Wijhe werkt bijvoorbeeld samen met het softwarebedrijf Roxit dat het vergunningeninformatiesysteem Squit XO zal leveren. "Het Omgevingsloket online maakt het voor de burgers en het bedrijfsleven mogelijk digitaal aangifte te doen. Maar het heeft alleen betrekking op de frontoffice. Daar komen de aanvragen binnen. Je hebt ook een systeem nodig voor de backoffice, om de verwerking te regelen. Om bijvoorbeeld handhavingsacties, zoals bedrijfsinspecties, intern op elkaar af te stemmen. Dat er niet twee inspecteurs vlak achter elkaar bij een onderneming op bezoek gaan, ook al gaat het om verschillende vergunningen."
Eigengereid
Vrom verwacht dat de groep koplopergemeenten – een dertigtal – snel hun digitale postkantoren voor de omgevingsvergunning gaan openen. Olst-Wijhe behoort niet tot deze groep, maar was er met de Wabo-voorbereidingen al vroeg bij. Eigenlijk een 'koplopergemeente' avant la lettre, dus. Daar kan Vieregge wel om lachen. "Wij zijn een eigenzinnige gemeente en trekken graag zelf ons plan. Dat blijkt wel uit het feit dat wij voor de omgevingsvergunning aan de 'andere kant' zijn begonnen: eerst de interne ambtelijke organisatie – de backoffice – veranderen, en daarna de voorkant regelen. Het ambitieniveau van gemeenten verschilt nog al: de ene springt er snel op in, de andere geeft prioriteit aan andere zaken en wacht tot het Omgevingsloket helemaal af is."
Uiteraard best een behoorlijke prestatie, maar wel slechts het begin.
Voor het einde van het jaar moet de EU Richtlijn Diensten worden geimplementeerd. Daarvoor is een lijst met vergunningen en DigiD burger nauwelijks een oplossing. Met name niet omdat de informatie voor / over de vergunningen, wil die bruikbaar zijn voor de doelgroep, ook in andere talen dan Nederlands zal moeten worden aangeboden. De authenticatie moet dan ook op de buitenlandse dienstverlener zien.